Sinds afgelopen vrijdag zit er geen limiet meer op het aantal studenten in een collegezaal. Niet alle studenten en docenten zijn daar gelukkig mee. ‘Als studenten niet gevaccineerd zijn, heb ik liever een online gesprek.’

Toen afgelopen september de coronamaatregelen werden versoepeld, vond Vitória Piai het nog te vroeg om opnieuw fysieke colleges te geven. De docent Psychologie heeft een zware medische geschiedenis – tussen 2002 en 2004 werd ze succesvol behandeld voor kanker. Hoewel ze genezen is verklaard, heeft ze soms nog last van vreemde kwaaltjes.

Een half jaar later is Piai nog steeds voorzichtig, zij het iets minder dan in september. Omdat alle collega’s van haar onderzoeksgroep gevaccineerd en geboosterd zijn, durft ze het wel aan om vergaderingen te houden met haar labgroep. Maar studenten zijn alleen welkom voor een gesprek in Piai’s kamer als ze volledig gevaccineerd zijn. ‘Als dat niet het geval is, dan heb ik liever een online gesprek’, zegt ze.

Egoïstisch

Ook geeft Piai opnieuw fysieke colleges, met mondkapje op. ‘Dat doe ik voor de extra bescherming, maar ook als signaal naar anderen’, zegt ze. ‘Mensen zijn nu eenmaal egoïstisch. Ze denken in de eerste plaats aan hun eigen ongemakken, maar vergeten dat we dit ook allemaal voor anderen doen.’

Sinds afgelopen vrijdag mogen collegezalen opnieuw vol zitten en vanaf komende vrijdag is ook het dragen van een mondkapje op de campus niet langer verplicht. Piai vermoedt dat het dan ook een kwestie van tijd is voor ze besmet zal raken met het coronavirus. ‘Dan liever nu, als de booster nog een sterk effect heeft ‘, zegt ze. ‘Maar nogmaals, ik vind dat wij verantwoordelijk zijn voor de bescherming van kwetsbare studenten en docenten.’

Grote stap

Niet alleen Piai kijkt met een dubbel gevoel naar de recente versoepelingen. Volgens masterstudent rechten Marian Plohr (26) zet de overheid met deze versoepelingen wel een erg grote stap. ‘Ik snap wel dat opnieuw meer studenten welkom zijn in colleges’, zegt hij. ‘Maar om van 75 studenten naar collegezalen met wel 250 studenten te gaan, vind ik wel veel.’

De rechtenstudent, die zelf niets onder de leden heeft en ook niet aan mantelzorg doet, herinnert zich nog de versoepelingen aan het begin van dit collegejaar. ‘Toen kregen we enkele maanden later een grote lockdown’, zegt hij. ‘Ik hoop dat dat niet opnieuw gebeurt. Het lijkt me slimmer om de maatregelen geleidelijk te versoepelen, maar het is nu eenmaal zo.’

Studieadviseur

Het is de plicht van een werkgever om te zorgen voor een veilige werkomgeving, reageert Marijtje Jongsma van onderwijsvakbond AOb op de zorgen van de docent en de student. ‘Werknemers daarentegen zijn verplicht om hun werk zo goed mogelijk te doen. Maar dat houdt niet in dat ze fysiek op de campus moeten zijn. Redelijkheid en maatwerk zijn belangrijk. Je moet voorkomen dat mensen zeggen: wij doen alles fysiek en je moet naar de campus komen.’

‘We moeten voorkomen dat mensen zeggen: wij doen alles fysiek en je moet naar de campus komen’

De Radboud Universiteit is zich daarvan bewust, zegt universiteitswoordvoerder Martijn Gerritsen. ‘Natuurlijk verheugen we ons op ruimere mogelijkheden door de versoepelingen, maar we moeten er ook rekening mee houden dat er studenten en medewerkers zijn die nu juist extra zorgen hebben’, zegt hij.

Echte regelgeving voor studenten en docenten in deze situatie is er niet. Gerritsen wijst erop dat studenten die ongerust zijn over hun studievooruitgang, contact kunnen opnemen met hun studieadviseur. Medewerkers met soortgelijke problemen kunnen dit bespreken met hun leidinggevende.