De coronamaatregelen blijven nog wel even, zei Mark Rutte deze week. Dat was voor veel studenten een hard gelag. Maar niet voor iedereen. Sommigen hebben weinig moeite met de lockdown, of hebben er zelfs baat bij. 'Ik vind het voorlopig wel prima zo.'

Dichte kroegen, online colleges en nauwelijks sociale activiteiten: de coronamaatregelen zetten het studentenleven al een jaar lang volledig op z’n kop. Alhoewel, niet voor iedereen. Sommige studenten weten wel degelijk voordelen te halen uit de lockdown.

Maagafwijking

In april 2019 werd Hannah van Alem (21, Communicatiewetenschap) tijdens een studiereis plotseling erg ziek. ‘Het was als buikgriep, ik voelde me heel slecht’, blikt ze terug. Eenmaal terug in Nederland hielden de pijn en misselijkheid aan. Het bleek gastroparese te zijn: een maagafwijking waarbij voedsel trager wordt verteerd. De aandoening gooide haar hele leven om.

In het begin van haar ziekte voelde Van Alem zich zo vaak slecht dat ze nauwelijks buiten de deur kwam. ‘Daarvóór genoot ik enorm van het studentenleven. Met mijn vrienden ging ik vaak stappen en naar festivals’, zegt ze. ‘Dat viel allemaal weg.’ Terwijl zij thuis zat, zag ze haar vrienden plezier hebben. De fear of missing out, het nijpende gevoel van er niet bij te zijn, sloeg toe.

Toen de eerste coronamaatregelen ruim een jaar geleden werden aangekondigd, zat Van Alem al een tijdje thuis. Er veranderde dus relatief weinig in het leven van de 21-jarige. Maar het grootste verschil: mensen in haar omgeving konden nu eveneens niet de deur uit. ‘Iedereen zat in hetzelfde schuitje, het gevoel dat ik leuke dingen misliep, was weg.’

‘Ik ben altijd op de juiste plek, namelijk thuis’

Een ander voordeel van de lockdown is dat ze nu alles vanuit het comfort van haar eigen huis doet. Als Van Alem al buiten de deur komt, gaat ze niet ver weg. Ze kan namelijk elk moment last krijgen van haar maagafwijking en erg ziek worden. Ze vindt het jammer dat de paar uitstapjes die ze kon ondernemen door de maatregelen niet doorgaan. ‘Maar ik ben altijd op de juiste plek, namelijk thuis.’

Toch kijkt ook Van Alem uit naar een versoepeling van de maatregelen. ‘Mijn kamer is vijftien vierkante meter, ondertussen ken ik elke centimeter wel uit mijn hoofd. En met de juiste medicatie kan ik langzamerhand mijn oude leven weer een beetje oppakken. Ik mis de spontaniteit.’

Thuis in Ede

Hetzelfde geldt voor Femke Oosterveld (20): hoewel ze de maatregelen niet zo erg vindt, kijkt ze uit naar de versoepelingen. De student Communicatiewetenschap had plannen om op kamers te gaan, totdat corona opdook. Ze besloot bij haar ouders in Ede te blijven wonen, dat was het makkelijkste. ‘Een kamer huren in Nijmegen vind ik een beetje zonde van het geld’, legt ze uit. ‘Er is nu weinig te doen in de stad.’

Oosterveld heeft minder last van de coronamaatregelen dan de meeste studenten. Haar baan bij de Albert Heijn in Ede heeft ze gehouden – de supermarkten zijn immers nooit dicht geweest. Ook wonen veel van haar oude vriendinnen nog in de buurt.

‘Voor mij is het leven niet heel anders dan normaal, ik zie nog gewoon mensen. En ondanks dat ik niet meer op de campus kom, spreek ik ook met mijn vriendinnen van de studie af en toe af.’

Kroegen gesloten

Een andere student die voordelen weet te halen uit de lockdown, is Joni Visser (25). De masterstudent Staats- en Bestuursrecht verloor zijn baantje in Het Gerecht, de horecagelegenheid in de Rechtenfaculteit. Maar in september werd hij aangenomen bij het CPO, het Centrum voor Postacademisch Juridisch Onderwijs. ‘Ik heb op dit moment niks te klagen’, zegt hij nuchter.

Behalve met zijn bijbaantje en een bestuursjaar bij Huurteams Nijmegen, een organisatie die zich inzet voor huurdersbelangen, is Visser druk bezig met zijn scriptie. ‘Het helpt enorm dat de cafés en kroegen gesloten zijn’, zegt hij. ‘Ergens een biertje drinken sloeg ik zelden af. Nu focus ik veel beter op mijn studie.’

Nieuwe hobby

Visser is een paar maanden geleden naar een studentenhuis in Malden verhuisd. Het fietsen van en naar de stad doet hem goed, zegt hij. ‘Zo blijf ik nog een beetje in beweging.’ Het valt hem op dat zijn studentenhuis vrij rustig is. ‘Malden is natuurlijk stiller dan Nijmegen, maar het helpt ook mee dat we vanwege corona weinig mensen over de vloer hebben. Die rust bevalt me wel.’

Visser heeft ook een nieuwe hobby gevonden. Sinds een paar maanden schrijft hij elke avond in zijn dagboek. ‘Ik had het al eens eerder geprobeerd, maar dan hield ik het maar een paar dagen vol. Nu gaat het beter.’ Of hij uitkijkt naar een versoepeling van de maatregelen? ‘Ach, ik vind het voorlopig wel prima zo.’