Vrouwelijke studenten scoren vaker ‘cum laude’
Vrouwelijke studenten behalen hun diploma aan de Radboud Universiteit vaker ‘cum laude’ dan mannen. Dat blijkt uit cijfers die de universiteit met Vox deelde. De uitkomst staat haaks op eerdere bevindingen bij promovendi, waar het juist de mannen zijn die vaker het judicium cum laude toebedeeld krijgen.
Vooral in de bachelor behalen vrouwen consistent meer cum laude-beoordelingen dan dat je op basis van de man/vrouw-verdeling zou verwachten. Zo was vorig collegejaar 66 procent van de cum laude afgestudeerden vrouw, tegenover 59,1 procent van het totaal aantal behaalde bachelors. Dit beeld was de afgelopen vijf jaar constant, met uitzondering van het collegejaar 2014-2015, waarin mannelijke bachelorstudenten relatief vaker cum laude afstudeerden.
In de masterfase is het beeld minder eenduidig. In collegejaar 2017-2018 scoorden vrouwen verhoudingsgewijs vaker een cum laude, terwijl dit enkele jaren terug nog de mannen waren.
Het judicium cum laude wordt toegekend aan studenten die hun diploma met een cijfergemiddelde van acht of hoger halen. Opleidingen kunnen daar nog aanvullende eisen aan toevoegen, zoals voor ieder vak minimaal een zeven halen of maximaal één herkansing gebruiken. Voor sommige (research) masterprogramma’s of promotieplekken is het behalen van een cum laude diploma een vereiste.
Onbewuste vooroordelen
De cijfers staan haaks op de situatie bij promovendi. In januari bleek uit een inventarisatie van NRC onder Nederlandse universiteiten dat mannen vaker cum laude promoveren dan vrouwen. Opvallend, aangezien vrouwelijke promovendi in de meerderheid zijn. Volgens sommigen komt dit door implicit bias – onbewuste vooroordelen ten opzichte van vrouwelijke promovendi.
De Radboud Universiteit liet in januari weten voortaan genderverschillen in cum laude-beoordelingen zichtbaar te maken. ‘Dat is een belangrijke stap om iets te kunnen doen aan het optreden van een mogelijke implicit bias’, zei woordvoerder Martijn Gerritsen toen. ‘Daarnaast is het belangrijk om aandacht te besteden aan onbewuste vooroordelen. Wij doen dat bijvoorbeeld binnen trainingen en discussies over leiderschap.’
Gunther schreef op 30 april 2019 om 10:43
Vrouwen halen betere cijfers in de bachelor- en masterfase. Mooi, niemand klaagt erover.
Mannen halen beter cijfers in hun promotie: “Discriminatie!!!” onderbouwt met termen als ‘implicit bias’, die kant noch wal raken.
mark schreef op 30 april 2019 om 10:53
Nee dat heb je mis. Het gaat niet om cijfers. De cum laude-pluim is veel moeilijker te behalen bij een PhD (speciaal aanvragen, groter manuscriptcomité en unaniem oordeel nodig) dus het is wel degelijk verontrustend als jaar na jaar proportioneel meer mannen dat krijgen. Dat kan weinig anders betekenen dan dat begeleiders het minder snel aanvragen en/of dat manuscriptcomités kritischer zijn bij excellente vrouwelijke kandidaten. En daar kunnen impliciete biases wel degelijk een rol bij spelen. (Daarnaast is het op grond van de hier gegeven data nog helemaal niet duidelijk of de verdeling bij BA/MA echt anders ligt.)
Daniel schreef op 2 mei 2019 om 17:09
Ik ben het met Gunther eens. Mark, jij zegt dat een oververtegenwoordiging van mannen die cum laude hun PhD behalen “weinig anders [kan] betekenen dan dat begeleiders het minder snel aanvragen en/of dat manuscriptcomités kritischer zijn bij excellente vrouwelijke kandidaten”. Het is héél kort door de bocht om dit met ‘impliciete bias’ te verklaren.
Er zijn wel degelijk andere vaardigheden nodig om een doctoraat met lof af te ronden dan een bachelor of master. Daarnaast krijgen vrouwen geregeld kinderen tijdens hun PhD traject, wat veelal geen positieve invloed zal hebben op hun professionele/academische prestaties. Ook zijn er mogelijk andere factoren betrokken, zoals een minder competitieve mindset. Ceteris paribus kan het wegzetten van een artikel bij een B of C journal in plaats van bij de top het verschil maken tussen een reguliere PhD en een met lof.
Er zijn wel degelijk biases, maar het is contraproductief om iedere statistiek die in het voordeel van mannen uitkomt daar maar aan te wijten. Daarnaast leidt dit soort fetisjisme tot pogingen om gelijke uitkomsten te bewerkstelligen, in plaats van gelijkheid van kansen te garanderen.
Sanne schreef op 3 mei 2019 om 11:20
Cijfers behaald tijdens de studie zijn objectief. Daar valt voor het grootste deel weinig aan te manipuleren. Voor een tentamen haal je wat je haalt.
Bij een promotie haal je geen cijfers. Een cum laude is dus veel subjectiever. Het gaat dan om wat voor indruk de commissie heeft van een kandidaat. Er hoeft dan geen sprake te zijn van discriminatie, maar het kan wel degelijk zo zijn, die ruimte is er. Een dergelijke verborgen discriminatie is al wel eerder aangetoond. Mannen krijgen bijvoorbeeld vaker een subsidie toegekend in de interviewronde, terwijl er in de eerdere schriftelijke beoordeling van de onderzoeksvoorstellen geen sekseverschil waarneembaar was.
