Squid Game is een ware hit. De Netflix-serie waarin deelnemers kinderspelletjes met een dodelijke twist spelen om een flink geldbedrag te winnen, wordt al weken goed bekeken en krijgt lovende recensies. Wat maakt de serie zo populair en wat zegt dat over onze maatschappij?
Een spelletje Annemaria koekoek, een potje knikkeren of touwtrekken: wie deed het vroeger niet op het schoolplein? Maar wat nu als de verliezer niet langs de kant moet gaan zitten, maar wordt neergeschoten? Dat is, in een notendop, het concept van hitserie Squid Game op Netflix.
Let op: dit artikel bevat spoilers!
In de Koreaanse serie doet hoofdpersoon Seong Gi-hun, gokverslaafd en verkerend in diepe schulden, mee aan een mysterieus survivalspel waarbij hij een flink geldbedrag kan winnen. In totaal zijn er 456 deelnemers, die allemaal op hun eigen manier te maken hebben met geldproblemen en armoede. Al snel komen zij erachter dat verliezers het spel met de dood moeten bekopen. Aan het eind van zes verschillende kinderspelletjes blijft er slechts één winnaar over.
Radboud Reflects houdt vanavond een lezing waarbij cultuurwetenschapper Niels Niessen, gespecialiseerd in het dagelijkse leven in de digitale tijd, en psycholoog Thijs Verwijmeren, die alles weet van beïnvloeding, ingaan op de populariteit van de serie.
Wat maakt Squid Game zo populair?
Niessen: ‘De serie is slim, zowel qua inhoud als vorm, en trekt de kijker echt het verhaal in. Het combineert een mysterieus en luguber spel met scènes uit het alledaagse leven. Met name het licht groteske en komische acteerwerk van de hoofdpersoon spreken aan en maken het geweld wat minder heftig, in het begin althans.
Verwijmeren: ‘De thematiek is erg zwaar: het gaat over armoede, keuzevrijheid en de dood. Maar juist de luchtige manier waarop dat behandeld wordt, is een van de sterke punten van de serie. Niet alleen het acteerwerk, maar ook de kleurkeuzes in verschillende scènes dragen daar visueel aan bij.’
Niessen: ‘Squid Game is ook heel erg ‘memeable’: er zijn online veel memes (grappige afbeeldingen, red.) over de serie te vinden. Dat heeft ook veel voor de populariteit gedaan.’
Er zijn meer films en series gemaakt in vergelijkbare genres. Denk aan de bekende survivalfilms van The Hunger Games. Of dystopische series als West World of Black Mirror. Waarin verschillen die van Squid Game?
Verwijmeren: ‘Squid Game ligt dicht bij de werkelijkheid: het zijn alledaagse mensen die deelnemen. West World is science fiction, net als The Hunger Games. Black Mirror komt meer in de buurt van het echte leven, maar daar gaat het niet om een survivalgame. Daarnaast is er sprake van een soort keuzevrijheid bij de deelnemers in Squid Game, hun deelname wordt niet vanuit een hogere macht of dictatuur opgelegd, zoals bij The Hunger Games bijvoorbeeld.’
‘Je denkt continu mee met de hoofdpersoon over de keuzes die hij moet maken’
Niessen: ‘Ik vergelijk Squid Game vooral met speelfilms als The Truman Show of The Matrix. Daarin gaat het over de vraag hoe de hoofdpersoon menselijk kan blijven onder ontmenselijkende omstandigheden. Ook speelt de hoofdpersoon daar met ideeën over democratie en kapitalisme. Alleen is Squid Game natuurlijk een stuk perverser dan The Truman Show en ook zijn de doden veel minder virtueel dan in The Matrix. Maar het idee blijft hetzelfde: je denkt continu mee met de hoofdpersoon over de keuzes die hij moet maken.’
Keuzes en keuzevrijheid dus. In hoeverre is er sprake van keuzevrijheid in de serie?
