Waar werken Nijmeegse studenten in coronatijd?
Met een nieuwe golf aan besmettingen en een aantal gesloten cafés lijkt barman niet meer het ideale studentenbaantje te zijn. Waar werken Nijmeegse studenten nu? Vijf studenten van de Radboud Universiteit over hun corona(proof)-bijbaan bij het ziekenhuis, de universiteit en de GGD. '
Sacha Boosten (19), Britte Kloppers (20) en Isabel Dieleman (20) studeren Culturele Antropologie en werken sinds de uitbraak van het coronavirus niet meer in een eettent maar in de triagetent bij het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Nijmegen.
Als wachters bij een poort zorgen zij ervoor dat patiënten op een veilige manier het ziekenhuis binnenkomen zonder anderen te besmetten. ‘We staan achter een balie met een spatscherm en bezoekers moeten eerst langs ons’, vertelt Sacha. Wie momenteel het ziekenhuis naar binnen wil, moet eerst een vragenlijst over coronaklachten invullen. ‘Bezoekers met een ingevulde vragenlijst krijgen een groene of een oranje uitslag’, legt ze uit. ‘Bij een groene mogen ze doorlopen, maar bij een oranje resultaat moeten ze een mondkapje dragen en hun handen desinfecteren.’
Met regelmaat worden bezoekers bij de ingang geweigerd. ‘Vooral in het begin namen patiënten begeleiders mee, dat is echt niet de bedoeling’, vertelt Isabel. ‘Er zijn veel mensen die daar boos om worden. Dan laten we ze toch maar naar binnen: wat wil je anders doen?’ Britte en Sacha knikken instemmend. ‘Maar de laatste tijd hebben mensen wel door dat het niet de bedoeling is om iemand mee te nemen’, nuanceert Sacha.
‘In de triagetent braken de vliezen van een zwangere vrouw’
‘Na het werk nemen we soms wel bijzondere verhalen mee naar huis’, vertelt Britte enthousiast. ‘Zo braken de vliezen van een zwangere vrouw een keer toen ze nog in de triagetent stond.’ Daarnaast zijn er regelmatig patiënten die ervan uitgaan dat de medewerkers allemaal medische kennis hebben, wat niet het geval is. ‘Er zijn weleens patiënten die laten zien hoe erg een wond is en dan denk ik: “Oké, loop maar gauw door!” Gelukkig zijn er altijd wel studenten geneeskunde in de buurt voor hoge nood, want al dat bloed is soms wel heftig, vindt Isabel.
Geschiedenisstudent Max de Kamp* (23) mocht sinds de lockdown niet meer in de Refter werken. Momenteel loopt hij met een gekleurd hesje rond als terrein- en gebouwcoach aan de Radboud Universiteit.
Max wijst studenten en medewerkers op de anderhalvemeterregel en de looproutes die op de campus gelden. ‘Het is geen moeilijke baan. De belangrijkste functie is dat je er bent, anders heeft iedereen schijt aan de regels en aan alle richtlijnen’, vertelt hij.
‘Docenten vinden het moeilijk om te luisteren naar de instructies van een student’
Wie denkt dat deze coach als een verkapte politieagent op de campus rondloopt, heeft het mis: ‘Stel dat iemand zich niet aan de regels houdt terwijl je hem of haar erop aanspreekt, dan ga je er niet met een knuppel achteraan. We zijn geen beveiligers en volgens mij zijn dit eerder richtlijnen dan harde regels’, zegt De Kamp nonchalant. Meestal zijn er dan ook geen problemen volgens de coach, maar opvallend genoeg zijn het vooral docenten die zich minder goed aan de regels houden. ‘Ik heb het idee dat ze moeite hebben om te luisteren naar de instructies van een student.’
Student Thomas Terbruggen* (21) verwisselde zijn horecabaantje in voor een baan als bron- en contactonderzoeker bij de GGD.
Hij belt coronapatiënten en hun ‘nauwe contacten’ op om hen te informeren over het virus en de quarantaine van tien dagen. Bij de GGD is het all hands on deck: ‘Ik vraag me af hoe lang het bron- en contactonderzoek door kan gaan, het kost allemaal erg veel tijd.’
Eerst deelt hij de uitslag mee en geeft hij meer uitleg over het virus. ‘Vervolgens begin ik met het onderzoek. Daarvoor moet ik me goed verplaatsen in het leven van degene aan de andere kant van de lijn’, legt hij uit. ‘Ik moet namelijk weten wat mensen in de afgelopen twee weken hebben gedaan om een bron te vinden.’
Als voorbeeld noemt Thomas de uitbraak in Café van Rijn. ‘Stel dat een coronapatiënt vertelt dat hij of zij daar recentelijk is geweest en andere besmette mensen waren daar ook, dan heb je te maken met een potentiële bron’. Medewerkers zetten de locaties waar iemand is geweest in een systeem en zo hebben coördinatoren een overzicht van mogelijke coronabrandhaarden. ‘Tenslotte kijk ik naar de contacten van de besmette persoon: wie heeft diegene in zijn besmettelijke periode gezien?’ vertelt Thomas. ‘Daar maak ik een lijst van en vervolgens bel ik deze personen op.’
‘Mensen vinden het vaak onbegrijpelijk dat ze in quarantaine moeten’
Niet iedereen reageert positief of rustig op slecht nieuws. ‘Ik heb vaak telefoongesprekken met boze mensen die het onbegrijpelijk vinden dat ze in quarantaine moeten.’ Om die reden moeten alle medewerkers eerst een intensieve inwerkperiode doorlopen zodat ze beter dit soort gesprekken kunnen voeren. ‘Dat blijft lastig. Vooral om mensen te overtuigen van iets wat ze helemaal niet willen, namelijk in quarantaine gaan’, zegt Thomas. Gelukkig vindt hij het werk ook heel dankbaar. ‘Soms sta ik weleens op de speaker, omdat een heel gezin in quarantaine moet. Dan merk ik dat sommige mensen het heel erg waarderen dat je de tijd voor ze neemt, dat ze allerlei vragen kunnen stellen’, vertelt hij enthousiast. ‘Daarnaast ben je op de frontlijn bezig om iets heel actueels te bestrijden. Daar krijg ik echt energie van.’
*Wegens privacyoverwegingen zijn de namen van Max de Kamp en Thomas Terbruggen gefingeerd. Hun echte namen zijn bekend bij de redactie.