Waarom de Shell-uitspraak historisch is
Het grote Shell werd vorige week op de knieën gedwongen. Binnen 9 jaar moet het bedrijf zijn CO2-uitstoot drastisch verlagen, in de strijd tegen klimaatverandering, bepaalde de rechtbank in Den Haag. Ondernemingsjurist Daniël Stein legt uit wat de consequenties zijn.
Een gat in de lucht sprong Donald Pols van Milieudefensie toen de rechtbank Shell vorige week een ferme tik op de vingers gaf voor zijn aandeel in klimaatverandering. De oliegigant moet binnen negen jaar zijn uitstoot van CO2 drastisch verlagen, met 45 procent ten opzichte van 2019. Historisch, wordt de uitspraak al wel genoemd. Maar waarom is dat zo? Daniël Stein, docent burgerlijk recht en promovendus bij het Onderzoekcentrum Onderneming & Recht, heeft een antwoord. Donderdagavond is hij te gast bij een Actualiteitencollege van Radboud Reflects over de rechtszaak.
Wat maakt deze uitspraak zo bijzonder?
‘Het unieke is dat de rechter zegt dat een private organisatie, Shell dus, juridisch verplicht is om bij te dragen aan het beperken van de uitstoot van broeikasgassen. Shell moet zich de belangen van de Nederlandse burgers aantrekken, is de achterliggende redenering, en dat is volgens de rechtbank een juridisch afdwingbare verplichting.’
Bij de Urgendazaak in 2019 (die de Nederlandse overheid dwong tot klimaatmaatregelen, red.) deed de rechter toch al iets soortgelijks?
‘Niet helemaal. Platgeslagen kwam het er destijds op neer dat de overheid gedwongen werd om zich te houden aan haar eigen internationale verplichtingen, waaronder mensenrechten. In de huidige zaak creëert de rechter ook een dergelijke verplichting voor Shell, ook al is die er wettelijk gezien niet. De argumentatie hierbij is: alle bedrijven in Nederland hebben een deelverantwoordelijkheid aan het beperken van de uitstoot van CO2. Dus ook Shell, zeker als grote speler.’
Is dat juridisch in de haak?
‘Op zich wel. De zaak valt binnen het aansprakelijkheidsrecht. Die komt ook om de hoek kijken als burgers elkaar aanklagen, bijvoorbeeld als je gewond raakt doordat iemand door het rood is gereden. Een onrechtmatige daad, heet dat. In het geval van Shell gaat het om schending van de zogeheten ongeschreven zorgvuldigheidsnorm, zoals dat in jargon heet.’
‘Het bijzondere is echter dat Shell in dit geval nog geen onrechtmatige daad gepleegd heeft. Er is nu nog geen regel overtreden. Dat zegt de rechtbank ook. Dat ze het bedrijf nu toch al een verplichting oplegt, is omdat de kans reëel is dat – zonder gewijzigd beleid – Shell straks achteraf wel onrechtmatig zal blijken te hebben gehandeld. Dat klinkt misschien raar, maar vergelijk het met een bedrijf als Tommy Hilfiger. Als zij vermoedden dat iemand nepkleding met hun merk op de markt gaat brengen, dan kunnen zij dat ook via de rechter proberen te voorkomen.’
De rechter gaat op de stoel van de wetgever zitten, wordt nu soms geroepen. Zit daar wat in?
‘Het klopt dat er nog geen wetten zijn die dit goed regelen. Maar ik ben het oneens met mensen die zeggen dat we hier te maken hebben met een te activistische rechter. De rechtbank zegt duidelijk: klimaatverandering is een enorm maatschappelijk probleem, de wetgever doet er tot op heden te weinig aan, dus dan staat het organisaties vrij om naar de rechter te stappen. In het vonnis zijn veel woorden gewijd aan de onderbouwing van het oordeel. Tegelijkertijd leunt de rechtbank heel sterk op wat zij noemt ‘wetenschappelijke consensus’, maar dat is nog niet hetzelfde als een juridische verplichting. De rechter heeft zich veel vrijheid gepermitteerd bij de invulling van de zorgvuldigheidsnorm, en daar kun je ook kritiek op hebben.’