Natuurlijk kun je daarnaast ook de vraag stellen hoe het komt dat mannen minder goed presteren tijdens hun studie en wat daaraan te doen is.
Daniel schreef op 4 mei 2019 om 06:11
Om de becijfering tijdens een bachelor of master objectief te noemen is optimistisch. Tentamens zijn niet geblindeerd, wat betekent dat de docent gewoon kan zien of het een man en vrouw is. Daarbij bestaat volgens jouw logica dus ook ‘ruimte’ voor discriminatie en bias. Je bent juist heel pessimistisch wat betreft bias bij een PhD, wat ik derhalve niet helemaal kan volgen.
Ik denk dat er een betere verklaring is waarom er verschillen tussen mannen en vrouwen zijn in hoger onderwijs. Onder twee simpele, aannemelijke hypothesen kunnen gemiddeld a) vrouwen vaker dan mannen cum laude hun bachelor of master afronden, maar b) minder vaak een PhD met lof. Namelijk, 1) de intelligentieverdeling onder vrouwen is vlakker dan onder mannen (zowel naar beneden als naar boven), en 2) om cum laude te promoveren is een significant hoger intelligentieniveau nodig dan voor een bachelor of master. Wat betreft 1) is er een groot aantal onderzoeken dat aantoont dat vrouwen vaker rond het gemiddelde intelligentieniveau scoren. Mannen schieten vaker daar onder- en bovenuit (de variabiliteitshypothese). Het gemiddelde intelligentieniveau is overigens wel gelijk.
Hier komen andere sekseverschillen bovenop. Een minder competitieve mindset, zoals ik eerder al noemde, en het krijgen van kinderen helpen veelal niet als het gaat om professionele prestaties. Ik snap niet dat er altijd maar naar bias teruggekeerd wordt, alsof dit een sluitend of overtuigend argument is. De logica die je toepast lijkt zelfs intern niet consistent (zie de eerste paragraaf). Ieder verschil tussen de seksen wordt gepolitiseerd, wat uiteindelijk averechts werkt, omdat er zoveel kulargumenten tussen echte problemen zitten. Er zijn wel degelijk discriminatie en biasproblemen, maar dit is er niet een. En als het wel zo is, corrigeer mij dan alsjeblieft door specifiek te wijzen op hoe dit dan in elkaar steekt.
Daniel schreef op 4 mei 2019 om 06:12
Om de becijfering tijdens een bachelor of master objectief te noemen is optimistisch. Tentamens zijn niet geblindeerd, wat betekent dat de docent gewoon kan zien of het een man en vrouw is. Daarbij bestaat volgens jouw logica dus ook ‘ruimte’ voor discriminatie en bias. Je bent juist heel pessimistisch wat betreft bias bij een PhD, wat ik derhalve niet helemaal kan volgen.
Ik denk dat er een betere verklaring is waarom er verschillen tussen mannen en vrouwen zijn in hoger onderwijs. Onder twee simpele, aannemelijke hypothesen kunnen gemiddeld a) vrouwen vaker dan mannen cum laude hun bachelor of master afronden, maar b) minder vaak een PhD met lof. Namelijk, 1) de intelligentieverdeling onder vrouwen is vlakker dan onder mannen (zowel naar beneden als naar boven), en 2) om cum laude te promoveren is een significant hoger intelligentieniveau nodig dan voor een bachelor of master. Wat betreft 1) is er een groot aantal onderzoeken dat aantoont dat vrouwen vaker rond het gemiddelde intelligentieniveau scoren. Mannen schieten vaker daar onder- en bovenuit (de variabiliteitshypothese). Het gemiddelde intelligentieniveau is overigens wel gelijk.
Hier komen andere sekseverschillen bovenop. Een minder competitieve mindset, zoals ik eerder al noemde, en het krijgen van kinderen helpen veelal niet als het gaat om professionele prestaties. Ik snap niet dat er altijd maar naar bias teruggekeerd wordt, alsof dit een sluitend of overtuigend argument is. De logica die je toepast lijkt zelfs intern niet consistent (zie de eerste paragraaf). Ieder verschil tussen de seksen wordt gepolitiseerd, wat uiteindelijk averechts werkt, omdat er zoveel kulargumenten tussen echte problemen zitten. Er zijn wel degelijk discriminatie en biasproblemen, maar dit is er niet een. En als het wel zo is, corrigeer mij dan alsjeblieft door specifiek te wijzen op hoe dit dan in elkaar steekt.
Daniel schreef op 4 mei 2019 om 06:14
Even ter verduidelijking: ik bedoelde natuurlijk vlakker onder mannen en gepiekter onder vrouwen (sterker gecentreerd rond het gemiddelde).
mark schreef op 30 april 2019 om 10:43
Hmm, het gaat dus in de BA van vorig jaar om een verdeling van 66:34 terwijl de baseline 59:41 (F:M) is. Maar hoeveel % studeert er eigenlijk cum laude af, en voor hoeveel jaren is er data? Zonder dat te weten zijn dit soort statistiekjes niet echt iets om op te varen. (Bv: als ~5% van de totale populatie cum laude afstudeert dan verwacht je dit soort schommelingen (zie ook het feit dat het in de MA minder eenduidig is) en kun je niet echt een solide conclusie trekken.) Dus… kunnen jullie misschien ook gewoon de ruwe cijfers delen?
Mickey Steijaert schreef op 30 april 2019 om 11:13
Dag Mark,
Je kunt de ruwe cijfers (van 2013-2014 t/m 2017-2018) hier zelf bekijken: https://drive.google.com/file/d/0B_duYpaBGsN3aDA0aThiWkk3NDhFdi1nVnVFcXVPcXVFd04w/view?usp=sharing