Wetenschapper en Eerste Kamerlid? ‘Gaat prima samen’

27 mei 2019 ,

Drie Radboud-wetenschappers zaten de afgelopen ambtstermijn in de Eerste Kamer. Een voorrecht dat ook nog eens tot mooie kruisbestuiving leidt, vinden ze. ‘Maar ik ga daar niet voor de Radboud Universiteit staan lobbyen.’

Vandaag kiezen de Provinciale Staten de nieuwe leden van de Eerste Kamer. Op drie van de 75 Senaatszetels zaten de voorbije vier jaar Radboud-wetenschappers. Een van hen, Esther-Mirjam Sent (PvdA), is opnieuw verkiesbaar, Sophie van Bijsterveld (CDA) stopt. Senator nummer drie, Tineke Strik (GroenLinks), stapt over naar het Europees Parlement, waar zij de afgelopen dagen voor werd verkozen.

Eerste Kamerleden hebben een bijzondere functie. Ze doen hun politieke werk parttime, naast een baan in de samenleving, zoals bij bedrijven of overheid. Niet iedereen is in staat beide functies zuiver te scheiden, belangenverstrengeling ligt op de loer. Zo werd onlangs nog VVD-fractievoorzitter Anne-Wil Duthler om die reden uit de partij gezet. Andersom kunnen politieke werkzaamheden de academische onafhankelijkheid ook onder druk zetten.

Hoe gaan de Nijmeegse senatoren hiermee om? En heeft het voordelen dat Radboud-medewerkers dicht bij het politieke vuur in Den Haag zitten?

Hoogleraar Economie Esther-Mirjam Sent (52) – Eerste Kamerlid sinds 2011 voor de PvdA

‘Het is een waanzinnig voorrecht om wetenschap met politiek te combineren. In de politiek breng ik de wetenschap in, en in mijn wetenschap de politiek. De nieuwe donorwet is bijvoorbeeld interessant voor mijn vakgebied, de gedragseconomie. Dat je nu automatisch donor wordt, in plaats van pas na actieve toestemming, is in feite een vorm van nudging, gedragsbeïnvloeding. Mensen worden nergens toe verplicht, maar je verandert de standaardoptie van ‘nee’ naar ‘ja’. Maar leent zo’n ethisch beladen onderwerp zich eigenlijk wel voor nudging? Dat vind ik interessante discussies – en die voer ik graag met mijn studenten.

Esther-Mirjam Sent

Nu mijn partijkleur bekend is letten studenten daarop, zeker nu er debat is over vermeende linkse indoctrinatie op universiteiten. Ik uit mij in mijn colleges daarom juist eerder wat rechtser, merk ik, om niet het stempel ‘PvdA-hoogleraar’ te krijgen. Maar bedenk wel: we hebben ook hoogleraren die een belangrijke rol bij het CDA vervullen, of prominent lid zijn van D66. Iedereen stemt, alleen bij mij is ook bekend wát.

Volgens mij is het waardevol dat er mensen uit Nijmegen in de Eerste Kamer zitten. Ik ga natuurlijk zelf niet lobbyen voor de Radboud Universiteit, maar ik weet door mijn kamerlidmaatschap natuurlijk wel hoe het in Den Haag werkt. Ik merk bijvoorbeeld dat sommige universiteiten veel zichtbaarder zijn. De Radboud Universiteit wil daarom bijeenkomsten voor politici organiseren in Den Haag met Nijmeegse wetenschappers. Zo wordt onze expertise zichtbaarder.

Ik ga heel bewust om met mogelijke belangenconflicten. Zo was ik zelf in het verleden fractiewoordvoerder over hoger onderwijs. Die taak heb ik overgedragen toen ik hier (bij de faculteit Managementwetenschappen, red.) een bestuursfunctie kreeg als vice-decaan onderwijs. Maar wat integer handelen is, en wat niet, dat is niet altijd zwart-wit. Daar hebben we onlangs uitgebreid een debat over gevoerd. Dat is heel goed geweest. Nu hebben we een gedragscode integriteit met duidelijke richtlijnen en definities van wat wel en niet toelaatbaar is. Als er een mogelijk belangenconflict is, dan volg je de fractielijn, is onze afspraak. Maar wat ik nog belangrijker vind is dat we onderling over integriteit blijven praten, want daarmee bevorder je die ook.’

