Voor korte afstanden nemen wetenschappers nog (te) vaak het vliegtuig
Hoeveel vliegen wetenschappers van de Radboud Universiteit? Harde cijfers daarover ontbreken. Onder begeleiding van de Green Office hielden HAN-studenten daarom een enquête. Een van de uitkomsten: wetenschappers vliegen nog regelmatig naar bestemmingen als Berlijn, Londen en Parijs.
Aan de basis van het nieuwe vliegbeleid van de Radboud Universiteit, dat in september moet ingaan, ligt een onderzoek van twee studenten van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Onder medewerkers van de Radboud Universiteit en het Radboudumc hielden zij afgelopen voorjaar een enquête, die via e-mail en intranet werd verspreid. In totaal namen 885 medewerkers deel aan het onderzoek, waarvan 391 medewerkers van de Radboud Universiteit – bijna allemaal wetenschappelijk personeel.
‘We denken dat de enquête vooral werd ingevuld door mensen die regelmatig vliegen’, zegt green office-coördinator Thijmen Sietsma. ‘Representatief is het onderzoek dus niet, maar indicatief zeker wel.’
De respondenten van het onderzoek maken gemiddeld 3,49 internationale reizen per jaar, waarvan twee derde met het vliegtuig. Dat betekent dat medewerkers tussen de 4.365 en 6.430 vliegreizen maken. Ruim een kwart van die reizen zou korter zijn dan 700 kilometer.
Reiskosten
Het onderzoek lijkt erop te wijzen dat het aantal vliegreizen dat iemand maakt afhankelijk is van zijn of haar functie. Hoogleraren geven aan gemiddeld de meeste vliegreizen (4,72 per jaar) te maken, gevolgd door universitair hoofddocenten (3,67), universitair docenten (2,05), promovendi (1,88) en postdocs (1,84).
Bijna negen op de tien ondervraagden vindt reizen naar het buitenland noodzakelijk voor het werk, bijvoorbeeld om goed op de hoogte te blijven van de internationale ontwikkelingen in het vakgebied. Iets minder dan de helft van de wetenschappers gaat naar het buitenland om deel te nemen of om zelf te spreken op een conferentie. Als bijkomende positieve effecten noemen ze netwerken en inhoudelijke kennis opdoen, net als het persoonlijk contact tussen collega’s.
De bereidheid van medewerkers om minder te reizen is erg uiteenlopend. 46,8 procent is enigszins of helemaal bereid om minder internationale zakenreizen te maken, om op die manier een bijdrage te leveren aan een duurzame wereld. Iets meer dan een derde van de ondervraagden is hiertoe niet bereid.
Ecologische voetafdruk
Bij medewerkers is op dit moment erg ingesleten dat ze bij het boeken van een vlucht meer op kosten letten dan op duurzaamheid, blijkt uit het onderzoek. Wanneer ze een reis boeken, kijken wetenschappers vooral naar de reistijd en reiskosten. Pas wanneer deze criteria gunstig zijn, verschuift de aandacht naar overige criteria zoals de duurzaamheid van de reis.
Uit het onderzoek blijkt tot slot dat bijna de helft van de medewerkers van de Radboud Universiteit en het Radboudumc zich op dit moment niet gestimuleerd voelt om duurzaam te reizen. Ruim 80 procent van de medewerkers vindt dat de organisaties meer maatregelen moeten treffen om de ecologische voetafdruk van internationale zakenreizen te verkleinen. ‘Dat sterkt ons in de overtuiging om een vliegbeleid in te voeren’, aldus Sietsma.
Videoconferenties
Op dit moment heeft de Radboud Universiteit in vier gebouwen speciale locaties waar videoconferenties kunnen worden gehouden. 65 procent van de respondenten geeft aan niet bekend te zijn met deze faciliteiten. Een meerderheid van 41,7 procent vindt video conferencing geen goed alternatief voor internationale zakenreizen. 35,3 procent vindt dat wel een goed idee.