Voor Mike Jetten is het een jaar van uitersten

04 jun 2020

Het leven van Mike Jetten stónd al op z’n kop: zijn vrouw Mieke kreeg vorig jaar een hersenbloeding en kort daarna ontving hij een felbegeerde onderzoeksbeurs van 7,7 miljoen euro. Corona maakt het leven van de hoogleraar Microbiologie nog gekker (en zwaarder). Vanwege besmettingsgevaar mocht hij zijn echtgenote niet meer opzoeken in het verpleeghuis. 'Ze begrijpt er niks van.'

Mike Jetten (58) had al gewaarschuwd: straks zou het verpleeghuis bellen en dan moest hij even opnemen. Zijn vrolijke ringtoon klinkt als we net twintig minuten langs de Waal struinen. Door het water glijdt een vrachtschip met de naam Isis. De vrouw van Jetten heet Mieke. Discreet loopt de hoogleraar Microbiologie een eindje weg, buigt het hoofd en praat op zachte toon tegen zijn telefoon. In de uiterwaarden klinkt het gekwetter van vogels.

‘Jongejongejonge’, zegt hij als hij even later (op anderhalve meter afstand) hoofdschuddend naast me komt lopen. ‘Dachten we dat corona was uitgeraasd op de afdeling, zijn er weer drie nieuwe besmettingen bij gekomen.’ Van de achttien patiënten in de verpleeghuisvleugel hebben er nu elf corona (gehad), vertelde een verpleegkundige hem zojuist. Zes zijn overleden. Zijn vrouw is nog ‘schoon’, maar de vraag is of dat zo blijft. Jetten heeft goede hoop, omdat Mieke in een rolstoel zit en niet zelf naar andere bewoners kan lopen. Ze pakt niets of niemand vast. Daarbij wordt ze momenteel geïsoleerd verzorgd op haar kamer.

Wanneer heeft u haar voor het laatst gezien?

‘Dinsdag (het is vandaag donderdag 16 april, red.). Tot 17 maart kwam ik elke dag en hielp ik haar bij het middageten. Daarna werd geen visite meer toegestaan. Maar twee keer per week kom ik de was halen. Toevallig zat ze laatst buiten en kon ik op afstand met haar praten. Beeldbellen is te ingewikkeld, Mieke weet dan niet wat er van haar wordt verwacht. Ik vroeg de verpleging of we het opnieuw zo konden doen als ik weer kwam voor de was, en dat mocht. Ze hadden op drie meter afstand zelfs een tuinstoel voor mij uitgeklapt. Ik zet mijn luide collegestem op en zo kunnen we toch met elkaar praten.’

Wat begrijpt Mieke van de situatie?

‘Niks. Ik leg uit waarom we dit doen, dat ik haar het liefst een dikke knuffel zou geven, maar dat dat even niet mag. Ze accepteert het.’

‘Als microbioloog weet ik hoe je netjes en steriel moet werken’

De afspraak voor een interview met Mike Jetten stond al sinds februari in de agenda. Graag wilde ik met hem in gesprek over zijn jaar van uitersten: hoe hij een Europese megabeurs van 7,7 miljoen euro binnenhaalde, terwijl hij net een paar maanden eerder zijn vrouw naar een verpleeghuis had gebracht. Mieke kreeg op 4 maart 2019 een hersenbloeding en is sindsdien haar levensverhaal kwijt. Ze moet 24/7 verzorgd worden. Dat iets als een coronacrisis de uitersten van Mike Jetten nog zou kunnen overtreffen, hadden we in februari niet kunnen bedenken.

Eerst dus maar over corona, het virus dat juist in verpleeghuizen een ware sluipmoordenaar blijkt. Ligt Jetten er wakker van?

Soms wel en soms niet, is zijn eerlijke antwoord. Mieke is met haar 56 jaar een jonkie vergeleken bij de andere bewoners, die meest tachtig-plus zijn. Stel dat ze het krijgt, dan hoeft het niet meteen fataal te zijn. Aan de andere kant: haar gezondheid is uiterst broos, juist daarom woont ze in een verpleeghuis.

Mike Jetten. Foto: Erik van ’t Hullenaar

Heeft u overwogen haar daar weg te halen?

