Viering van einde slavernij: ‘Voor mij is Keti Koti al lang een nationale feestdag’
Keti Koti is de nationale herdenking van de afschaffing van de slavernij op 1 juli. In het Erasmusgebouw is momenteel een expositie te zien rond het thema. Geschiedenisstudent Denischa de Jezus vertelt waarom het slavernijverleden haar persoonlijk raakt en waarom de zichtbaarheid van dat verleden zo belangrijk is: ‘Keti Koti is een manier om een cultuur en identiteit te laten zien die lange tijd door de slavernij werden onderdrukt.'
De vitrines in de hal van het Erasmusgebouw springen niet heel erg in het oog. Maar ze staan er toch echt sinds begin deze week en binnen de glazen boxen wordt een belangrijke en omstreden passage uit de Nederlandse geschiedenis verbeeld. Het gaat om het project ‘Mensen als bezit’ waar deze kleine expositie deel van uitmaakt. Thema: slavernij in Curaçao en Suriname in de negentiende eeuw.
‘De doorgestreepte namen zijn van slaven die waren verkocht’, vertelt Denischa de Jezus als we langs de vitrines lopen en kijken naar een handgeschreven papier met namen. De Jezus, geschiedenisstudent aan de Radboud Universiteit, volgde een vak over de slavernij, gegeven door historicus en projectleider Coen van Galen. Momenteel is ze bezig met het afronden van een stage over slavernij in Gelderland bij Erfgoed Gelderland. Het project heeft voor haar een persoonlijke betekenis.
Slavernij in Gelderland
‘Ik zag mezelf eigenlijk nooit als Surinamer. De familie van mijn vader migreerde van Suriname naar Nederland toen hij een kleine jongen was en het gezin paste zich aan aan de Nederlandse cultuur. De geschiedenis van Suriname vond ik altijd wel interessant, maar ik wist er nooit zo veel van.’ Haar stage bracht daar verandering in.
De Jezus, die opgroeide in Gelderland, legt uit dat de geschiedenis van slavernij in Nederland meestal wordt gelinkt aan grote havensteden zoals Amsterdam, van waaruit de slavenhandel plaatsvond. Maar ook oostelijke provincies als Gelderland en Overijssel kwamen in aanraking met slavernij: ‘Dat is precies wat dit project probeert te demonstreren: de sporen van slavernij zijn overal, maar je ziet ze gemakkelijk over het hoofd.’
‘De sporen van slavernij zijn overal, maar je ziet ze gemakkelijk over het hoofd’
Ze herinnert zich een bezoek aan kasteel Cannenburch in Vaassen: ‘Daar hing een enórm schilderij van een prachtige witte dame in een heel mooie jurk. Maar als je wat beter kijkt, zie je dat zij niet alleen op het schilderij staat. In haar schaduw staat een zwart jongetje, dat je nauwelijks kunt zien omdat de vrouw zo veel plek inneemt. Als ik in m’n eentje het kasteel had bezocht, had ik hem waarschijnlijk niet opgemerkt.’
Voor De Jezus is de onzichtbare geschiedenis van zwarte mensen in de schaduw van witte mensen een terugkerend thema tijdens haar stage. ‘Een heleboel rijke families in Gelderland hadden slaven. Van sommigen weten we hun namen, zoals Quaco of Anna, maar regelmatig – zoals bij het jongetje van het schilderij – weten we zelfs dat niet. Ons project draait erom mensen zoals die jongen hun identiteit terug te geven.’
Keti Koti: Verbroken ketenen
Het einde van de slavernij wordt in Nederland jaarlijks herdacht op 1 juli. De naam Keti Koti betekent ‘verbroken ketenen’ en verwijst naar 1 juli 1863, de dag dat de ketenen (keti) van de tot slaaf gemaakte Afrikanen verbroken werden (koti) in Curaçao en Suriname.
Voor De Jezus is Keti Koti niet enkel een droevige herdenkingsdag: ‘Het is een emotionele dag, maar bovenal is het een viering. Voor mij gaat Keti Koti om het vieren van de vrijheid van al die mensen die in gevangenschap werden gehouden.’
In Nederland wordt al een paar jaar gediscussieerd over het uitroepen van Keti Koti tot een nationale feestdag. De Jezus is een voorstander: ‘Voor mij is Keti Koti al lang een nationale feestdag. We hebben allerlei feestdagen die voor mensen weinig meer betekenen dan een vrije dag, terwijl Keti Koti is verbonden met allerlei vieringen. Als je er een nationale feestdag van maakt, kan iedereen daar ook naar toe. Denk aan de grote herdenking in Amsterdam.’
De precieze oorsprong van Keti Koti is onduidelijk, maar met name in de hoofdstad is 1 juli een kleurrijke viering van identiteit. ‘Toen mijn vader met zijn familie aankwam in Nederland, draaide alles om Nederlands worden’, zegt De Jezus. ‘Keti Koti is een manier om een cultuur en identiteit te laten zien die lange tijd door de slavernij werden onderdrukt.’
Maar Keti Koti gaat voor De Jezus ook over erkenning: ‘Slavernij heeft bestaan, dat deel van de geschiedenis kun je niet wegpoetsen.’
De tentoonstelling in het Erasmusgebouw loopt tot 15 september.