Verwijmeren: ‘Hoewel deelnemers te allen tijde kunnen beslissen te stoppen, is er toch geen echte keuzevrijheid. Bij keuzevrijheid is het belangrijk om te weten waar precies je ‘ja’ tegen zegt, dat weten de deelnemers van tevoren duidelijk niet. Daarnaast is ook hun kansarme situatie van belang: in dergelijke situaties zijn mensen minder rationeel en denken ze vaak alleen aan winst op korte termijn. Tot slot is er ook sprake van manipulatie en verleiding: er staat een groot geldbedrag op het spel.’
Waar raakt de serie de werkelijkheid?
Verwijmeren: ‘Sommige manieren van manipulatie vinden ook in het alledaagse leven plaats. In het vijfde spel moeten de deelnemers over glazen platen springen, maar er is per sprong een kans van 50 procent dat je door de plaat heen valt en komt te overlijden. Op dat moment zijn er slechts zestien deelnemers over. Als je gaat berekenen wat de kans is dat je het overleeft, is stoppen de meest rationele keuze. Maar dan krijgt niemand het geld én zijn er dus 440 mensen voor niets gestorven. Dat noem je de sunk costs fallacy: de kosten zijn al gemaakt, dus je wil doorzetten om de investering niet kwijt te raken.’
‘Hoewel het in de serie om iets lugubers gaat, is dat een alledaags mechanisme. Als je een kaartje hebt gekocht voor een festival, maar het wordt ontzettend slecht weer, dan ga je alsnog omdat je het geld niet wil weggooien. Ook op grotere schaal gebeurt het. Kijk naar het financiële fiasco rondom de Betuwelijn: er moest uiteindelijk een paar miljard extra in het project gepompt worden, omdat niemand de stekker eruit durfde te trekken toen ze eenmaal bezig waren (voor het project was omgerekend 1,1 miljard euro vrijgemaakt, maar er was uiteindelijk 4,7 miljard euro nodig, red.).’
‘Squid Game heeft elementen die overeenkomen met de logica van complotdenkers’
Zijn er nog andere parallellen met het echte leven te trekken?
Niessen: ‘Jazeker. In The Matrix zit de iconische scène waarin de hoofdpersoon moet kiezen tussen een blauwe en een rode pil. Kiest hij blauw dan leeft hij onwetend verder in zijn alledaagse schijnwerkelijkheid. Kiest hij rood dan worden zijn ogen geopend voor de échte realiteit achter de dingen. Deze zogeheten ‘systeem als spel-metafoor’ is heel populair geworden bij complotdenkers. Zij zien zichzelf als red pillers: mensen die de werkelijkheid zien.’
Lezing
De lezing van Radboud Reflects met Niessen en Verwijmeren begint vanavond om 20.00 uur in filmhuis Lux. Kaarten zijn online verkrijgbaar, er is geen verkoop aan de deur.
‘Ook Squid Game heeft elementen die overeenkomen met de logica van complotdenkers, door eenzelfde soort metafoor waarbij het systeem (ideologieën als democratie en kapitalisme, red.) als spel wordt gezien. Zo worden de spellen georganiseerd ter vermaak van een elite die boven de bevolking staat. De thematiek van een verheven elite zie je ook terug bij sommige complotdenkers vandaag de dag: zij geloven in elitaire sektes, soms zelfs met een satanistisch of pedofiel karakter.’
‘Om nog iets uit te lichten: in de serie worden streepjescodescanners gebruikt, waarmee bepaald wordt of iemand een ruimte mag betreden. Dat doet sterk denken aan de coronapas die je tegenwoordig moet laten zien voordat je ergens naar binnen mag. Het is alsof de makers van Squid Game de QR-code hadden zien aankomen.’
Moeten we ons zorgen maken dat kinderen die de serie kijken de spelletjes na gaan spelen, zoals we in verschillende media hebben kunnen lezen?
Niessen: ‘Er is inderdaad enige morele paniek ontstaan over de serie, maar dat lijkt me niet nodig. Wel toont Squid Game het belang van mediawijsheid aan. Dat we met elkaar, van jong tot oud, blijven praten over wat we zien in verschillende media en hoe media onze blik op de wereld mede vormgeven. ’