‘Jawel, maar die afweging heb ik het afgelopen jaar al heel vaak gemaakt. Het liefst zou ik haar zelf verzorgen, maar dat is niet het beste voor háár. Ik moet ook werken, voor mijn drie kinderen zorgen (twee zijn er al uit huis, red.) en zelf gezond blijven. In het verpleeghuis heeft ze toegang tot allerlei therapieën en dagactiviteiten. We zien nu hoe belangrijk die zijn, want ze zijn al weken gestopt en ze krijgt weer pijn aan haar been. Mieke zit veel buiten en luistert naar muziek. In het verpleeghuis is ze tevreden. Ik zie mijzelf als een soort toezichthouder: ik probeer de beste zorg voor haar te regelen en spring bij met wandelen en eten geven.’

Stel dat Mieke wel besmet wordt met het virus, verwijt u het verpleeghuis dan iets? In de media lezen we dat veel huizen ruimschoots te laat waren met hun maatregelen.

Mike Jetten denkt even na. Laat zijn wandelschoenen in een regelmatig ritme neerkomen tussen de bloeiende paardenbloemen in het gras. ‘Achteraf is het mooi wonen’, zegt hij dan. ‘Toen die eerste besmetting bij een patiënt in Loon op Zand geconstateerd werd, hadden we direct de verpleeg- en verzorghuizen onder een strikter regime moeten stellen. Als iedereen zijn handen wast en er komt slechts één bezoeker per dag, is de kans op besmetting toch echt een stuk kleiner. Overigens nam ons verpleeghuis al vroeg maatregelen: er hing een fles ontsmettingsmiddel in de hal. Ik heb regelmatig woorden gehad met bezoekers. Dan ontsmette ik netjes mijn handen, terwijl anderen gewoon doorliepen. Beste mevrouw en meneer, zei ik dan, u doet het niet voor uzelf maar voor de bewoners. Werd ik vaak heel boos aangekeken.

‘Ik was altijd al voorzichtig als ik bij Mieke op bezoek ging. Dat is deels beroepsdeformatie. Ik heb weinig expertise over virussen, maar weet als microbioloog wel hoe je netjes en steriel moet werken. In het Huygensgebouw raak ik ook geen trapleuning aan. Aan beschermende kleding was zo te zien geen gebrek op Miekes afdeling. Ik ben niet op zoek naar een schuldige, wat helpt vingerwijzen?’

Vertraging

De impact van de coronacrisis op het leven van Mike Jetten is enorm. Niet alleen zijn de dagelijkse bezoekjes aan zijn vrouw geschrapt, hij zit nu fulltime thuis, samen met zijn nog thuiswonende zoon. Op het werk heeft hij weinig te zoeken, alle experimenten zijn gestopt.

In oktober 2019 sleepte hij samen met zijn Utrechtse collega Caroline Slomp een felbegeerde ERC Synergy Grant binnen: 7,7 miljoen euro voor onderzoek naar het afbreken van methaan en ammonium door micro-organismen in de zeebodem. Volgens planning zou het team nu beginnen met de werving van veertien promovendi en postdocs. Dat loopt vertraging op. Want, zegt Jetten, je kunt best via Skype verkennende gesprekken voeren, maar je wilt de mensen toch in het echt ontmoeten voor je ze inhuurt. Het onderzoek ligt eveneens stil. Oorzaak: de schepen kunnen niet uitvaren.

‘We nemen onder meer monsters in het Grevelingenmeer. Dan huren we een boot met zo’n twaalf mensen aan boord om te varen en de meetapparatuur te bedienen. Die kunnen geen anderhalve meter afstand bewaren.’

Maar aangezien het onderzoeksproject zes jaar loopt, maakt Jetten zich nu nog weinig zorgen om de vertraging. Vervelender was zijn vijftigste promotie in maart, die minder feestelijk werd dan hij had gehoopt. Vanwege corona kon de jubileumpromotie van Martine Kox niet in de Aula plaatsvinden. Jetten nam thuis in toga plaats achter zijn laptop en stapte daarna op zijn fiets om haar de bul alsnog persoonlijk – met handschoentjes aan – te overhandigen.

