De huidige universitaire studentenraad (USR) heeft zijn laatste vergadercyclus afgerond en geeft na de zomervakantie het stokje door aan de nieuwe lichting. Hoe heeft deze USR het afgelopen jaar gefunctioneerd? We blikken terug met rector magnificus Bas Kortmann.

Ik kijk terug op een.. ‘….jaar met een heel actieve studentenraad. Deze lichting is de meest actieve geweest van de studentenraden die ik in de afgelopen zes jaar heb meegemaakt. Ze hadden een hele goede voorzitter en hebben prima werk geleverd. De kwaliteit van de stukken was zonder meer goed, enkelen waren zelfs heel goed. Hun notitie Studeren op de campus bijvoorbeeld. En ook de nota over de restauratieve dienst. Het facilitair bedrijf heeft een aantal aanbevelingen overgenomen.’ ‘De suggestie om her en der op de campus ontspanningsplekken in te richten ligt in het verlengde van de discussie die we gevoerd hebben, maar ik had er zelf niet meteen aan gedacht. Het is een goed idee; ik ben wel een voorstander van rollend geluk, zoals ik een biljart graag noem.’ Wat hebben ze voor elkaar weten te krijgen? Waar hebben ze jullie (het college van bestuur, red.) echt van weten te overtuigen? ‘Webcolleges, daar voelden we helemaal niet zo veel voor. Door te laten zien hoe ze er bij FNWI gebruik van maken hebben ze ons weten te overtuigen. Dat heeft ertoe geleid dat we de faciliteiten gaan aanleggen om webcolleges op te nemen. Binnenkort moet het mogelijk zijn en staat het opleidingen vrij om webcolleges aan te bieden.’ ‘Wij voelen er overigens niets voor om opleidingen en faculteiten op dit gebied de wet voor te schrijven. Webcolleges aanbieden is een keuze: wij maken het mogelijk, en als je het doet is het belangrijk dat beeld en geluid van uitstekende kwaliteit zijn.’ Wat hadden ze beter kunnen doen? ‘Studenten hebben de neiging om op centraal niveau allerlei besluiten te willen nemen. Dat zag je bij de  behandeling van het rapport Kwaliteit, Binding en Duidelijkheid. Daar zat een bijlage bij met allerlei maatregelen. Het staat opleidingen vrij om zelf keuzes te maken, om een eitje te kiezen uit het mandje dat wij ze aandragen. Vervolgens ben ik tijdens de vergadering met de studenten aan het bakkeleien geweest over dat lijstje: ze probeerden me zo ver te krijgen dat ik bij iedere maatregel ging aangeven of het wel of geen goede suggestie zou zijn. Dat ga ik niet doen. Dit college pretendeert niet alles te weten: wat bij scheikunde of Duits werkt, hoeft niet te werken bij psychologie of rechten. Opleidingen kunnen dat beter inschatten dan wij: ik ga ze op dat punt geen opdrachten geven.’ ‘Overigens zeg ik dat ieder jaar, minimaal een paar keer per jaar.’ In september staat de volgende lichting weer klaar. Wat zou u hen mee willen geven? ‘Het wordt een interessant jaar. Er zijn relatief veel wisselingen in de universitaire gezamenlijke vergadering (UGV), ook de ondernemingsraad heeft verkiezingen gehad. Het lijkt me zinvol dat de studenten de opleidingen goed in de gaten houden, om te zien dat de afspraken in het kader van de onderwijsintensivering op de juiste wijze worden nagekomen. Ik heb zelf het idee dat het goed gaat, maar als ik een student nu nog hoor spreken over ophokuren dan schrik ik daarvan.’ ‘De regeling fonds zal vast tot gespreksstof leiden. De discussie over de stemverhouding vind ik niet zo interessant. De medezeggenschap op de Radboud Universiteit functioneert zeer goed en wat mij betreft hoeven we daar niet aan te sleutelen. Never change a winning team. Ik ben blij dat we hier met een harmoniemodel werken en niet van conflict in conflict rollen.’ ‘Als we al naar de stemverhouding gaan kijken, nemen we het hele systeem onder de loep. Studenten schermen graag met het landelijke systeem, maar dan moeten ze beseffen dat ze op punten ook zeggenschap verliezen.’ / Mark Merks