Welters’ weemoedige wereld: Meijer en het metamodernisme

26 mrt 2012

Ik ken hem niet persoonlijk, maar hij fietste vroeger vanuit Zeddam samen met mijn schoonzus naar de middelbare school in Doetinchem. Dat is in elk geval al een grote plus voor Gerard Meijer, onze nieuwe collegevoorzitter. Hij is even oud als ik. Dus ook een telg van de Joy Division  post babyboom no future-generatie. Dat zou een flinke min kunnen zijn. Ware het niet dat Meijer met de grootst mogelijke lof natuurkunde in Nijmegen studeerde en zich daarna gespecialiseerde in de buckyballs, 60 koolstofatomen die samen één groot molecuul vormen waarbij de rangschikking precies zo is als bij de vijf- en zeshoeken van een voetbal.

Meijer schopte het uiteindelijk tot internationaal vermaarde moleculaire fysicus en directeur van het prestigieuze Fritz-Haber-Institut der Max-Planck-Gesellschaft in Berlijn. Dat is duidelijk andere koek dan, zoals ik, afstuderen in de wijsbegeerte op een vage scriptie over het ontluikend postmodernisme in het werk van de Franse amateurfilosoof annex pornograaf Georges Bataille.

Als ik het zo van een veilig afstandje bekijk past Meijers wetenschappelijke Werdegang prima in de Achterhoekse moraal waarin hij moet zijn opgevoed: gewóón doen, geen gekkigheid, geen opsmuk, stug doorwerken. Een geaarde fysicus kortom, die druk bezig is met materie. ‘Alle stoffen zijn opgebouwd uit kleine starre bolletjes’, zoals de oud-Griekse atomenfilosoof Democritus al wist. Meijer is – zoals de ongeschreven Achterhoekse wet voorschrijft  – keurig getrouwd, heeft drie kinderen en komt dus nu in zijn vijftigste levensjaar weer dicht bij zijn geboortegrond wonen en werken.

Meijer heeft ook al door dat de Radboud Universiteit meer is dan het Huygensgebouw en de UMC-ziekenfabriek. Hij heeft zelfs al aan Letteren-decaan Paul Sars (ook al zo’n generatiegenoot die het anders dan ik wél tot iets achtenswaardigs heeft geschopt) laten weten dat hij als keiharde bèta wel degelijk iets in de boterzachte letterkunde ziet. ‘Waar internationale kwaliteit zit, zal ik die zichtbaar maken en verzilveren‘. Wat wil je, je gaat als kersverse nieuwe grote roerganger uiteraard niet op voorhand al groepen uitsluiten voor wie Nature en Science zelden zijn weggelegd.

De echte lakmoesproef voor Meijers humaniora-lenigheid zal de confrontatie zijn met het metamodernisme van ons aller Timotheus Vermeulen. Die stipuleert dat het postmodernisme uit de jaren ’90 ons heeft geleerd alles te deconstrueren, te verbrokkelen en weg te relativeren. Maar nu is er een generatie die ondanks het eeuwig doorzeurend besef dat ons bestaan totaal zinloos is, moedig voorwaarts wil. To try in spite of noemt de – vast niet toevallig met een bijbelse voornaam gezegende – Vermeulen dat. Of anders wel ‘geïnformeerde naïviteit’ of ‘pragmatisch utopisme’ op de wijze van Occupy.

Kortom, het eeuwige behoedzaam laveren tussen droom en daad en zacht en hard. Gerard Meijer zou dat als –  naar ik mag aannemen – verlichte katholieke goed moeten kunnen. ‘Metamodernisme’ lijkt me trouwens een tastbaarder star bolletje dan dat volstrekt vage Higgs-deeltje. Hoe dan ook, ik ben razend benieuwd naar Meijers bestuurlijk ontpoppen alhier.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!