Bij de helft van alle hogescholen staat een vrouw aan het roer. Hetzelfde geldt voor zes van de veertien universiteiten, blijkt uit een telling van het HOP in aanloop naar Internationale Vrouwendag op 8 maart.
In kringen van bestuurders lijkt het glazen plafond al bijna verdwenen. Vroeger was het minder gebruikelijk, maar inmiddels zijn er veel vrouwen doorgedrongen tot de top van het Nederlandse hoger onderwijs.
Fifty-fifty
Van de 36 hogescholen hebben er achttien een vrouwelijke collegevoorzitter en eveneens achttien een mannelijke. Het is dus precies fifty-fifty. Onder hun medebestuurders is deze gelijkheid nog niet bereikt: we tellen zestien vrouwen en dertig mannen. Dit is inclusief enkele interim-bestuurders.
Zes van de veertien universiteiten hebben een vrouwelijke voorzitter en eveneens zes een vrouwelijke rector. In totaal tellen de besturen negentien vrouwen en 22 mannen. Van de acht mannelijke voorzitters zijn er twee tevens rector.
Buitenland
Vergeleken met het buitenland tellen de bestuurskamers veel vrouwen. Het Britse onderwijstijdschrift Times Higher Education bekeek de top 200 van zijn wereldranglijst en telde vijftig vrouwelijke bestuursvoorzitters. Dat is een kwart.
Van de 56 Amerikaanse universiteiten aan de top hebben er vijftien een vrouw als hoogste baas (27 procent). Datzelfde geldt voor negen van de vijfentwintig Britse universiteiten (36 procent).