Dé jongere bestaat niet en ook de ‘digital native’ is een mythe. Het zijn maar twee stellingen waarmee de Vlaamse pedagoog Pedro De Bruyckere de jaarlijkse Onderwijsdag gisteren opende in het Elinor Ostromgebouw.

‘We moeten ons voorbereiden op de student van morgen, maar verschilt die wel van de student van gisteren?’, vroeg rector Han van Krieken zich af bij de opening van de Onderwijsdag (zie kader). Voor een groot deel niet, bleek uit het verhaal van de Vlaamse pedagoog Pedro De Bruyckere. In zijn geanimeerde keynote speech kreeg hij de zaal meermaals aan het lachen.

Snapchat

‘Dé jongere bestaat niet’, vertelde De Bruyckere. ‘Vandaag gaan in Brussel en Luik opnieuw duizenden klimaatspijbelaars de straat op, maar dat betekent niet dat alle Vlaamse jongeren progressief zijn.’ De pedagoog verwees naar een documentaire die de Vlaamse openbare omroep vier maanden geleden uitzond, waaruit bleek dat de jongeren van de Vlaams-nationalistische jongerenvereniging Schild & Vrienden in geheime Facebookgroepen racistische, seksistische, transfobe en antisemitische memes met elkaar deelden.

Tussen verschillende generaties zijn volgens De Bruyckere minder verschillen dan je op het eerste gezicht zou denken. Jongeren brengen hele dagen door op Instagram, Snapchat en WhatsApp omdat het de laatste plekken zijn waar ze samen kunnen komen zonder gecontroleerd te worden. Omdat jongeren wel van gezelschap houden, studeren ze volgens de pedagoog ook steeds vaker in een groep.

Filterbubbel

Ook het bestaan van de digital native berust volgens De Bruyckere op een mythe. ‘Jongeren weten wel waar de knopjes van hun devices zitten, maar daarom kunnen ze nog niet met de content omgaan. Onderzoek toont aan dat zelfs de beste studenten van Harvard slecht zijn in het checken van fake news en het onderscheiden van feiten en opinie. Daarom is het een van de belangrijkste taken van het onderwijs om jongeren uit hun filterbubbel te halen.’

‘Jongeren moeten veel meer keuzes maken dan vroeger’

Toch is niet alles hetzelfde als vroeger. ‘De wereld is veel minder gestructureerd dan in de jaren zeventig’, vertelde De Bruyckere. ‘Jongeren moeten veel meer keuzes maken, wat hun leven aanzienlijk moeilijker maakt. Daar moeten we onze curricula op afstemmen. In het begin van hun studies geef je studenten beter zo weinig mogelijk keuze, maar na verloop van tijd kunnen ze er wel mee omgaan.’