Sophie van Bijsterveld (58) – hoogleraar Religie, recht en samenleving en Senaatslid sinds 2007 voor het CDA.

‘Het is geweldig om straks drie termijnen Eerste Kamerlid te zijn geweest, ik vond het prachtig – en belangrijk – om te doen. Twaalf jaar is de maximumtermijn volgens onze partijregels, daarom stop ik er nu mee. Dat is ook goed voor het democratisch proces.

Sophie van Bijsterveld. Foto: RU

Een dag in de week was ik helemaal ondergedompeld in het wetgevingsproces en de politiek, dat ga ik missen. Die politieke spanning is nu weg. De dinsdagen in Den Haag zaten vol overleggen, commissievergaderingen en stemmingen. Ik vond het mooi om daar de theorie waar ik me in Nijmegen mee bezighoud – staatsrecht – in de praktijk te brengen. Je draagt direct bij aan wetgeving.

Die ervaring heeft ook mijn werk in Nijmegen gescherpt. Als wetenschapper ben ik heel erg van de nuance – voors en tegens belichten. In Den Haag leer je dat je uiteindelijk toch een knoop moet doorhakken: ja of nee, met de bijbehorende consequenties voor de samenleving. Dat houd ik nu veel meer in mijn achterhoofd in mijn wetenschappelijke werk dan vroeger.

Of het goed is voor de Radboud Universiteit om mensen in de Senaat te hebben? Zo zou ik het niet willen benaderen. Het heeft geen direct voordeel en ik zit er namens het CDA, niet namens de universiteit. We zien elkaar als Nijmeegse leden ook niet structureel, hooguit in de wandelgangen of als collega-woordvoerders over hetzelfde wetsvoorstel.

In zijn algemeenheid is het van meerwaarde voor de universiteit dat veel van haar medewerkers ook maatschappelijke functies hebben. Dat geldt zeker voor terreinen waar de praktijk wat verder af staat van het academisch werk. Zo houd je binding met de samenleving, en dat is natuurlijk ook een belangrijke taak van de Eerste Kamer: hoe landt wetgeving in de maatschappij?’

Tineke Strik (57) – hoofddocent rechtssociologie en migratierecht; lid van de Eerste Kamer sinds 2007 voor Groenlinks.

‘Ik denk dat het goed is dat er Nijmegenaren in de Senaat zitten. Niet zozeer direct, maar het is wel handig om aan beide kanten kennis en contacten op te doen. Als wetenschapper is het bijvoorbeeld fijn dat je precies weet wat er in de politiek speelt, dat je de mensen kent die de wetgeving maken en weet welke wetgeving eraan zit te komen. Op die manier kun je daar een beetje op inspelen, maar heb je ook meer inzicht in waarom zo’n wet tot stand komt en wat de context daarvan is.

Tineke Strik. Foto: RU

Mensen kunnen je daarop ook aanspreken: hier in Nijmegen word ik bijvoorbeeld regelmatig gevraagd om te spreken bij lezingen over de achtergrond en argumenten van nieuwe wetgeving en beslissingen.

Andersom is het ook goed dat je weet wat er in Nijmegen of de academische wereld in zijn geheel speelt, en verder kunt kijken dan Den Haag. Ik ga daar niet voor de Radboud Universiteit staan lobbyen, maar die verschillende perspectieven zijn natuurlijk altijd heel goed.

De discussie over dubbele petten ken ik natuurlijk. De vraag blijft: moet je als wetenschappelijk altijd afzien van je politieke voorkeuren? Bij mij weten mensen precies waar ik sta. Dat is ergens ook heel transparant. Het heeft mij juist altijd gestimuleerd om extra goed te onderbouwen waarom ik bepaalde standpunten aanhang. Want uiteindelijk gaat het er vooral om: ben je overtuigend? Wat zijn je argumenten, wat zijn de feiten waarop je je baseert? En als je daarin met wetenschappelijk onderbouwde feiten komt die echt overtuigend zijn, dan heb je juist een zuivere discussie – dan maakt je dat alleen maar sterker.’

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!