Waarom het voor studenten zo moeilijk is afstand te houden
Jongeren verspreiden het coronavirus meer dan elke andere leeftijdsgroep. Toch is het te makkelijk om ze met een opgeheven vinger terecht te wijzen, zegt hoogleraar risicogedrag Roy Otten. Door hun levensfase hebben ze het zwaarder dan anderen, zeggen studenten ook zelf. ‘Ik vind dat we het al heel goed doen.’
Studenten, en jongeren in het algemeen, lijken de kop van Jut in de huidige fase van de coronacrisis. In geen enkele anderen leeftijdsgroep is het aantal besmettingen zo hoog. Vorige week lieten 820 mensen tussen de 20 en 25 jaar zich testen bij de Nijmeegse GGD, twee keer zoveel als een week eerder. Tenminste dertig studenten zijn positief getest, meldde de universiteit, meer dan tweehonderd zitten in quarantaine.
Studentencafés blijken hotspots voor verspreiding van het virus in Nijmegen. Drie zijn er inmiddels gesloten (van Rijn, TweeKeerBellen en het Bascafé), mogelijk worden dat er meer, dreigde burgemeester Hubert Bruls op een persconferentie.
Jongeren zijn egoïstisch en onverantwoordelijk, is een veelgehoorde klacht in de (sociale) media. Maar is dat wel zo? En kun je ze dat verwijten, aangezien cafébezoek gewoon is toegestaan onder de huidige regels?
Risicogedrag
Het is veel te kort door de bocht om jongeren de zwartepiet zomaar toe te spelen, vindt Roy Otten, bijzonder hoogleraar kwetsbare jeugdigen en risicogedrag. ‘Natuurlijk moeten studenten zich ook aan de coronamaatregelen houden’, zegt de gedragspsycholoog, ‘maar social distancing is voor hen waarschijnlijk nog lastiger dan voor andere leeftijdsgroepen.’
Dat heeft onder meer te maken met de levensfase waarin ze zitten. ‘Als je gaat studeren is dat vaak het eerste echte moment van onafhankelijke ontwikkeling, los van je ouders. Opeens mag en kun je zelf bepalen hoe je je leven inricht. Meer dan daarvoor ben je je bewust van jezelf en de keuzes die je maakt. Je identiteit ontwikkelt zich verder en die ontleen je aan het feit dat je studeert, aan waar je leeft, en natuurlijk ook aan je vrienden. Nieuwe vriendschappen worden aangegaan en geïntensiveerd. Niet voor niets maken mensen tijdens hun studie vaak vrienden voor het leven.’
Gebrek aan inlevingsvermogen
Otten, die ook hoofd onderzoek is bij zorginstelling Pluryn, vindt dat het anderen soms ontbreekt aan inlevingsvermogen. ‘De coronamaatregelen raken jongeren bovengemiddeld in hun identiteitsontwikkeling. Wij hebben die stappen al achter de rug: onze vriendschappen zijn al gevormd en onze sociale contacten worden minder geraakt als we thuis zitten.’
Logisch dat studenten zo sterk de neiging hebben elkaar op te blijven zoeken, wil de hoogleraar maar zeggen, en als er alcohol in het spel is, is het helemaal moeilijk om de afstandsregels in acht te houden. ‘Hoe meer je drinkt, hoe lastiger het is om je aan regels te houden. Dat geldt zeker voor jongeren, want hun impulscontrole is nog in ontwikkeling. Pas rond je 22ste of 23ste is deze voltooid. Hierdoor is het voor hen extra lastig om zich aan alle afstandsregels te blijven houden. Het belonende aspect is gewoon te groot.’
‘Jongeren worden nauwelijks betrokken bij de maatregelen, terwijl ze met creatieve oplossingen kunnen komen’
Sowieso zijn jongeren meer gevoelig voor beloning dan voor straf, vervolgt Otten, en daar zit misschien ook de oplossing om ze ‘in het gareel’ te krijgen. Bijvoorbeeld, zegt hij, door als overheid of universiteit te laten merken dat je je bewust bent dat er veel van studenten gevraagd wordt, en dat je probeert ze zo veel mogelijk te ondersteunen.
Ook kan het helpen om – naast het benadrukken van de eigen verantwoordelijkheid (‘denk aan je opa of oma!’) – de omgeving zo aan te passen dat studenten sneller gewenst gedrag vertonen. ‘Het vervroegen van sluitingstijden zoals nu gebeurt is daar een goed voorbeeld van. Uit onderzoek weten we dat studenten steeds meer drinken naarmate de avond langer duurt. Dat voorkom je dan deels.’
