Waar de Waal stroomt, willen mensen wonen
Ooit hield Nijmegen op bij de Waalkade. Maar met de nieuwbouw rond de Weurtseweg, het stadseiland en de ontwikkeling van Nijmegen-Noord, wordt de rivier steeds meer onderdeel van de stad. En de huizen zijn er populair.
Als Dave Willems uit zijn keukenraam kijkt, ziet hij de schepen op een van de drukste vaarwegen van Europa continu voorbijvaren. De programmamaker van Radboud Reflects woont in Batavia, de bijna voltooide wijk tussen de Weurtseweg en de Waal.
Dat vrije uitzicht op de rivier is overigens niet voor altijd, want recht voor Willems’ huis is de grond bouwrijp gemaakt voor een groot appartementencomplex. ‘Dat wisten we toen we het huis kochten’, zegt hij. In de bouwput ligt het ijzeren geraamte van de fundering al klaar.
‘Het weidse uitzicht van de rivier werkt rustgevend’
Na een bachelor bouwkunde in Eindhoven kwam Willems (35) terecht in Nijmegen voor een master filosofie. Inmiddels werkt hij vier jaar als programmamaker voor Radboud Reflects. Zoals wel meer jonge stellen, zochten zijn vriendin en hij twee jaar geleden een koopwoning op de overspannen Nijmeegse woningmarkt.
Voorop stond dat hun nieuwe huis niet te ver van de binnenstad zou liggen. Dat ze terechtkwamen in een wijk langs de rivier, was mooi meegenomen. ‘Maar in mijn beleving was de Waal altijd al dichtbij’, zegt Willems. ‘Ook toen we nog in een appartement bij het centraal station woonden.’
‘Ik loop vaak hard over het stadseiland. Dat is een heel ander beleving dan wanneer je door de stad loopt. Die straten voelen meer als visuele tunnels, met veel obstakels. Als je langs de rivier loopt, trekt het landschap veel langzamer aan je voorbij. Het weidse uitzicht werkt rustgevend.’
Vijf auto’s per dag
De wijken langs de Waal – zowel aan het zogenoemde Waalfront ten westen van de Nijmeegse binnenstad als aan de overkant van de rivier – winnen de laatste jaren sterk aan populariteit. Toch had een verhuizing naar noordkant van de Waal niet de voorkeur van Willems. ‘Dan wordt de rivier een barrière om naar de stad te komen. Lent heeft toch een heel ander karakter – het is een dorp omringd door Vinex-wijken. Ik zou daar de dynamiek van de stad missen.’
Lotte Krabbenborg (39) ontkent niet dat het Lent ontbreekt aan stadse sferen. Maar waar Willems dat als nadeel ziet, is Krabbenborg juist blij met de rust en ruimte aan de overzijde van de Waal. Twee jaar geleden verruilden de socioloog en haar gezin hun woning aan de drukke Groenestraat voor een ruim vrijstaand huis in het oude deel van Lent. ‘Als hier vijf auto’s per dag door de straat rijden, is het veel. Ideaal voor de kinderen.’
Krabbenborg ervaart de Waal niet als barrière. Te voet is ze in een half uur in de stad en haar oudste zoontje gaat er naar school. Wel is de rivier voor haar een scheiding tussen werk en privé. ‘Ik vind het heel prettig om na een dag op de universiteit, over een winderige Waalbrug naar huis te fietsen. Het maakt mijn hoofd leeg.’ Het werk aan de brug maakt de tocht helemaal dynamisch – valt er lekker veel te zien. Haar zoon kijkt onderweg graag naar de rivier: ‘Zijn eerste woordje was “boot”.’
Krabbenborg woont in het hart van Nijmegen-Noord, ook wel de Waalsprong genoemd, waar de gemeente de komende jaren nog fors wil gaan bouwen om te voorzien in de grote vraag naar woningen. Op dit moment zijn er een kleine zevenduizend in het stadsdeel en daar komen er binnen tien jaar nog eens vijfduizend bij. De gemeente kijkt naar mogelijkheden om dat aantal nog verder op te krikken.
Hoe de uitbreidingsplannen er precies uitzien, daar heeft Krabbenborg geen uitvoerig onderzoek naar gedaan. ‘Maar ik hoop dat er nog genoeg open ruimte blijft. Mijn zoontje heeft leren fietsen bij een open veldje tegen de spoorbrug. Ik hoorde al dat de gemeente daar een appartementenblok van vijf hoog wil neerzetten.’