‘Ach, voor haar was het natuurlijk een nog grotere teleurstelling. Het was dan mijn vijftigste promotie, het was haar eerste en enige. Gelukkig deed ze het hartstikke goed.’

Mike Jetten. Foto: Erik van ’t Hullenaar

Mist u Mieke als klankbord? U kunt dit soort dingen niet meer met haar delen. Of gewoon ’s avonds vertellen hoe uw dag was.

‘Zij had daar altijd meer behoefte aan dan ik. Haar dag herkauwen, noemde ik dat. Maar nu kan ook ik niets meer van me af praten. Als er oprispingen waren op het werk, vond ik het altijd prettig thuis te vragen: zie ik het nu verkeerd? Het meest uitdagend aan deze hele situatie vind ik het één-ouderzijn. Je kiest ervoor samen een gezin te beginnen, en niet in je eentje. Als je een partner hebt, kun je een stukje gaan wandelen als je het even helemaal hebt gehad. Dat lucht dan op.’

Zou u in vroeger tijden een fles champagne met uw echtgenote open hebben getrokken om die ERC-beurs te vieren?

‘Nee, dat hadden we niet per se thuis gevierd. Ik denk dat we met mijn mede-aanvrager Caroline en haar man ergens lekker waren gaan eten. De prijs is langs Mieke heengegaan. Gelukkig had ik mijn partner in crime Caroline, die ik kon opbellen toen ik hoorde dat we de beurs gekregen hadden.’

Levend verlies

We zijn neergestreken op een van de zonovergoten Waalstrandjes voor een korte pauze met water en koekjes. Op de punt van de krib staat een aalscholver zijn vleugels te drogen. De vader van Jetten was een vogelaar. Kon aan de geluiden alle vogels herkennen. Als kind ging de kleine Mike vaak mee wandelen. Voor de natuur is het een zegen dat de mens zijn activiteiten noodgedwongen even heeft gestaakt, vindt de microbioloog.

‘De fabrieken liggen stil, we rijden minder auto en komen weinig buiten. Daardoor verbetert de kwaliteit van de lucht en het water.’ Hij hoopt dat het een stimulans is om de samenleving sneller te verduurzamen – iets waar Jetten in zijn wetenschappelijk werk ook mee bezig is. ‘De ingezette afbouw van intensieve veehouderij is goed voor onze stikstofproblematiek en draagt er hopelijk aan bij dat er niet snel weer een virus overspringt. Deze crisis benadrukt dat de mens een heel nietig en tijdelijk wezen op onze microbiële planeet is.’

Ook met Mieke ging de hoogleraar graag wandelen. De vraag is wat zij daar nog van weet. Welke herinneringen heeft ze aan haar leven van vóór 4 maart 2019? Zowel haar korte- als langetermijngeheugen is aangetast, vertelt Jetten. Al denkt hij niet dat haar langetermijngeheugen helemaal weg is. ‘Ik heb meer het idee dat we er niet bij kunnen.’

‘Zoals wij mijn vrouw kenden, had ze zo niet willen leven’

Soms is ze opeens helder of geeft ze toch blijk van kennis uit het verleden. Zo moest Jetten haar laatst de groeten doen van een van zijn collega’s. Hij vroeg of ze die nog kende. Zei ze: ‘Jullie doen iets met bacteriën en begeleiden kleine kinderen.’ Jetten schiet in de lach. ‘De spijker op z’n kop, Mieke!’

Meestal herkent ze haar echtgenoot, maar ze weet niet altijd meteen zijn naam. Daar helpt hij haar dan bij. ‘Mieke Burggraaff heeft drie kinderen en is getrouwd met…?’ Telkens opnieuw vertelt hij zijn vrouw hun levensverhaal. Dat ze elkaar ontmoetten op de universiteit in Wageningen, samen een paar jaar in Boston en Delft woonden, ouders werden van twee jongens en een meisje, ruim 37 jaar een liefdevolle en harmonieuze relatie hadden.

Is Mieke nog uw vrouw?

