Wat maakt een vader? (12): de thuiswerkende man zorgt meer voor zijn kroost
Redacteur Mathijs Noij koppelt zijn persoonlijke ervaringen als vader aan de wetenschap. In deel 12: de coronacrisis trekt de ongelijke taakverdeling tussen vaders en moeders een heel klein beetje recht, maar voor hoe lang?
2020 is voor mij nogal een atypisch jaar, om het zachtjes uit te drukken. In maart waaide een onbekend virus over naar Nederland en ondervond ik voor het eerst – zoals iedereen – hoe het is om een deel van mijn vrijheid te verliezen. De beperkingen van de coronacrisis bleken echter peanuts bij wat me nog te wachten stond.
Rollator
Zoals ik in mijn vorige column schreef, viel ik in juni van mijn mountainbike en belandde een week in het ziekenhuis. Toen ik daar goed en wel van hersteld was, werd ik ziek. De diagnose: het Guillain-Barré Syndroom, een neurologische ziekte waar ik nog nooit van had gehoord.
Een paar weken lang bewoog ik me voort achter een rollator. Met mijn gevoelloze handen was een appje sturen al lastig. Zelfs praten of diep doorademen ging niet meer zo makkelijk als ik gewend was. Het goede nieuws: de malheur was tijdelijk en ik voel me inmiddels weer goed. Na twee maanden op een ziekenhuiskamer voelt mijn bescheiden rijtjeshuis aan een drukke Nijmeegse straat als een paradijs.
Terwijl ik wekenlang niet voor mijn dochters kon zorgen, waren de meeste vaders en moeders door de coronacrisis juist méér thuis dan voorheen. In plaats van een zakje boterhammen open te scheuren achter hun bureau op kantoor, schoven zij opeens thuis aan voor de lunch. Het leven van Nederlandse gezinnen kreeg daarmee een interessante nieuwe dynamiek – voor wetenschappers is de coronacrisis een natuurlijk experiment dat zijn gelijke niet kent.
Boterhammen smeren
Een van die enthousiaste onderzoekers die bovenop de lockdown sprong, was socioloog Stéfanie André. Zij houdt zich bezig met de vraag hoe mannen zorgtaken combineren met werk. André: ‘Toen de scholen dichtgingen, vroeg ik me af: wie gaat voor de kinderen zorgen? Wie gaat thuisonderwijs geven?’ Samen met collega’s van drie universiteiten doet André een onderzoek naar de verdeling van de zorg- en huishoudelijke taken tussen mannen en vrouwen op verschillende momenten in de crisis.
Vorige maand brachten zij de bevindingen van hun tweede meetmoment naar buiten, over juni van dit jaar. Scholen en kinderopvangcentra waren toen weer open, maar thuiswerken was nog altijd het devies. Wat bleek? Nog meer mannen dan aan het begin van de lockdown waren meer voor hun kinderen gaan zorgen. Die 31 procent van de vaders besteedde gemiddeld ruim tien uur per week extra met hun kroost.
‘Wij zijn een enorm traditioneel land’
Dat vaders drukker in de weer zijn met luiers, thuisonderwijs en het smeren van boterhammen is goed nieuws, volgens onderzoeker André. ‘Voor hun emancipatie is dat hoopvol.’ André legt uit dat er voor de coronacrisis een hoop vaders waren die graag méér voor hun kinderen wilden zorgen, maar dat niet voor elkaar kregen op het werk – bijvoorbeeld omdat zij geacht werden vijf dagen in de week naar kantoor te komen. ‘Vaders hadden voor de coronacrisis het gevoel dat een dag in de week thuis blijven geen optie was. Want er zijn toch vergaderingen?’
De Nederlandse werkcultuur speelt daarin een belangrijke rol, aldus André. In het Nederlandse modelgezin werkt vader voltijds, en is moeder ten minste twee dagen in de week thuis met de kinderen. André: ‘Wij zijn hierin een enorm traditioneel land. De ideeën over de rolverdeling, en hoe vaak kinderen naar de kinderopvang zouden mogen gaan, leven hier heel sterk.’ Dat André en haar man hun kinderen drie dagen naar de opvang brachten, leidde soms al tot gefronste wenkbrauwen.
Zorgambities
Door de coronacrisis krijgen de vaders met ‘zorgambities’ nu de kans om meer met hun kinderen te zijn. Maar hoe lang zal dat zo blijven, met een coronavaccin in aantocht? André is hoopvol. ‘We zien nu: werknemers zijn best een dagje misbaar op kantoor. Inbellen werkt ook prima. Dat kan een opening bieden om in gesprek te gaan met de leidinggevende over één of twee dagen thuiswerken, en het flexibel indelen van werktijden. Zo kunnen vaders ’s middags bijvoorbeeld met de kinderen zijn. Kunnen ze tussendoor ook nog even stofzuigen.’
Want ook op dat vlak, van het huishouden, valt nog het een en ander recht te trekken, blijkt uit het onderzoek. De vrije tijd van moeders staat tijdens de coronacrisis veel meer onder druk dan die van vaders. ‘Zonder vrije tijd bouwen mensen geen veerkracht op die nodig is voor het omgaan met tegenslagen’, zegt André.
Een verklaring voor dat verschil heeft André ook niet. ‘Al zie je wel vaak dat moeders hun vrije tijd combineren met nuttige dingen – ze kijken bijvoorbeeld een serie en vouwen ondertussen de was. Vaders stappen vaker op hun racefiets en zijn dan weg.’
Voordat ik weer op mijn mountainbike spring, zal mijn conditie nog aanzienlijk moeten verbeteren. Met de stofzuiger kan ik inmiddels wel prima overweg. En als mijn vrouw thuiskomt van het werk, staat het eten al klaar. Maar of dat de weken goedmaakt dat mijn vrouw er alleen voor stond door mijn ziekte, waag ik te betwijfelen.