Was jij in het verzet gegaan?
Promovendus Lennert Savenije doet onderzoek naar verzet en collaboratie in Nijmegen in 1940-1945. Vox sprak hem over de biografie die oud-RU-medewerker Anneke Nolet schreef over haar peettante, de Nijmeegse verzetsvrouw Annie van Velzen. Nijmegen opende afgelopen weekend zijn nieuwe brug De Oversteek, vernoemd naar de militaire operatie die in 1944 de bevrijding van de stad inluidde. Maar hieraan vooraf gingen zware oorlogsjaren, waarin de Nijmegenaren aangewezen waren op hun eigen overlevingsstrategieën. Sommigen collaboreerden met de Duitsers, anderen gingen in het verzet en dan was er de terughoudende meerderheid die niet blij was met het Duitse bewind, maar er ook niet openlijk tegenin ging. Anneke Nolet, alumnus en tot 2006 medewerker van de universiteit, schreef een biografie over verzetsstrijdster Annie van Velzen (1894-1967), haar peettante. Nolets moeder ontmoette Van Velzen tijdens WO II in Kamp Vught. Kinderpolitie Van Velzen was een van de eerste vrouwen bij de Nijmeegse politie. Ze werkte bij de kinderpolitie. De rol van de Nijmeegse politie tijdens 1940-1945 is niet onbesmet, weet Lennert Savenije, die een proefschrift schrijft over hoe de inwoners van Nijmegen de oorlogsjaren doorkwamen. ‘Van de circa 500 Nijmeegse joden hebben voor zover we weten slechts 40 de oorlog overleefd. De politie was betrokken bij de vervolging van de joden. In 1941 werd er een NSB’er aangesteld als commissaris van het politiekorps, die het oppakken van joodse mensen als een hoofdtaak zag.’ Maar: Annie van Velzen zat dus wel in het verzet, met een groepje andere politiemensen. ‘Na de mislukte executie van een infiltrant dook een collega bij haar onder. Verzetswerk was meestal niet spektaculair als in Soldaat van Oranje. Het bestond uit het aanwenden van je contacten, het bieden van onderdak, het verspreiden van verzetsblaadjes en dergelijke.’ Van Velzen werd opgepakt en kwam terecht in Kamp Vught en daarna in het gevreesde vrouwenkamp Ravensbrück. Gelukkig werd ze in 1945 bevrijd en ze keerde via een hersteloord in Zweden terug naar Nijmegen, waar ze haar werk weer oppakte. Morele dilemma’s Als je Van Velzens levensverhaal leest, vraag je je af of je in haar plaats even dapper was geweest. In de Tweede Wereldoorlog waren ook studenten actief in het verzet, zoals de rechtenstudent Jan van Hoof, van wie gezegd wordt dat hij de Waalbrug heeft gered van opblazing door de Duitsers. Hij sneuvelde op 22-jarige leeftijd. Savenije: ‘Inmiddels weten we zo goed als zeker dat Van Hoof niet de Waalbrug heeft gered, maar hij was zeker actief in het verzet. En dat waren meer studenten, vooral toen de kans toenam dat zij opgeroepen werden voor de Arbeitseinsatz.’ Wat Savenije opvalt in zijn onderzoek, is dat het geloof voor veel verzetsmensen een drijfveer was. ‘Dat zie je ook bij Annie van Velzen: ze schrijft steeds weer over de kracht die ze uit het katholieke geloof put.’ Tegenwoordig speelt het geloof nauwelijks nog een rol. Maar verhalen over de oorlog dwingen je wel na te denken over morele dilemma’s. Savenije: ‘De oorlog staat de laatste jaren in hernieuwde belangstelling. De laatste betrokkenen overlijden en nabestaanden gaan op onderzoek uit. Er verschijnen meer boeken zoals dat van Nolet.’ Gedenksteen Meer weten over de universiteit tijdens de oorlogstijd? De namen van alle gevallenen, studenten en docenten staan op een gedenksteen in de Aula. Meer informatie over de namen kun je vinden op www.oorlogsdodennijmegen.nl, een website waar Lennert Savenije aan meewerkt. / Lydia van Aert Ene mejuffrouw Van Velzen – 1894-1967, Inspectrice van de Nijmeegse Kinderpolitie en verzetsvrouw, Anneke Nolet, Valkhof Pers
sjoerd b. schreef op 25 november 2013 om 14:49
“……..het geloof voor veel verzetsmensen een drijfveer was. ‘Dat zie je ook bij Annie van Velzen: ze schrijft steeds weer over de kracht die ze uit het katholieke geloof put.’ Tegenwoordig speelt het geloof nauwelijks nog een rol.”
Deze conclusie lijkt mij te kort door de bocht. Kijk naar Syrië, waar veel moslims uit geloofsovertuiging naar toe trekken om “daden van verzet” te verrichten.
Hoewel dit in de media veelal afgeschilderd wordt als “daden van terreur”, is het de vraag of dit over 70 jaar nog steeds de werkelijkheid is en kunnen we net zoals nu bepalen wat verzet is en wat niet. Hoe kijkt men dan naar deze Syrië-gangers die hun kracht putten uit het geloof?
Lydia van Aert schreef op 23 september 2014 om 10:26
Hoi Sjoerd,
Daar heb je een punt. Die zin is geschreven vanuit Nederlands/westers/christelijk/ons oogpunt.