Vier onderwijszaken die helpen het rendement te verbeteren
De Faculteit der Managementwetenschappen kwam deze week naar buiten met de voorlopige studieadviezen aan studenten. Wat leert de grote toename van het aantal positieve adviezen? Hoofd Onderwijsmanagement Ward Kelder geeft zicht op de wereld achter de cijfers. #1 Stel een numerus fixus in Sinds dit jaar kent ook de opleiding Bedrijfskunde een numerus fixus, met een grens van driehonderd studenten. Die grens werd niet eens gehaald, dus niemand hoefde selectie te ondergaan. Maar het instrument zelf zorgt voor een betere motivatie, analyseert Ward Kelder. ‘Studenten die zich aanmelden hebben in hun achterhoofd dat ze selectie moeten ondergaan en kunnen zich maar voor één numerus fixus studie aanmelden. Dat is toch een hobbel die positief uitwerkt op de motivatie.’ In cijfers: de afgelopen twee jaar kreeg zo’n een derde van de studenten een voorlopig positief advies, nu: 58 procent. En het aantal studiestakers in het eerste jaar daalde voor het eerst onder de 10 procent. #2 Maak waar wat je belooft De opleiding GPM (Geografie, Planologie en Milieu) kreeg vorig jaar met een nieuwe naam ook een nieuw curriculum. Vorig jaar waren er klachten van studenten over het programma, te meer doordat de voorlichting vooraf iets anders beloofde. Dat is nu helemaal rechtgetrokken, zegt Kelder: studenten krijgen precies wat is beloofd en het beter gestroomlijnde programma werpt meteen zijn vruchten af.’ In cijfers: Het percentage positieve adviezen stijgt van 38 naar 53 procent, het aandeel studiestakers daalt van 18 naar 12. #3 Ouders die zich bemoeien met de studiekeuze Zeker weten doet Ward Kelder het niet (want nader onderzoek ontbreekt), maar hij vermoedt dat de mooie rapportcijfers samenhangen met het groeiend aantal ouders dat meedenkt met hun kroost over de studiekeuze. ‘Bij onze bachelor voorlichtingsdag is het aantal ouders explosief gestegen en ze stellen steeds meer vragen.’ In cijfers: van de 601 eerstejaars van de faculteit heeft 10 procent de studie gestaakt (was de vorige jaren 15). En 52 procent kreeg een voorlopig positief advies (was 41). Eind juni krijgen de studenten hun definitief advies, en de ervaring van vorig jaar leert Kelder dat ‘BSA gewoon werkt’. ‘De studenten met een voorlopig negatief advies gaan er een tandje bijzetten.’ #4 Geluk hebben met je cohort Er is in de faculteit één uitzondering: de opleiding Economie en bedrijfseconomie, met fors minder positieve en fors meer negatieve adviezen. Ook het aandeel studiestakers is gestegen. Hoe dat komt? De opleiding zelf wijt het aan een wat minder cohort, dat ook fors groter is dan vorig jaar (van 103 naar 136 eerstejaars). Zitten daar studenten tussen die vanwege de economische crisis graag ‘iets met economie’ willen doen en niet precies weten wat zo’n studie dan behelst? Zou kunnen, zegt Kelder. Wat hij wel weet is waarom de studie Bestuurskunde dit jaar slecht scoort (met eendere van de eerstejaars met een negatief advies de minst scorende opleiding): ‘Omdat er dit jaar nogal wat studenten tussen zitten die de studie hebben gekozen als tweede keus. Dat helpt nooit.’ / Paul van den Broek