Biodiversiteit
De zorg van Krabbenborg is er een die breder leeft onder Lentenaren. Wie naar de toekomstige kaart van ‘Noord’ kijkt, krijgt het idee dat het hele gebied wordt volgebouwd, van de Waalstranden tot aan Oosterhout en van de brug de Oversteek tot aan de Zandse Plas.
Deels klopt dat, geeft Mathieu Schouten toe. Als projectleider werkt hij namens de gemeente aan de toekomstvisie voor Nijmegen. ‘Nijmegen-Noord wordt grotendeels bebouwd gebied. Maar wel met een natuurwaarde die groter is dan voorheen. Het worden stadse gebieden met een gemengde bestemming voor natuur, wonen, werken en andere voorzieningen.’ Ook in Hof van Holland, dat met winkels en andere voorzieningen moet uitgroeien tot het centrum van Nijmegen-Noord, is het groen niet vergeten.
‘Vroeger was dit allemaal landbouwgebied’, aldus Schouten. ‘Tegenwoordig weten we dat de biodiversiteit in steden vaak groter is dan in moderne plattelandsgebieden. We willen dat ook stimuleren door bijvoorbeeld veel nestgelegenheid te bieden voor vogels.’ Schouten wijst op de blauwe gordel die om Lent is aangelegd, met de Oosterhoutse, Lentse en Zandse Plas. ‘Die moet de natuurbeleving in stand houden.’
En dan blijft daar natuurlijk de ‘fantastische open ruimte die het rivierpark biedt’, aldus Schouten. ‘Jarenlang werd de rivier gezien als barrière – ook als een culturele grens tussen het katholieke zuiden en het protestantse noorden. Maar op allerlei manieren zijn we die aan het overbruggen. Door het eilandgevoel te creëren en doordat andere partijen daar evenementen organiseren die voor de hele stad interessant zijn, zoals tijdens de Vierdaagsefeesten.’
Waar in de stad nog wel eens schamper wordt gedaan over de noordkant van de Waal – ‘alles went behalve Lent’ – merkt Schouten niks van een imagoprobleem voor Nijmegen-Noord. ‘De enige mensen die dat zeggen, zijn de mensen die hier niet wonen.’
Hoe Nijmegen ontstond langs de flanken van de Waal
Dat de Romeinen het huidige Nijmegen uitkiezen als vestigingsplaats – kort na het jaar nul – is niet zo gek. Dolly Verhoeven, hoogleraar Gelderse geschiedenis: ‘De rivier zorgde voor de aanvoer van manschappen en goederen, en de heuvel voor veiligheid.’ Met het oog op de vurig gewenste verovering van Germanië, die er niet komt, wordt Nijmegen een militaire uitvalsbasis.
Tijdens de Bataafse opstand (69- 70) wordt de Bataafs-Romeinse nederzetting op het Valkhof in de as gelegd, waarna de Romeinen een nieuwe stad bouwen ten westen van de oude. ‘Waar nu de Honigfabriek staat, zijn tempels en een badhuis gevonden.’
In de middeleeuwen verplaatst de stad zich weer naar het huidige centrum, en in de dertiende eeuw worden er muren omheen gebouwd. ‘De inwoners, onder wie veel schippers en kooplui, profiteerden enorm van de Waal als transportroute’, zegt Verhoeven. ‘De handel nam een vlucht, zowel in de richting van Keulen als naar het westen en noorden.’
Bieden de stadsmuren, later vervangen door wallen, aanvankelijk veiligheid, in de eeuwen daarna gaan ze steeds meer een belemmering vormen. ‘De bevolking groeide en de stad raakte steeds voller. Wie het zich kon veroorloven, trok weg uit de stinkende stad met haar rivier die veel weg had van een open riool.’
Pas in 1874 worden de wallen gesloopt en dijt Nijmegen uit. Dat is ook de periode dat de Waalstad bruggen krijgt: eerst een spoorbrug en in 1936 een verkeersbrug. ‘Maar de verpaupering van de Benedenstad aan de Waal zette door. De Tweede Wereldoorlog spaarde de wijk, daarna werd een groot deel met het oog op renovatie gesloopt.’
Een tijd lang ligt de Benedenstad er desolaat bij, pas eind jaren zeventig komt er nieuwbouw en wordt het gebied weer aantrekkelijk om te wonen. ‘Al is het wel jammer dat zo veel oude panden tegen de vlakte zijn gegaan.’ De historicus vindt het mooi om te zien dat de overkant van de Waal anno 2020 onderdeel wordt van de stad. ‘Eeuwenlang waren beide oevers alleen verbonden door een gierpont. De spoorbrug en de verkeersbrug waren een grote stap vooruit. Door de nieuwe brug en de ontwikkelingen rond de Waal zie je dat de stad opleeft.’