‘Daar heb ik met familie en vrienden wel over gefilosofeerd. Haar lichaam ziet er nog hetzelfde uit. Ze kan ook nog steeds heel uitbundig lachen en ad rem reageren. Dat heeft ermee te maken dat ze de bloeding kreeg in de linkerhersenhelft, waar onze negatieve gevoelens en dempingen zitten. Ze is daardoor ongeremd, lacht ook om dingen waar je niet om hoort te lachen – dat neem ik haar niet kwalijk. Maar de intelligente vrouw, het maatje met wie je kunt sparren en reflecteren, nee, dat is Mieke niet meer.’

Zou zij dit leven gewild hebben?

‘Ik denk te weten van niet. Door omstandigheden hebben Mieke en ik hier een halfjaar voor haar hersenbloeding veel over gesproken. Ze zei toen heel duidelijk dat zij, mocht haar iets ernstigs overkomen, niet hulpeloos in een verpleeghuis wilde eindigen. Heel goed, zei ik, ik ook niet. Maar zo simpel is dat nog niet. We zitten nu in deze situatie, Mieke is van het ene op het andere moment wilsonbekwaam geworden.’

Heeft ze een goede kwaliteit van leven?

Jetten zwijgt weer even. Denkt na. ‘Moeilijke vraag. Zoals wij haar kenden, zou ze zo niet hebben willen leven. Zich totaal onbewust van de situatie, afhankelijk van verzorgers. Maar ze is nu niet ongelukkig, ze vindt dat ze goed verzorgd wordt. Ze líjdt niet. Ik denk dat ik meer lijd dan zij. Ik ervaar nu een levend verlies en blijvend verdriet, een semipermanente rouwsituatie met een onzeker einde.’

Is er een beslismoment geweest? Had u nee kunnen zeggen tegen behandelingen?

‘Als ik 112 niet had gebeld, was ze overleden. Maar natúúrlijk bel je de ambulance, je weet niet of het iets ernstigs is. Mieke kreeg thuis hoofdpijn en was misselijk. Op een gegeven moment was ze niet meer aanspreekbaar. De ambulance was er voor mijn gevoel binnen een minuut. Ze zeiden meteen dat ze aan iets neurologisch dachten. Ik moest eerst mijn zoon onderbrengen bij een buurvrouw, toen ben ik op de fiets achter de ambulance aan gereden. Mieke werd direct geopereerd, ze kreeg drains om het vocht in haar hersenen af te voeren.

‘Die eerste week werden we door de dienstdoende intensivist voorbereid op afscheid nemen, het zag er volgens hem heel ernstig uit. Later kwam er een andere arts en Mieke bewoog haar pink. Die dokter wilde haar een kans geven. Ik geloof dat ik nog wel heb gevraagd waaróp we haar een kans gingen geven. Een klein aantal patiënten in deze toestand kan redelijk herstellen, was het antwoord. De behandeling werd ingezet. Wat had ik dan moeten doen, op de rem gaan staan? Je wilt toch het beste voor je liefste en hoopt tegen beter weten in.’

Foto: Erik van ’t Hullenaar

Na tien weken ging Mieke van het Radboudumc naar een verpleeghuis in Nijmegen. Op de revalidatieafdeling leerde ze opnieuw praten, bewegen, een lepel vasthouden. Na een paar maanden stopte de vooruitgang. Dat was pijnlijk, vertelt Jetten. Emotioneel ook. Het voelde als opgeven. ‘Ze ging naar de somatische verpleegafdeling. Dan weet je bijna zeker dat ze daar alleen in een kistje weer uit komt.’

Jetten houdt zijn pas even in om een foto te maken van een kudde konikspaarden op het strand. Veel veulens, merkt hij op. Het leven gaat door.

De vraag dringt zich op hoe erg het zou zijn als Mieke zou overlijden aan corona. Hier antwoordt de hoogleraar niet meteen op. Hij kucht, laat zijn ogen over de uiterwaarden gaan. ‘Als ik de statistieken moet geloven, leven mensen in Miekes toestand nog een jaar of acht, negen. De meest waarschijnlijke doodsoorzaak is een infectie. Het afgelopen jaar heb ik er al rekening mee gehouden dat het zomaar kan gebeuren, bijvoorbeeld doordat ze zich verslikt en een longontsteking oploopt. Is dat erg? Ik weet het niet. Ze kan ook de uitzondering zijn die de negentig haalt.’