Ei van Columbus
Maar ook dit is niet het Ei van Columbus, waarschuwt Otten, net zomin het sluiten van alle cafés dat zou zijn. ‘Dan vinden jongeren weer andere plekken. Kijk ook eens naar ideeën die ze zelf opperen, zou ik zeggen. Jongeren worden nauwelijks betrokken bij de maatregelen, terwijl ze met creatieve en slimme oplossingen zouden kunnen komen. Als ze mee mogen denken, zullen ze ook meer bereid zijn zich vervolgens aan de opgelegde maatregelen te houden.’
Studenten zouden zich slechter aan de coronaregels houden dan anderen. Hoe zien zij dat zelf?
Job Verheijen (21), Recht en Economie
‘De toenemende coronabesmettingen kwamen voor mij niet als een verrassing. Tijdens de introweek was ik in de Molenstraat op het terras en daar zag ik heel veel introgroepjes die toch bij elkaar kwamen. An sich geen probleem, maar na het terras wil je vaak nog naar de kroeg. Daar gaat het mis: in die sfeer worden maatregelen vergeten.
Zelf spreek ik maandelijks af met twintig, vijfentwintig man. Dan houden we een soort feestje, maar wel buiten op een ruime plek waar je afstand kunt houden. Als iemand achteraf klachten blijkt te hebben, lichten we elkaar in en dan laat iedereen zich testen. Zo los je het snel op zonder heel grote consequenties. Op die manier weegt het risico niet op tegen het sociale voordeel dat zo’n feestje met zich meebrengt. Dit lijkt me veiliger dan in een kroeg dansen. Met al die besmettingen zie je me daar niet meer zo snel zitten.
Bij vrienden houd ik meestal geen afstand. Vaak gaat dat niet in een kleine studentenkamer en ik denk dat jongeren ook wel een beetje aan hun mentale gesteldheid mogen denken. Wel kunnen we meer rekening houden met de risicogroep. Dus als ik naar mijn opa en oma ga, houd ik anderhalve meter afstand en doe ik een mondkapje op. Dat is echt belangrijk.’
Jelena de Rijck (27), Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie
‘Het was fijn geweest als studenten die naar feestjes gaan, hun verantwoordelijkheid hadden genomen door zich bij klachten meteen te testen en goed afstand te houden van anderen. Ik ga zelf niet naar feestjes en zit – weliswaar zonder klachten – alsnog in quarantaine. Tien dagen in thuisisolatie is echt kut.
Nu zullen studenten niet massaal op de intensive care belanden, maar het is wel belangrijk om corona niet verder te verspreiden. Daarom zouden mensen open moeten zijn over hun klachten en contacten. Ik hoor vaak dat sommigen niet durven te vertellen dat ze symptomen hebben, uit angst voor een vervelende reactie. Als we mensen gaan shamen, verspreidt het virus zich sneller en zijn we nog verder van huis.
Daarnaast worden jongeren streng aangesproken door de instanties, terwijl zij in een lastige situatie zitten. De maatschappij vraagt hun volledig van levensstijl te veranderen. Dit wordt niet gevraagd aan andere generaties. Bovendien is het veel lastiger om je aan de maatregelen te houden als jouw eigen leven niet op het spel staat. Met dat in mijn achterhoofd vind ik dat jongeren het al heel goed doen.’
Loes van Kreij (21), Nederlandse Taal en Cultuur
‘Toen ik het nieuws las over de coronabrandhaard in Nijmegen was mijn eerste gedachte: “idioten”. Ik voel me een beetje zoals de persoon in een groepsproject die als enige moeite doet. Ik wil gewoon dat het snel over is dus houd ik me aan de maatregelen, maar blijkbaar zijn er ook mensen die daar geen rekening mee houden. Daar voel ik me dan een beetje door genaaid.
Studenten worden vaak aangewezen als schuldigen van de besmettingen. Ik vind dat premier Mark Rutte daar te veel aandacht aan besteedt tijdens persconferenties. Hij kan net zo goed andere leeftijdsgroepen aanspreken, want in de supermarkt zijn het toch altijd ouderen die lak hebben aan de maatregelen en vlak achter je komen staan in de rij. In elke groep zijn er mensen die de regels aan hun laars lappen.
Het ging me zelf redelijk makkelijk af om de maatregelen na te leven. Bij een vriendengroep bleek het toch lastig om afstand te houden, maar die ik heb daarom al een tijdje niet gezien. Toch baal ook ik dat we met zoveel regels moeten leven, maar het is niet anders. Als we iets willen doen tegen corona, moeten we een hoop inleveren.’