Vroeger was alles beter. Toch? (1): AKKU
Zet je twee voorzitters van studentenvakbond AKKU bij elkaar, dan gaat het gesprek onverbiddelijk over studentenactivisme anno nu – én over bier drinken op kantoor.
Joost Heilbron (JH): ‘Het kantoor is niets veranderd! Er loopt nog altijd hetzelfde volk rond, er zitten nog steeds activo’s te chillen en het is ook nog steeds een groter zootje dan je op een kantoor verwacht.’
Miranda van de Burgt (MvdB): ‘We hebben nog zó onze best gedaan om op te ruimen!’
JH: ‘Dat deden wij ook, maar toen was het een grotere zooi dan nu.’
MvdB: ‘Je moet op kantoor rustig kunnen werken. Maar wel met een tosti of noedels erbij, of een biertje. Een mix van gezelligheid en “effe knallen” als het moet.’
‘Jongens, zijn jullie nu nóg niet wakker geschud?’
JH: ‘Dat is het dilemma waarin je als studentenvakbond verkeert. Je wilt zowel je tijd nuttig besteden, als een gezellige plek creëren waar studenten een tosti verorberen. Hetzelfde geldt voor je bestuursfunctie: je moet zowel met bobo’s kunnen praten, als met activo’s kunnen doorzakken tot diep in de nacht.’
MvdB: ‘Alle leden moeten je gezicht kennen. Dat zij zich zó inzetten, terwijl iedereen druk is met studeren, daar ben ik heel dankbaar voor.’
JH: ‘Het wordt steeds wonderlijker dat er nog steeds activo’s zijn. Al sinds de jaren negentig wordt er bezuinigd op hoger onderwijs en studentenfaciliteiten. Iedere keer ontdek je weer: shit, we worden wéér genaaid.’
Wie is wie?
Miranda van de Burgt (28), student filosofie. Voorzitter van AKKU in 2018-2019.
Joost Heilbron (39), medewerker van VVM – netwerk van milieuprofessionals. Voorzitter van AKKU in 2002-2003.
MvdB: ‘Voor mij zou het ook slimmer zijn mijn studie af te ronden en een baan te regelen. Maar ik kan me er niet bij neerleggen dat een grote groep onder de maatregelen lijdt en het onderwijs minder toegankelijk wordt.’
JH: ‘Als je bang bent om te lenen, ga je misschien niet studeren. Met als gevolg dat je minder ver komt.’
MvdB: ‘En minder kans maakt op de arbeidsmarkt. We houden tegenwoordig ook acties in naam van docenten. Vroeger was het volgens mij vaak juist tégen docenten.’
JH: ‘Het hangt af waar de tegendruk vandaan komt. Komt die vanuit de overheid, dan trek je samen met de universiteiten op. Maar gaat het bijvoorbeeld om het bindend studieadvies, dan ben je ineens tégen het college van bestuur. Dat voelt meer als vechten tegen de volwassenen, haha.’
MvdB: ‘We hebben het vaak over de actiebereidheid van studenten. Was die in jouw tijd groter? Omdat ik bij AKKU betrokken ben, vind ik daar natuurlijk wat van. Dan denk ik: hup, jongens, zijn jullie nu nóg niet wakker geschud? Laat eens effe wat van je horen.’
JH: ‘Slik niet alles.’
MvdB: ‘Precies! Ik heb veel met studenten gesproken over de demonstratie van WOinActie, in december. Iedereen zei: “Goed dat jullie dit doen.” Maar zelf gingen ze niet mee, want ze hadden deadlines.’
JH: ‘Dat is van alle tijden. Je hebt altijd het idee dat studenten ongeïnteresseerd zijn. Dat is natuurlijk niet zo, ze hebben alleen andere prioriteiten die net zo goed verdedigbaar zijn.’
MvdB: ‘Ik merk wel dat de interesse groeit. Veel studenten die er in december niet bij waren, zeggen nu dat dat een verkeerde keuze was. En vragen hoe ze kunnen helpen bij de actieweek en de stakingsdag in maart.’
JH: ‘Kijk, dat is een hoopvol geluid!’