Voorziet de campus in 2051 in zijn energie?

24 dec 2014

Voorziet de campus in 2051 in zijn eigen energie? Waarschijnlijk niet. ‘Ook niet als we alle daken met zonnepanelen bedekken,’ zegt Toon Buiting, coördinator energiebeleid bij het Universitair Vastgoedbedrijf (UVB).

Zonnepanelen op het Grotius. Foto: Gerard Verschooten
Zonnepanelen op het Grotius. Foto: Gerard Verschooten

De Radboud Universiteit maakt al tien jaar gebruik van Warmte-Koude Opslag (WKO) om brandstof te besparen. Daarbij wordt grondwater rondgepompt. In de zomer is dat koud water uit de winter om een gebouw te koelen, waardoor het water weer opwarmt. Dat warme water wordt vervolgens opgeslagen en in de winter weer gebruikt om een gebouw te verwarmen.

Er is wel nog energie nodig om het water rond te pompen en om het warme water nog warmer te maken. Het warme zomerwater is namelijk maar 12 graden Celsius, terwijl minstens 45 graden nodig is om een gebouw goed te verwarmen. Alleen nieuwe gebouwen zijn aangesloten op het systeem, zoals het Huygensgebouw en het Grotiusgebouw. Oudere bouwwerken zoals het Erasmusgebouw en de Universiteitsbibliotheek zouden eerst verbouwd moeten worden voor ze aangesloten kunnen worden.

Winnen
Helpt het om de hele campus vol te leggen met zonnepanelen? Coördinator energiebeleid Toon Buiting zegt dat daar al een begin mee is gemaakt bij het Grotiusgebouw. Toch moeten we ons niet fixeren op zonne-energie, zegt de coördinator. ‘De huidige panelen zijn niet efficiënt genoeg om de hele campus van stroom te voorzien.’ Sterker nog, de zonnepanelen plus de Warmte-Koude Opslag voorzien samen in slechts 3 procent van de totale energiebehoefte van de universiteit. ‘Er valt nog wel wat te winnen door de energieopwekking op de campus te optimaliseren, maar zolang er geen baanbrekende nieuwe technologieën worden ontwikkeld, kunnen we hier niet volop inzetten.’

De universiteit spant zich in om elk jaar een energiebesparing van 2 procent door te voeren (zie grafiek). Maar dat is zo makkelijk nog niet. ‘Je kunt natuurlijk wel overal de meest energiezuinige apparatuur wegzetten, maar de campus blijft ook steeds langer open waardoor alles langer aan staat.’ Je zou kunnen zeggen dat de Radboud Universiteit slachtoffer is van haar eigen succes: doordat het zo goed gaat met de universiteit en er steeds meer onderzoekers en instituten aangetrokken worden, is er ook steeds meer apparatuur nodig die stroom kost.

Windmolenpark
De universiteit onderzoekt mogelijkheden om deel te nemen aan duurzaamheidsprojecten in de regio. Bijvoorbeeld aan het windmolenpark dat gebouwd wordt op het nieuwe bedrijventerrein De Grift bij de A15. De stroomproductie van twee turbines zou voldoende zijn voor het verbruik van de apparatuur die altijd nodig is, dus ook ’s nachts,  op de universiteit én het Radboudumc. ‘Bewustwording is heel belangrijk, dat is ook waarom we niet alleen groene stroom inkopen.’
Buiting denkt dat zodra de RU alleen maar groene energie afneemt, mensen op de campus denken dat de klus is geklaard. ‘Op die manier houd je jezelf eigenlijk voor de gek. Volgens de trias energetica die we hanteren moet je eerst besparen, daarna zoveel mogelijk energie duurzaam en lokaal opwekken en als laatste pas kijken hoe de fossiele brandstoffen zo goed mogelijk ingezet kunnen worden.’

Iedereen moet door de ‘energiebril’ gaan kijken, vindt Buiting. Ook de eindgebruikers kunnen bijdragen door bijvoorbeeld computers uit te zetten wanneer ze niet gebruikt worden. Buiting: ‘Energie is niet alleen een zaak van beleidsmakers.’ / Timo Nijsseninfographic duurzaam

In deze grafiek laat Buiting zien welke mogelijke ontwikkelingen er zijn voor 2051. Hieruit blijkt dat de universiteit vooral invloed kan uitoefenen op het verbruik en niet op het duurzame opwekken. De blauwe lijn staat voor de energievraag als die elk jaar 2 procent lager wordt dan het jaar ervoor. Onderin de grafiek wordt de lokale energieproductie getoond, waarbij de gele lijn alleen Warmte-Koude Opslag weergeeft, terwijl de rode lijn ook zonne-energie en een optimalisering toont.
Bij een jaarlijkse toename van het aandeel duurzame energie van 1,5 procent (groene lijn), komen de energievraag en het duurzame aanbod een stuk dichterbij elkaar. Het is niet te voorspellen hoe deze lijnen zich zullen ontwikkelen. Volgens Buiting is het ook buitengewoon lastig om een doel voor 2051 vast te stellen. ‘Je hebt te maken met een aantal variabele factoren: de mentaliteit van de mensen verandert en de technische mogelijkheden worden continu groter.’ Hoewel hij merkt dat steeds meer mensen aan duurzaamheid beginnen te denken, ‘is er nog een lange weg te gaan’.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!