Voormalig campusdichter ontwerpt eigen pretpark
In Parkplan, de eerste dichtbundel van Wout Waanders, kunnen lezers hun eigen route lopen door een pretpark dat de stadsdichter zelf heeft ontworpen. ‘In pretparkattracties word je even onderdeel van een andere wereld. In gedichten ook.’
Parkplan, het debuut van stadsdichter Wout Waanders (1989), ziet eruit als een brochure van een pretpark – en dat was ook geheel de bedoeling. Aan de voor- en achterkant van de bundel zit een uitvouwbare plattegrond. Bij iedere attractie in het pretpark hoort een gedicht.
Voormalig campusdichter en gastdocent bij de minor Literature in SocietyWout Waanders schreef niet alleen de gedichten, maar tekende de attracties ook zelf. ‘Tijdens de eerste coronagolf’, zegt hij aan de telefoon. ‘De bundel heeft me zo’n jaar gekost, maar ik heb vooral in de lockdown veel kunnen werken.’
Waanders, die beïnvloed werd door dichters als Herman de Coninck en Joke van Leeuwen, hoopt dat de lezers van Parkplan hun eigen route lopen door de gedichten. ‘In een pretpark hebben attracties ook geen vaste volgorde: je loopt gewoon het rondje waar je zin in hebt.’
Vanwaar komt je fascinatie voor pretparken?
‘Ik kom uit Brabant, waar iedereen nostalgische gevoelens heeft bij pretparken zoals De Efteling of Het Land van Ooit. In de herfstvakantie logeerden we vaak in een huisje in het Belgische Lichtaart, vlakbij Bobbejaanland. Dat we zo dicht bij een pretpark logeerden en het geluid van achtbanen hoorden, had een magische uitwerking op mij. Niet veel later begon ik folders van pretparken te verzamelen.’
‘Het was nooit mijn bedoeling om zoveel mogelijk pretparken te bezoeken, maar wel om te ontsnappen naar een totaal andere wereld. Naar de Efteling gaan voelt een beetje alsof je in een droom bent. Daarom begon ik mijn eigen fantasiepretparken te ontwerpen. Ik begon op 1 A4’tje, daar plakte ik eentje aan vast. Zo dijde dat uit.’
Wat is de link tussen de pretparkattracties en de gedichten in de bundel?
‘Soms is de link heel duidelijk: dan gaat het gedicht over limonade of hamburgers en dan ben je in het pretpark bij een limonade- of hamburgertent. Het elitaire karakter van literatuur stoort me. Tijdens mijn studie Nederlands frustreerde het me dat je veel literatuur alleen kunt begrijpen als je al een hoop andere boeken hebt gelezen. Dat sluit veel mensen buiten. Daarom koppel ik mijn gedichten graag aan iets waar iedereen wel toegang tot heeft. Pretparken lenen zich daar heel goed voor.’
Kan je daar een voorbeeld van geven?
‘Als mensen zeggen dat ze niets begrijpen van poëzie, dan refereer ik graag aan de Fata Morgana, een attractie in de Efteling. In een bootje vaar je achtereenvolgens langs oosterse taferelen zoals een paleis, een gevangenis en een haven. Dat zijn geen logische scènes die elkaar opvolgen. Mensen die uit die attractie stappen, zeggen niet dat ze iets niet begrijpen. Het gaat er in zo’n attractie niet om dat je een verhaal vertelt, maar dat je even onderdeel bent van een andere wereld.’
‘In een gedicht word je even onderdeel van een andere wereld’
‘Dat is precies wat een gedicht doet. Mensen moeten loslaten dat ze gedichten moeten begrijpen: je moet je overgeven aan het gevoel van een gedicht. In een gedicht word je even onderdeel van een andere wereld. Wie vaker in een pretparkattractie stapt, ontdekt steeds weer nieuwe dingen. Ook dat is niet anders als je een gedicht herleest.’
Wat zijn de belangrijkste thema’s in deze bundel?
‘In- en uitsluipen is een belangrijk thema in mijn werk, met taal als middel. Als je in een kroeg bij een groep mensen gaat staan die vertellen over wat vorige week met Joost is gebeurd in de Sarphatistraat, dan voel je je buitengesloten van een wereld omdat je Joost niet kent en niet weet waar de Sarphatistraat ligt. Door die woorden te gebruiken creëren die mensen in de kroeg een andere wereld. Ik vind het interessant dat taal gebruikt kan worden om mensen er bij te laten horen, of niet.’
Parkplan van Wout Waanders verscheen bij Uitgeverij De Harmonie, telt 72 pagina’s en kost 19,90 euro.