Vrouwen lopen promotie mis door geweigerde Aspasia-beurzen
Een op de vijf vrouwelijke wetenschappers krijgt geen promotie tot universitair hoofddocent of hoogleraar, terwijl onderzoeksfinancier NWO hun universiteit daar wel extra geld voor aanbiedt, via de zogeheten Aspasiapremie. De grootte van de beurs zou niet opwegen tegen de extra salariskosten of het lokale personeelsbeleid doorkruisen, kregen de vrouwen te horen.
Dat blijkt uit een enquête van de Volkskrant onder ruim tweehonderd potentiële Aspasia-kandidaten, waar ook Vox inzage in heeft. Het gaat om onderzoeksters die in de periode 2013-2018 een Vidi- of Vici-subsidie van NWO kregen en op dat moment nog geen hoogleraar waren. Zij kwamen mogelijk in aanmerking voor een Aspasiapremie van onderzoeksfinancier NWO. De Vidi en Vici zijn twee van de meeste prestigieuze persoonsgebonden onderzoeksbeurzen van NWO.
Onderaan
De Aspasia is specifiek bedoeld om de doorstroom te bevorderen van vrouwelijke wetenschappers naar hogere functies: universitair hoofddocent (UHD) of hoogleraar. Dat is hard nodig, want slechts een kleine 30 procent van de hoofddocenten en 21 procent van de hoogleraren was in 2017 vrouw -exclusief de academische ziekenhuizen, volgens de meest recente Monitor van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH). Nederland bungelt daarmee in Europa bijna onderaan. De Radboud Universiteit heeft 27 procent vrouwelijke hoogleraren, inclusief het Radboudumc, en streeft naar 30 procent in 2020.
Binnen het Aspasiaprogramma maakt elke vrouwelijke Vidi-laureaat die nog geen UHD is, automatisch aanspraak op 50.000 euro (bovenop de 800.000 euro van de Vidi), mits de instelling haar binnen een jaar bevordert tot hoofddocent. Voor vrouwelijke Vici-laureaten ligt 100.000 euro klaar, voor een bevordering tot hoogleraar – de Vici zelf levert 1,5 miljoen op. Voor vrouwen die nog geen vaste aanstelling hebben, is de bevorderingstermijn drie jaar.
Geen steun
Van de 126 respondenten van de enquête die voor een Aspasiapremie in aanmerking kwamen (van de 144 vrouwen die reageerden) gaf een op de vijf aan de premie en de bijbehorende functiebevordering niet te hebben gekregen, terwijl ze dat wel wilde. Van degenen die wel een Aspasia ontvingen had een op de negen het idee dat hun instelling dit niet steunde. De cijfers zijn in lijn met een evaluatie die NWO hield van het stimuleringsprogramma over de periode 2010-2012.
Of iemand een Aspasia krijgt lijkt eerder van de faculteit of het vakgebied af te hangen dan van de universiteit waar zij werkt. De kandidaten die een Aspasiapremie misliepen of nog in het ongewisse verkeren over de toekenning zijn verspreid over heel Nederland, waaronder ook de Radboud Universiteit.
‘Ik geloof het pas als ik mijn vaste aanstelling als UHD op papier zie staan.’
Zo zegt een Nijmeegse Vidi-laureaat: ‘Ik voelde me totaal niet gesteund toen ik een Aspasia-aanbod kreeg van NWO, en moest overal zelf achteraan. Ik heb het gevoel dat afdelingen hier er alles aan doen om vaste aanstellingen te vermijden. Ze zien je als iemand die lastig doet. Uiteindelijk zegde de universiteit toe dat zij de Aspasia-voorwaarden zal volgen, maar ik geloof het pas als ik mijn vaste aanstelling als UHD op papier zie staan.’ Om die reden wil ze ook anoniem blijven.
Vrouwen hebben het op de universiteit nog steeds lastiger dan mannen, vervolgt ze. ‘Ik zie mannen om mij heen veel sneller carrière maken tot hoogleraar, terwijl vrouwen die volgens mij veel capabeler zijn vastzitten in een plek als UD of UHD. Stimuleringsregelen als Aspasia zijn hard nodig, maar kunnen nog wel effectiever, bijvoorbeeld door ze dwingender op te leggen.’
