Wagenings rapport stelt vast: insectenonderzoek was wél gedegen
Het Nijmeegse onderzoek over de drastische afname van insecten sloeg vorig jaar in als een bom. Er kwam ook kritiek, maar die is onterecht, blijkt nu uit een omvangrijke Wageningse studie. Conclusie is dat de Nijmeegse biologen Caspar Hallmann, Hans de Kroon en hun collega's gedegen onderzoek hebben gedaan.
Toen Hans de Kroon en Caspar Hallmann vorig jaar hun onderzoek over de dramatische afname van de hoeveelheid insecten in Nederland publiceerden, was de impact groot. De lijst met (internationale) media die het Nijmeegse onderzoek oppikten was lang – héél lang. Maar misschien nog belangrijker: ook verantwoordelijk minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedsel) was geschrokken en liet extra onderzoek uitvoeren.
De Nijmeegse biologen toonden aan dat het aantal vliegende insecten de afgelopen 27 jaar met maar liefst 76 procent achteruit is gegaan. Het onderzoek is uitgevoerd in Duitsland, maar zegt ook veel over de Nederlandse biodiversiteit, menen De Kroon en Hallmann. En dat is slecht nieuws voor onze bijtjes en muggen: insecten zorgen voor bestuiving, vormen een voedselbron en dragen bij aan stofomzettingen in de bodem.
Wake-up call
Na de publicatie klonk er ook kritiek. De Wageningse entomologen Kees Booij en Theodoor Heijerman maakten gehakt van het onderzoek op de site Kennislink. De dataset die De Kroon en Hallmann hadden gebruikt zou niet robuust genoeg zijn om conclusies te trekken over Nederland. ‘Het is hooguit een wake-up call’, zei Kees Booij tegen Vox.
Minister Schouten had ondertussen al opdracht gegeven aan andere Wageningse onderzoekers, van het instituut Wageningen Environmental Research (WENR), om het onderzoek van De Kroon en Hallmann kritisch tegen het licht te houden. Daaruit blijkt nu dat er ‘enige voorzichtigheid geboden moet worden bij het extrapoleren van de resultaten naar Nederland.’ Maar: het onderzoek is wel degelijk robuust.
Volgens de Kroon is de uitkomst van WENR vooral een bevestiging voor het werk van de Duitse collega’s en zijn team. ‘We zijn niet over een nacht ijs gegaan.’ Over het artikel op Kennislink wil hij niet veel kwijt. ‘Daar zullen we het maar niet over hebben. Dat was een nogal opmerkelijk bericht.’
Bouwsteen
Op basis van de Wageningse reflectie concludeert minister Schouten dat de achteruitgang van het aantal insecten bijzonder zorgelijk is. Het rapport van het WENR dient ‘als een bouwsteen voor de visie over de verbinding tussen landbouw en natuur waar ik nu aan werk’, schrijft ze aan de Tweede Kamer.
Ook buiten Den Haag zoeken verschillende personen en organisaties elkaar inmiddels op om na te denken over mogelijke oplossingen voor het verlies aan insectenpopulaties. Op initiatief van het NERN (Netherlands Ecological Research Network) en met steun van de minister en de Tweede Kamer werken wetenschappers samen met maatschappelijke organisaties en bedrijven aan een ‘Deltaplan Biodiversiteitsherstel’. Volgens De Kroon is dat heel belangrijk. ‘We kunnen de insecten nog redden, als we dat echt willen.’