Werken aan de universiteit is ongezond
Twee derde van de medewerkers aan de Radboud Universiteit ervaart de werkdruk als hoog of zelfs zeer hoog. Dit blijkt uit onderzoek van vakbond FNV uit januari, waarvan nu ook de Nijmeegse cijfers bekend zijn. De werkdruk aan de Radboud Universiteit is net zo hoog als elders. ‘Het wordt tijd om dit aan te pakken.’
Het is even schrikken, de hele rij cijfers over werkbelasting van het universitair personeel (zie kader). Hans Elvers, de eerste man van het FNV op de campus: ‘Onder de onderzoekers is zoveel druk dat ze het zich nauwelijks kunnen veroorloven om ziek te zijn. Niet best. Het wordt tijd om dit aan te pakken.’
60 procent overweegt weleens van baan te veranderen vanwege de werkdruk
Vakbondsfunctionaris Elizabeth van Wensveen ziet in het verhaal ook een positieve boodschap. ‘Het is net als met de opwarming van de aarde: we vragen al jaren aandacht voor de hoge werkdruk en nú is het moment gekomen dat we er niet meer omheen kunnen.’ Ze wijst met name op de werkdruk onder het ondersteunend personeel. ‘Er moet steeds meer werk worden gedaan met minder handjes.’
Actie ondernemen
Tijd voor maatregelen dus, al wil Hans Elvers niet meteen alle pijlen op het college van bestuur richten. ‘Ons college heeft er al heel veel aandacht voor, maar werkdruk hangt samen met veel factoren waar de universiteit geen invloed op heeft.’ Elvers wijst op de in de enquête genoemde oorzaken van de werkdruk: de groei van de studentenaantallen, de publicatiedruk en de grote hoeveelheid tijd die is gemoeid met subsidieaanvragen.
Bovenaan het actielijstje van de twee FNV-medewerkers staat het terugdringen van de grote hoeveelheid tijdelijk personeel. Dertig procent van het werk rust op tijdelijke schouders, in Nijmegen niet anders dan aan andere universiteiten. Elvers bepleit een groter aantal vaste contracten. Dit neemt de onzekerheid weg bij het groot aantal flexibele medewerkers én het verlaagt de werkdruk in de teams. Van Wensveen: ‘Het is dan gemakkelijker om werk over te dragen en om werkafspraken te maken. En het is goed voor de cohesie in de teams.’
[kader-xl]
Nijmeegse werkdruk in veertien cijfers
- Bijna 80 procent van het wetenschappelijke personeel noemt de werkdruk hoog of zeer hoog, voor het overig personeel: 51 procent
- 60 procent overweegt weleens van baan te veranderen vanwege de werkdruk
- 55 procent werkt tijdens vakantiedagen (minstens twee tot meer dan tien opgenomen dagen).
- Bijna 70 procent kan de vakantiedagen niet opmaken.
- Driekwart werkt meer dan de contracturen, bijna 60 procent werkt ’s avonds door.
- 57 procent werkt met een gevoel van onrust.
- 67 procent ervaart piekbelasting, 91 procent werkt met deadlines.
- Bij 45 procent schieten regelmatig de pauzes erbij in.
- 64 procent krijgt het werk niet af.
- 71 procent laat dingen lopen die voor de persoonlijke ontwikkeling in de functie van belang zijn.
- 57 procent heeft wel een psychische of lichamelijke klachten gehad als gevolg van werkbelasting.
- 62 procent ervaart niet de ruimte om zich ziek te melden
- 41 procent heeft een maand of langer doorgewerkt met klachten.
- 35 procent vreest schadelijke gezondheidseffecten vanwege de werkdruk.
[/kader-xl]
Willy Peters schreef op 17 februari 2017 om 12:06
Hoezo wijst mw. Van Wensveen op de werkdruk bij het ondersteunend personeel: in het overzicht wordt gemeld dat het wetenschappelijk personeel een aanzienlijk zwaardere belasting ervaart. Is dit een vakbondsreflex?