In de wacht
Een andere Nijmeegse Vidi-laureaat geeft aan dat haar afdeling haar al tijden ‘in de wacht zet’ wat betreft toestemming voor haar Apsasia, omdat ‘deze nog geen duidelijk intern beleid zegt te hebben’ op dit vlak. Ook zij wil anoniem blijven uit carrièreoverwegingen.
‘Belachelijk en superfrustrerend’, noemt deze wetenschapper de gang van zaken. ‘Aspasia is een leuk idee, maar het programma lijkt in de praktijk alleen te werken als een bevordering tot UHD toch al in lijn met de plannen ligt.’
Redenen
Volgens de landelijke enquête worden financiële redenen het vaakst als argument aangehaald om iemand een Aspasia te weigeren. De beurs dekt de extra salariskosten maar voor een relatief korte periode, terwijl de universiteit tot aan het pensioen aan een wetenschapper vast kan zitten.
Een tweede veelgenoemd argument is dat instellingen ‘niet willen dat NWO hun aanstellingsbeleid bepaalt’. De verplichte functiebevordering die het Apasiaprogramma verlangt kan lokale richtlijnen voor promoties doorkruisen. Sommige universiteiten willen de Aspasiakandidaten best in functie bevorderen, maar alleen als zij aan de interne UHD-eisen voldoen. Is dat niet het geval, dan gaat ook de Aspasia niet door.
De meeste laureaten ondervonden overigens wel steun van hun faculteit, zoals Lotte Jensen. De hoogleraar Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis kreeg zelfs tweemaal een Aspasia. Dankzij de eerste, na een toegekende Vidi-beurs in 2010, werd ze bevorderd tot UHD. ‘De Aspasiapremie die ik kreeg na mijn Vici zorgde voor een win-winsituatie.’ De faculteit kreeg een diversiteitspremie van 50.000 euro, Jensen werd hoogleraar.
Zo’n diversiteitspremie was tot tot een jaar geleden vast onderdeel van de Aspasiabeurs. Het was een bedrag van 50.000 euro bovenop het eigenlijke Aspasiageld, dat een universiteit verplicht moest besteden aan structurele interne diversiteitsmaatregelen, zoals het opzetten van een vrouwennetwerk. Die eis – en het bijbehorende geld – is vervallen sinds de afgelopen ronde van de Vernieuwingsimpuls.
Excellent
Het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) is niet verbaasd over de cijfers en noemt de niet-geaccepteerde beurzen een gemiste kans voor universiteiten. ‘Het gaat immers om vrouwen van wie een externe Vidi- of Vici-commissie gezegd heeft dat ze excellent zijn’, zegt de woordvoerster. Het LNVH zou graag zien dat er gesproken wordt tussen de universiteiten en NWO over het bereiken van een hoger toekenningspercentage van Aspasia en zal dan ook om dit gesprek vragen. ‘Zo kan er optimaal en effectief gebruik gemaakt worden van dit mooie programma.’
Marieke van den Brink, hoogleraar gender en diversiteit, is het met het LNVH eens. ‘Zolang er nog een ondervertegenwoordiging is van vrouwen, heb je stimuleringsprogramma’s als Aspasia nodig. Je moet juist blij zijn dat je daarmee excellente kandidaten voor hogere posities toegeworpen krijgt.’
‘Je moet juist blij zijn dat je excellente kandidaten voor hogere posities toegeworpen krijgt’
Volgens de hoogleraar is het aan afdelingen om veranderingen in gang te zetten. ‘Voor een college van bestuur is het relatief makkelijker om steun uit te spreken. Een afdelingshoofd moet de moedige keus maken om de ene persoon wel en de andere niet aan te nemen. Laat maar zien hoe belangrijk je het vindt.’
Dat je daarmee mensen zou voortrekken, is een misvatting, aldus Van den Brink. ‘Veel leidinggevenden denken nog steeds dat er sprake is van gelijke kansen voor mannen en vrouwen, maar zo’n meritocratie is er helaas niet. In het proces van werving en selectie is er sprake van onbewuste genderongelijkheid, weten we uit onderzoek. Mensen zijn minder objectief dan ze denken.’
