Vlaamse klassiekers
In een poging de kloof tussen stad en universiteit te overbruggen organiseren de opleiding Nederlandse taal en cultuur en het Vlaams Cultureel Kwartier al voor de vierde keer een serie openbare hoorcolleges onder de titel Letteren in de stad. Op het programma staan zeven Vlaamse klassiekers. ‘Laat andere opleidingen ook maar zulke series organiseren.’
Gisteravond was Leven en dood in den ast van Stijn Streuvels (1871-1969) onderwerp van gesprek. ‘Ik vermoed dat jullie hiervoor nog niet van Stijn Streuvels hadden gehoord,’ opent Tom Sintobin, docent algemene cultuurwetenschappen. Sintobin is de tweede in een serie specialisten uit binnen- en buitenland, die de openbare colleges verzorgen. Hij promoveerde op het werk van de Vlaamse Streuvels.
In de zaal, een ruime zolder boven restaurant het Vlaams Arsenaal, zit een man of veertig. De helft student (deze reeks is verplicht), de andere helft flink ouder. Sintobin duikt diep in de stof. Dit is tenslotte een mastercollege, hoewel openbaar.
Collegebanken
‘Een mooi en diepgaand college,’ vindt Adriënne Schimmel. Ze studeerde ooit Frans in Nijmegen. ‘Daarna verhuisde ik naar Den Bosch, maar sinds kort ben ik terug in mijn oude studentenstad. Ik hoef niet meer te werken en heb eindelijk weer tijd me te verdiepen.’ Reden voor Schimmel om opnieuw de collegebanken in te duiken. ‘Filosofie, literatuur: ik heb het gemist. Deze serie is een mooie start. Lekker toegankelijk, zo midden in de stad. Met goede docenten en inspirerende colleges. Laat andere opleidingen ook maar zulke series organiseren.’
Huiselijk
Frans d’Haens kreeg de liefde voor Vlaamse literatuur met de paplepel ingegoten. ‘Ik kom uit Zeeuws-Vlaanderen, vandaar.’ De meeste klassiekers die in deze reeks besproken worden kende hij al. ‘Maar dat maakt niet uit. Dit zijn boeiende voordrachten in een mooie omgeving. Anders dan college volgen op de universiteit. Er hangt hier een huiselijke, gemoedelijke sfeer. Dat maakt deze serie extra speciaal.’
Niveau
En de studenten, wat vinden die ervan? ‘Ik vind het openbare karakter van deze colleges niet per se een toevoeging,’ merkt Nikki ter Braak, masterstudent Nederlands, op. ‘Het leidt eerder af. Die oudere mensen praten er nogal eens doorheen.’ Studiegenoot Romy van den Nieuwenhof vindt dat het bovendien niveauverlagend werkt. ‘Deze keer viel het mee. Dit was een goed college. Maar bij het vorige college werden ons bekende termen doelbewust vermeden. Of uitvoerig toegelicht. Voor het geval de rest van de groep ze niet begreep. Dat komt het niveau niet ten goede.’ / Bregje Cobussen
Klik hier voor meer informatie over de andere colleges in deze reeks.