Waarom we volgens hoogleraar Paul Sars grens-hopper moeten worden

04 apr 2023

Duitsland ligt op nog geen tien kilometer afstand van de universiteitscampus. Toch steken de meeste Nijmegenaren zelden de grens over – hun blik beperkt zich tot de Nederlandse kant. Zonde, vindt hoogleraar Duitse taal en cultuur Paul Sars. Vier redenen om grens-hopper te worden.

Zijn moeder las hem ’s avonds voor. Gedichten van Goethe, Hölderlin, Rilke. Niet dat de kleine Paul begreep waar ze over gingen, maar hij hield van het ritme en de klank van de zinnen. ‘Zo is mijn liefde voor de Duitse taal ontstaan’, vertelt hij.

Paul Sars is ambassadeur in hart en nieren van de Duitse taal en cultuur. Ook buiten de Radboud Universiteit: hij is letterlijk ambassadeur van de Euregio Rijn-Waal, die de samenwerking tussen Duitsland en Nederland moet bevorderen. Nederland telt nog maar twee hoogleraren Duitse taal en cultuur, Sars is er eentje van (de ander werkt in Utrecht). Geregeld zit hij met de Duitse ambassadeur om tafel.

‘Ik ben opgegroeid aan de grens in Roermond. Er was een buurman die weleens broodjes ging halen in Mönchengladbach, dan mocht ik mee. Dat was een enorm avontuur, alsof ik op wereldreis ging.’ En kwamen er Duitsers in hun grote auto’s naar Roermond, dan rende hij naar ze toe in de hoop dat ze de weg zochten. Dan kon hij Duits tegen ze praten.

Inmiddels doet hij niet anders. Als jonge academicus waagde hij zich na zijn studies Duits in Nijmegen en filosofie in München zelfs aan het schrijven van gedichten in zijn favoriete taal. Tegenwoordig houdt hij het bij wetenschappelijke publicaties en voorlichtingsfolders voor scholen, bedrijven, studenten en politici. In zijn team werken net zoveel Duitse als Nederlandse collega’s.

‘Een buurman ging weleens broodjes halen in Mönchengladbach, dan mocht ik mee’

Het verbaast hem oprecht dat zoveel Nederlanders, en dan vooral bewoners uit de grensregio, met hun rug naar de oosterburen leven. Vier gebieden waar we volgens Paul Sars kansen laten liggen.

1. De taal

De taal! Het Duits kent duizenden woorden méér dan het Nederlands. ‘Het is een fantastisch mooie taal. Zo rijk! Duits telt ontzettend veel gebruikers en is als Germaanse taal ook geverfd door de Slavische, Romaanse en Noordse cultuur. Duitsland heeft negen buurlanden, het Duits is een mengelmoes, de taal van Midden-Europa. Zwitsers en Oostenrijkers hebben de taal verrijkt en door de vele immigranten – Duitsland is een Zuwanderungsland – komen er steeds nieuwe woorden bij.’

Voor wie de taal beheerst, gaat een wereld open. Denk aan de grote denkers en dichters die moeder Sars al voorlas. ‘Nederland kent maar één grote filosoof, Spinoza, maar dat was een Portugees-Spaanse Jood. Duitsland heeft een filosofische traditie. De Duitse cultuur is gevormd door denkers. De dichters inspireerden de filosofen en andersom. Heidegger heeft weleens gezegd dat zijn doodsanalyse was gebaseerd op het werk van de dichter Rilke.’

Sars noemt het Duits een eenheidstaal. Het land was lange tijd verdeeld – in 1600 bestond het nog uit 400 verschillende stadstaatjes – maar de taal creëerde verbondenheid. Pas na de val van de muur in 1989 volgde de eerste veilige politieke eenheid.

2. De economie

Duitsland is de grootste handelspartner van Nederland, maar zou een nog veel grotere rol kunnen spelen. ‘Kijk naar de steden Duisburg, Düsseldorf, Essen. Daar wonen miljoenen mensen, en die steden liggen dichterbij dan Amsterdam. Het zijn grote economische centra waar een enorm potentieel aan arbeidskrachten, maar ook banen ligt.’

Paul Sars op de grens. Foto: Erik van ’t Hullenaar

Je zou denken dat elke zichzelf respecterende onderneming een dependance over de grens opent om van die afzetmarkt te profiteren. Maar dat gebeurt dus niet. ‘Ja, er zijn verschillen in regelgeving, maar die zijn niet de echte oorzaak. Het zit ’m in de samenwerking zelf, in de communicatie. Duitsers zijn enorm goed in het analyseren van problemen, die willen alles van tevoren al hebben uitgedacht. Waar wij Nederlanders zeggen: we zien wel waar het schip strandt, zegt een Duitser: ik ga toch niet in een schip zitten dat zou kunnen stranden.’

‘In Nederland vragen we al snel: hoeveel knaken levert dit op?’

Dus is volgens Sars betere voorlichting nodig, een loket waar je advies kunt inwinnen, over hoe Duitsers denken en hoe Nederlanders in elkaar steken. In 2019 maakte hij in opdracht van de provincie Gelderland een plan voor een Grensinstituut Nederland-Duitsland. Het moest een fysiek gebouw worden met mensen erin die verstand hebben van beide culturen en zo grenzen kunnen slechten. Samenwerking op het gebied van (hoger) onderwijs, technologie en handel moest worden gestimuleerd.