Nuttige beurs
De overgrote meerderheid van de respondenten in de enquête vindt het een goede zaak dat het Aspasiaprogramma er is; slechts 8 procent ziet geen meerwaarde. Ook denkt een ruime meerderheid van degenen die wel een Aspasia kregen (61 procent) dat ze zonder de premie niet of pas op een later moment in functie bevorderd zouden zijn. 28 procent van hen denkt dat de premie geen invloed op de promotie had, 11 procent weet het niet.
Drie op de vijf enquête-respondenten ziet ruimte voor aanpassingen in het NWO-programma. De meest genoemde suggesties zijn het verhogen van de financiering en een duidelijkere afbakening van hoe het geld precies besteed moet worden – daar zijn universiteiten nu nog relatief vrij in. Ook noemen velen de periode waarbinnen kandidaten een bevordering moeten krijgen – in principe binnen 1 jaar – kort.
De Vereniging van Nederlandse Universiteiten (VSNU) verklaart de gemiste Aspasia’s voor een belangrijk deel door een gebrek aan structurele financiering van universiteiten. ‘Als iemand bevorderd moet worden tot UHD, moet er wel ruimte voor inbedding zijn’, legt woordvoerder Bart Pierik uit. ‘Is die er niet, dan moet een universiteit zelf geld bijleggen en dat is vaak niet beschikbaar. Veel instellingen hebben last van deze matchingsdruk.’ Nu de overheid plannen heeft om 100 miljoen euro over te hevelen van NWO naar de eerste geldstroom, neemt die druk af, hoopt Pierik.
Nauwgezet monitoren
De Radboud Universiteit ziet dezelfde problematiek, laat woordvoerster Anja van Kessel weten. ‘Soms is het lastig om een structurele positie te creëren. Bovendien zien begrotingen op alle faculteiten er verschillend uit, dat maakt hun situaties onderling lastig te vergelijken.’ Dat instellingen de Aspasia tegenhouden omdat ze niet willen dat NWO hun personeelsbeleid bepaalt – zoals sommige respondenten aangaven – herkent de woordvoerster daarentegen niet voor wat betreft de Nijmeegse situatie.
Wel vindt ook de Radboud Universiteit dat de gendergap kleiner moet worden. Van Kessel: ‘Het college van bestuur stimuleert dat er ook in Nijmegen zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de Aspasiapremie.’ Daartoe gaat de universiteit het stimuleringsprogramma nauwgezetter monitoren. ‘Als afdelingen een Aspasia afwijzen, moeten ze dat goed uitleggen.’
Aspasia zonder Vidi
De deelnemers aan de enquête vertegenwoordigen niet iedereen die een Aspasia-aanbod kreeg. Ook Vidi-aanvragers wier subsidievoorstel als excellent werd beoordeeld maar buiten de boot vielen wegens gebrek aan budget, krijgen van NWO een Aspasia. Deze premie is zelfs hoger (200.000 euro) dan voor Vidi-laureaten. Deze vrouwen zijn niet geënquêteerd, omdat hun namen – in tegenstelling tot de Vidi- en Vici-laureaten – niet openbaar zijn.
Clown Wereld schreef op 7 december 2019 om 14:11
Hahahahah, vermakelijk stuk maar even alle gekheid op een stokje. Die diverse en inclusieve maatschappij waar alle deugmensen van dromen kan alleen gecreëerd worden door te discrimineren. Het vrouwenquotum is een fantastisch voorbeeld van de hypocrisie van de linkse brave borst. Je wilt wetgeving invoeren die de praktijk verplicht om een X% vrouwen in de top te aan te nemen. Harder kun je toch bijna niet discrimineren? Wetgeving implementeren om op basis van geslacht mensen wel of niet aan te nemen. Je moet toch wel echt een enorme glas splinter in je hoofd hebben als je niet ziet dat dit discriminatie is.
Een vrouwelijke kennis van mij wist de waanzin die met het vrouwenquotum mee komt perfect te vatten: “Al sinds ik klein ben weet ik dat ik mijn dromen kan bereiken zolang ik daar hard genoeg voor werk. Ik heb daar geen quotum voor nodig, integendeel. Ik zal nu altijd moeten twijfelen of IK een toppositie bereikt heb, of dat het jullie wetgeving was.”