‘Het zou wat mij betreft dan ook beter zijn als dit soort zaken in wetten vastgelegd liggen. Dan kan de wetgever (de regering en Tweede Kamer, red.) ook alle belangen afwegen, en tot een wet komen die breder toepasbaar is. Nu wordt het opleggen van verplichtingen in feite overgelaten aan wie er toevallig iemand aanklaagt, zoals Milieudefensie nu, en heeft het ene bedrijf als het ware wel pech, en het andere niet. Shell is niet de enige vervuiler natuurlijk.’
Wat heeft deze uitspraak voor gevolgen?
‘Dat is nog onduidelijk. Ik verwacht dat zowel Shell als Milieudefensie in hoger beroep zullen gaan, en dat deze zaak tot aan de Hoge Raad zal doorgaan. Dan zitten we zo in 2024. Of de uitspraak werkelijk historisch is, blijkt eigenlijk dan pas, omdat het oordeel ook nog onderuit kan gaan. Maar geloof maar dat het in de bestuurskamers van andere grote bedrijven de afgelopen week ook volop over deze zaak is gegaan. Want de uitspraak kan niet alleen gevolgen hebben voor bedrijven als Tata Steel of Vattenfall, maar mogelijk ook voor, zeg, Ahold. Zij zouden in principe, net als Shell, verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor de CO2-uitstoot door de producten die zij leveren, bijvoorbeeld van vlees dat bij Albert Heijn in de schappen ligt. Iedereen heeft deelverantwoordelijkheid, zegt de rechter immers.’
‘Kun je nu ook je buurman kan aanklagen om zijn houtkachel? In feite wel’
‘Daar wringt het ook een beetje wat mij betreft, als jurist. Want die deelverantwoordelijkheid zou dan net zo goed bij jou en mij liggen. Betekent dat dan ook dat jij met deze uitspraak in de hand ook je buurman kan aanklagen om zijn houtkachel? Of de Radboud Universiteit, omdat ze haar medewerkers de wereld over laat vliegen? In feite wel. Van de andere kant: we hebben het hier ook maar over één uitspraak, die alleen bindend is voor deze twee partijen. Voor juristen erg interessant om na te denken over de vraag of je klimaatverandering hiermee juridisch nu effectief aanpakt.’
Ook als Shell hoger beroep instelt moet het bedrijf zich aan de uitspraak houden. Hoe wordt dit gecontroleerd?
‘Daarvoor is het belangrijk om te kijken naar de uitspraak zelf. Shell stoot op drie manieren CO2 uit: allereerst rechtstreeks, door bijvoorbeeld hun vrachtwagens die rondrijden. Maar ook indirect, via bijvoorbeeld de elektriciteit die ze inkopen, en – als derde – als hun producten zoals benzine gebruikt worden door de afnemers van Shell, zoals bedrijven en burgers zoals jij en ik. Alleen voor het eerste heeft de rechter een resultaatverplichting opgelegd: dat moet dus echt 45 procent lager zijn in 2030. Voor de andere twee is er een zogeheten inspanningsverplichting, Shell moet zijn best doen. Milieudefensie zal ongetwijfeld opnieuw naar de rechter stappen als het niet snel genoeg gaat, om Shell een dwangsom op te leggen.’
‘Tegelijkertijd biedt die opgelegde inspanningsverplichting ook ruimte voor interpretatie. De rechter zegt niet hóe Shell voor die netto 45 procent reductie moet zorgen, dat laat ze aan het bedrijf zelf. Dat vind ik elegant aan de uitspraak. Dat kan ook door bijvoorbeeld CO2 uit de lucht te halen of de uitstoot te compenseren. Want Shell, zegt het bedrijf zelf althans, heeft weinig invloed op wat mensen met hun producten doen. Wat dat betreft ligt er ook een taak voor ons als burgers, vind ik. We kunnen wel naar grote bedrijven wijzen, maar als we zelf vervolgens niet minder met vliegvakantie gaan, of in vervuilende auto’s rondrijden, heeft dat ook iets hypocriets.’
Het Actualiteitencollege van Radboud Reflects, in samenwerking met Vox, is vanavond vanaf 20.00 uur te volgen via een livestream. Inschrijven kan online. Naast Stein is ook Marije Klomp te gast, programmadirecteur Duurzaamheid aan de Radboud Universiteit en expert op het gebeid van maatschappelijk verantwoord ondernemen.