‘Maar het plan is gestrand op de kosten. In Nederland vragen we al snel: hoeveel knaken levert dit op? Tja, het duurt wel tien of twintig jaar voor zo’n samenwerking vruchten afwerpt. De winst zit ’m in het kopiëren van best practices. Als een Duitse en een Nederlandse school in de grensstreek erin slagen te fuseren, kun je andere scholen laten zien: kijk, dit werkt, zo kunnen jullie het ook doen.’

3. Het onderwijs

Nederland telt vier universiteiten aan de grens: Groningen, Enschede, Maastricht en Nijmegen. Waarom trekken die niet samen op? Waarom maken ze het niet eenvoudiger voor Duitse studenten om in Nederland te studeren en andersom? Waarom worden Duitse en Nederlandse studenten als ‘anders’ gezien? Je zou de boel open moeten gooien, vindt Paul Sars. Dezelfde toegangseisen en beursmogelijkheden opstellen voor beide nationaliteiten. En joint degrees in het leven roepen, opleidingen waar universiteiten uit twee verschillende landen gezamenlijk een programma presenteren, zoals de master Nederland-Duitsland-Studies die Nijmegen met Münster heeft. ‘Wij hebben ook in de bachelor zo’n samenwerking met de universiteit van Duisburg-Essen, onze studenten gaan daar met een pendelbus naartoe.’

Sars kaartte het al vaak aan bij het ministerie van OCW, maar krijgt niet voor elkaar dat de hindernissen in de hele grensregio worden weggenomen. Diploma’s worden ook niet wederzijds erkend. Voorbeeldje: Duitsland heeft een groot tekort aan docenten Nederlands. Stel dat je het als leraar Nederlands ziet zitten om over de grens te gaan werken, dan zou dat in principe kunnen.

Maar docenten in Duitsland worden ambtenaar in dienst van het rijk en kunnen op die manier carrière maken of doorschuiven naar andere scholen. Een Nederlander kan niet zomaar de ambtenarenstatus krijgen. ‘Je blijft dan toch een soort tweederangsburger; ook al heb je vergelijkbare papieren, ze leveren niet hetzelfde op.’ En dus blijft die docent Nederlands braaf aan de Hollandse kant van de grens werken en verandert er nooit wat.

‘Je blijft dan toch een soort tweederangsburger’

Ook wat lager en middelbaar onderwijs betreft, laten we volgens Sars kansen liggen. Van 2017 tot 2021 voerde de Radboud Universiteit het project Nachbarsprache aan. Zo’n zesduizend Nederlandse en Duitse scholieren deden daaraan mee: ze volgden samen lessen biologie of aardrijkskunde en kwamen zo met elkaar in contact. ‘Het is voor hen een eerste kennismaking met kinderen uit een ander land, dat is dé manier om elkaars cultuur te leren. Zó belangrijk in de Europese context. Je probeert je te verplaatsen in de ander zonder jezelf als Nederlander op te geven. Zo ontstaat echte empathie.’ Het project is inmiddels afgelopen, en nieuwe subsidieregels staan een vervolg in de weg.

4. Recreatie

Veel grensbewoners komen alleen in Duitsland om te tanken of goedkoop bier in te slaan bij de Aldi. Zonde, vindt Sars. Het Reichswald is natuurlijk prachtig om te wandelen, maar zak eens iets verder af naar het zuiden en laaf je aan de schoonheid van het landschap aan de Duitse kant van de Maas bij Nettetal. Of bezoek eens een Duitse theatervoorstelling. ‘Hier vinden we een bühne van 40 meter al groot, daar heb je bühnes van wel 140 meter! En de acteurs hebben een heel andere status, dat zijn echte grootheden.’

We zouden vaker de grens oversteken als de infrastructuur beter geregeld was, stelt hij. Zowel de Nederlandse als de Duitse overheid kijkt alleen naar het eigen landje als ze denken over bereikbaarheid. Bij wijze van voorbeeld toont hij de routeplanner op zijn telefoon. Morgen heeft hij een ontbijtafspraak in Xanten, liefst gaat hij met het openbaar vervoer. ‘Reistijd: twee uur en negentien minuten’, roept hij uit. ‘Met de auto is het vijftig minuten. Dat is toch idioot?’ Ook een treinverbinding tussen Nijmegen en Kleef is, ondanks herhaalde lobby’s, nog altijd geen realiteit.

Sars schudt zijn hoofd en schenkt nog maar eens een kopje Fencheltee in – de zakjes komen uit de Duitse supermarkt. Zolang hij hoogleraar is, zal hij zijn best doen om zowel Nederlanders als Duitsers een 360 graden-leefwereld te laten zien, in plaats van een beperkte blik van 180 graden met de rug tegen de landsgrens.

Leuk dat je Vox leest! Wil je op de hoogte blijven van al het universiteitsnieuws?

Bedankt voor het toevoegen van de vox-app!

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!