Wat maakt een vader? (9): ‘gezeur’ over slaapgebrek
Redacteur Mathijs Noij (30) koppelt zijn persoonlijke ervaringen als vader aan de wetenschap. In deel 9: hoe erg is het als kinderen hun ouders uit hun slaap houden?
Om slapen een van mijn hobby’s te noemen gaat wat ver. Maar een prettige activiteit is het wel en ik ben er van nature ook best goed in. Vroeger maakte ik gemakkelijk nachten van negen, tien uur. Ik hoefde mijn hoofd maar op het kussen te leggen en ik was vertrokken.
Totdat ik kinderen kreeg. Opeens weet je wat ze bedoelen met gebroken nachten. Hoe het voelt om alle uren op de digitale wekker te zien en overdag als een zombie door de dag te dwalen. Hoe je met je kussen op je hoofd gedrukt het babygehuil probeert te negeren, maar bij voorbaat weet dat dat kansloos is. ‘Ach, het gaat vanzelf voorbij’, hoor je familie en vrienden zeggen. ‘Het hoort er nu eenmaal bij.’ Houd toch je mond, denk ik dan, ik wil gewoon slapen – meer dan drie uur achter elkaar.
Vooral de eerste maanden na de geboorte van mijn tweede dochter vielen niet mee. Met een jonge baby in huis waren mijn vrouw en ik vaak tot ’s avonds laat in de weer met flesjes warme melk. En onze oudste dochter heeft vele kwaliteiten, maar uitslapen hoort daar niet bij: soms staat ze al om 6 uur klaar voor het ontbijt. Zaak is om in de tussentijd zo veel mogelijk uurtjes te pakken.
Lange nacht
‘Slaapprofessor’ Ton Coenen lijkt niet onder de indruk van mijn klaagzang. Hij is gepensioneerd breinwetenschapper en specialiseerde zich tijdens zijn loopbaan in slaap. ‘Mensen die klagen dat ze geen oog dicht doen, slapen vaak veel meer dan ze denken’, valt hij met de deur in huis. Talloze keren bekeek hij het slaappatroon van zijn proefpersonen met behulp van een bewegingssensor. En wat bleek? ‘Dan zie je dat ze toch een behoorlijke nacht hebben gemaakt.’
Stel ik me dan aan? ‘Zo zou ik het niet willen zeggen’, reageert Coenen. ‘Maar er is nu eenmaal een discrepantie tussen de subjectieve en de objectieve werkelijkheid. Een nacht voelt gewoon heel lang als je vaak wakker bent.’
Iemand uit zijn slaap houden is een beruchte marteltechniek
Een tijdje wat minder slapen, is sowieso geen reden tot zorg, begrijp ik van Coenen. ‘Concentreren is lastiger, je bent minder alert en hebt een wat trager reactievermogen.’ Als je pech hebt vang je een griepje op, omdat je immuunsysteem wat schade heeft opgelopen. Maar dat slaapgebrek een serieus gevaar vormt voor je gezondheid, zo ver komt het zelden. ‘Dan wordt de slaap zo dwingend, dat je toch wel in slaap valt.’
Behalve als je bruut wakker wordt gehouden. Dat is niet voor niets een beruchte marteltechniek. Mensenrechtenorganisatie Human Right’s Watch tekende een paar jaar geleden de verhalen op van Chinese gevangenen die wakker werden gehouden, onder andere door met lampen in hun ogen te schijnen. ‘Niet slapen wordt mensen uiteindelijk fataal’, zegt Coenen. ‘Na twee à drie weken vallen vitale organen en functies uit.’
Signalen opvangen
Bij die getuigenissen valt mijn geklaag in het niet. En de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat mijn nachtrust lang niet meer zo op de proef gesteld wordt nu mijn jongste dochter één jaar oud is. ‘Baby’s hebben nu eenmaal een tijdje nodig om het ritme van dag en nacht te komen’, aldus Coenen. ‘Ze moeten daarvoor de signalen leren opvangen.’
Bleken die opbeurende opmerkingen van vrienden en familie dus tóch te kloppen.