Solidariteitsafspraak

De eerste weken dat Mieke in het ziekenhuis lag, meldde Mike Jetten zich ziek. Daarna probeerde hij op het werk weer dingen op te pakken, maar hij merkte al snel dat hij de concentratie miste. Zijn ziekteverzuim werd vastgesteld op vijftig procent. Daarbij was – en is – hij zo’n twintig uur per week kwijt aan zijn rol als mantelzorger en ‘ toezichthouder’ op de Mieke-zorg. Het deed hem inzien dat er geen goede regelingen zijn op de universiteit.

‘Als een collega zwanger wordt, krijg je een vergoeding zodat je iemand anders kunt inhuren of een contract kunt verlengen, mits de flexwet dat toestaat. Maar als iemand langdurig ziek is, ontvangt de afdeling geen geld voor vervanging, het salaris moet immers twee jaar doorbetaald worden.’ Nog een geluk, zegt hij, dat hij geen onderwijsverplichtingen had de afgelopen maanden. De urgente taken kon hij nog wel overdragen aan collega’s – ‘die overigens ook al op hun tenen lopen’ – maar een college kun je niet zomaar door iemand laten overnemen.

‘Ik had mij onze golden years wel anders voorgesteld’

Binnen zijn eigen onderzoeksinstituut hebben de hoogleraren een solidariteitsafspraak gemaakt die dient als een soort collectieve verzekering. Valt er iemand uit, dan is er geld voor een oplossing. Jetten heeft het college van bestuur al laten weten dat hij pleit voor een universiteitsbreed systeem. ‘Laat de Radboud Universiteit de meest zorgzame universiteit van Nederland worden en maak een collectieve ziektepot.’

Het is vanzelfsprekend dat de toestand met Mieke zijn wetenschappelijke succes van de afgelopen jaren in perspectief plaatst, zegt Jetten. Met een bescheiden lachje informeert hij of de journalist nu gaat vragen of hij die ERC Synergy Grant zou hebben ingeruild voor de gezondheid van zijn vrouw. Het antwoord laat zich raden. Maar als hij had geweten wat hem te wachten stond, had hij al eerder meer tijd voor haar vrijgemaakt.

Pas zes jaar geleden gingen ze voor het eerst sinds de kinderen er waren, samen een lang weekend weg. Jetten moest voor het werk naar Finland en zei: ga mee. Ze fietsten langs de Finse kust, gingen uit eten, hadden het goed. Het voornemen was om vaker dat soort dingen te doen. ‘Ik had mij onze golden years wel anders voorgesteld.’

Onlangs heeft Jetten bij zijn decaan aangekaart dat hij graag met vervroegd deeltijdpensioen gaat. Zo kan hij een betere balans zoeken tussen werk, Mieke en zichzelf. Het Synergy-project maakt hij af, en ook twee onderzoeksprojecten waarvoor hij een Zwaartekrachtsubsidie kreeg (zie kader), blijft hij aanvoeren. ‘Maar voor mijn functie als afdelingshoofd mogen ze graag iemand anders zoeken.’

Een aanvraag voor een nieuwe prestigieuze beurs zal hij niet meer doen. En terwijl hij tussen een aantal paardenkeutels door laveert, maakt hij een grapje over jaloerse vakgenoten die nu niet meer hoeven te mopperen dat ‘meneer Jetten’ wel genoeg prijzen heeft binnen geharkt (Jetten staat bekend als een van de ‘Dagobert Ducks’ van de Radboud Universiteit). De microbioloog ziet het als zijn missie de komende jaren een nieuwe generatie wetenschappers naar de top te begeleiden.

‘En als het dan een zonnige dag is, zoals nu, en de corona is voorbij, kan ik gewoon tegen mijn collega’s zeggen: beste mensen, ik heb het gehad voor vandaag. Het is twaalf uur, ik ga mijn vrouw ophalen en dan drinken we samen een kopje thee in de tuin.’

Dit interview werd gehouden op 13 april en verscheen eerder in de coronaspecial. Inmiddels mag Mike Jetten weer voorzichtig bij zijn vrouw Mieke op bezoek in het verpleeghuis. Ook zijn de laboratoria op de universiteit deels weer open.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!