Vierdaagselopers zweren bij ‘hotel’ dispuutshuis

20 jul 2015

Als de Vierdaagsewandelaars ’s ochtends rond vier uur naar de start vertrekken, komen de studenten vaak net thuis. Wandelaar Peter Weel (59) logeert met zijn zwagers in het dispuutshuis van Panacee. ‘Een heerlijke chaos.’

Van links naar rechts: Peter Weel, Reyn Bakker en Piet de Vries. Foto: eigen archief Peter Weel
Van links naar rechts: Peter Weel, Reyn Bakker en Piet de Vries. Foto: eigen archief Peter Weel

Een telefoontje van zijn zwager was genoeg om Peter Weel (59) acht jaar geleden te overtuigen mee te doen aan de Vierdaagse. ‘Mijn zwager liep mee. Terwijl hij over de Via Gladiola liep, had ik hem aan de lijn. Toen ik de muziek, het gejoel en het zingen hoorde, was ik verkocht,’ vertelt hij.

Vierdaagsegevoel
Dit jaar loopt Weel voor de zevende keer mee met zijn zwagers Piet de Vries (62) en Reyn Bakker (64). Het is de gezelligheid die de heren telkens doet terugkeren naar Nijmegen. ‘Als je na die veertig kilometer weer op de Wedren aankomt en je zit daar met alle andere lopers aan die lange tafels, tja, dat is voor mij het mooiste moment,’ vertelt Weel. ‘De sfeer is goed, je kletst met zo veel verschillende mensen. Het bier vloeit dan rijkelijk zullen we maar zeggen.’ Vorig jaar maakte hij zelfs een dansje, tot verbazing van zijn zwager. ‘Dat is nou typisch het Vierdaagsegevoel, haha.’

Tijdens een online zoektocht naar een slaapplaats, kwam Weel de advertentie van Collegiaal dispuut Panacee tegen. ‘Het dispuutshuis op de Oranjesingel is voor ons ideaal omdat het zo dichtbij de Wedren ligt.’ De Vierdaagselopers betalen 25 euro per persoon per nacht. Een zeer schappelijke prijs, vindt Weel. De opbrengst gaat in de huishoudpot van het dispuutshuis.

Hij beschrijft het studentenhuis als ‘een heerlijke chaos’. De bewoner van de kamer is deze week dan misschien weg, de spullen staan nog gewoon in de kamer. ‘Pinpassen en andere privé-spullen slingeren rond. Opruimen doen ze niet; we liggen er gewoon tussen.’ Het maakt Weel niet zo veel uit. ‘We kunnen douchen en de jongens zorgen voor ons ontbijt. Meer hebben we niet nodig.’ Er is één ruimte die de heren mijden in het dispuutshuis: de keuken. ‘We zijn er in het eerste jaar eens binnen gelopen. Die keuken was zo vies dat we besloten in de stad te eten.’

Het ritme van de heren is nogal verschillend van dat van de Panaceeërs, vertelt Weel. ‘Het is grappig om te zien dat zij net thuiskomen van een stapavond als wij op weg gaan naar de start.’ De wandelaar heeft zelf nooit in een studentenhuis gewoond. Een gemis? ‘Nou, als ik kijk hoe die jongens leven, dan had me dat wel leuk geleken. Aan de andere kant wordt er wel veel gedronken. Of ze dan nog wel aan studeren toekomen, is maar de vraag.’ / Jolene Meijerink 

0 reacties

  1. Ella schreef op 20 juli 2015 om 19:35

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!