Dankzij een hagelnieuwe e-sportshub wordt Nijmegen het kloppende gaming-hart van Gelderland. Eind dit jaar openen de deuren. Wetenschappers van de Radboud Universiteit staan te popelen om er onderzoek te doen.

E-sport, competitief gamen, is booming. De game-industrie wint mondiaal dagelijks aan populariteit en draait al jaren meer omzet dan blockbusterproducent Hollywood. De beste e-sportteams en individuele sporters hebben fans over de hele wereld en verdienen miljoenen euro’s met gamen en met sponsorcontracten van computerspellenfabrikanten en tech-bedrijven.

Talentvolle gamers kunnen binnenkort dicht bij huis terecht voor professionele begeleiding en training: in een hypermoderne e-sportshub in Nijmegen. Bert Steenbergen, hoogleraar bij sociale wetenschappen, kijkt reikhalzend uit naar de opening van de hub in sporthal Sport-Qube in Nijmegen-West. De e-sportshub kan na de opening eind dit jaar namelijk dienen als living lab. Er zal  een continue stroom data beschikbaar komen voor onderzoekers van de Radboud Universiteit, en kruisbestuiving moeten plaatsvinden tussen sporters, wetenschappers en bedrijven.

‘In ons onderzoek kijken we naar de invloed van gamen op bijvoorbeeld de oog-handcoördinatie en het nemen van beslissingen onder stressomstandigheden’, vertelt Steenbergen. ‘En naar hoe we jongeren actiever kunnen krijgen én houden. Via de hub kunnen we hen goed bereiken.’ Getalenteerde gamers leven vaak al gezond: ze werken met volledige voedings- en bewegingsschema’s. Steenbergen: ‘Dat zijn topsporters. Via die groep, en via de contacten in de hub, hopen we de laag ónder de top te bereiken. Dat is nu een vrijwel onzichtbare groep die we willen informeren over  verantwoord gamen en ‘verleiden’ tot een gezonde, actieve leefstijl.’

Overgewicht

Het aantal jongeren dat gamet is enorm, becijferde de provincie Gelderland. Die is initiatiefnemer van de hub en stelde een startsubsidie van 500.000 euro beschikbaar. Nederland telt 1,4 miljoen  basisschoolleerlingen, van wie 87 procent aangeeft regelmatig te gamen. 35 procent gamet zelfs dagelijks. Van de 1 miljoen leerlingen in het voortgezet onderwijs gamet 68 procent regelmatig en 27 procent dagelijks. In totaal telt Nederland 7,6 miljoen gamers.

‘Er zijn gigantisch veel kinderen en jongeren die dagelijks stilzitten op school en daarna óók stilzitten achter de spelcomputer’, zegt Steenbergen. ‘In vergelijking met tien jaar geleden zijn er nu  veel meer kinderen en jongeren met overgewicht, en daar willen we wat aan doen. Ook is de motoriek van de jeugd in die jaren slechter geworden.’

Grote spelers

De Radboud Universiteit gaat in de e-sportshub ook onderzoek doen naar de effecten van veel gamen op bijvoorbeeld de sociale contacten van jongeren. Verder liggen er kansen voor innovatie op het gebied van virtual reality. Deze innovatiemogelijkheden trekken – naast de Radboud Universiteit – meer grote spelers aan. Zo ziet onder meer de Amerikaans-Zwitserse hardwaregigant Logitech wel brood in een samenwerking.

‘Het is de bedoeling dat partners ook eigen financiële middelen gaan inzetten, de provincie heeft de belangrijke rol van aanjager’, zegt initiatiefnemer Frederik Peters, voorzitter van de VVD-fractie in de Provinciale Staten van Gelderland. ‘Arnhem heeft al Sportcentrum Papendal, Nijmegen krijgt de e-sportshub. In september start hopelijk de eerste groeptalenten. Vervolgens willen we aan het einde van dit jaar, uiterlijk begin 2022, volop draaien.’

Motoriek verbeteren

Daarmee komen de onderzoeksmogelijkheden voor Steenbergen en zijn collega’s volledig op gang. ‘Vanuit pedagogisch en neuropsychologisch oogpunt is dit onderzoek heel interessant’, zegt de  hoogleraar. ‘Het zou geweldig zijn om via de hub bijvoorbeeld tot nieuwe vormen van therapieën te komen om de motoriek van jongeren met een bewegingsbeperking te verbeteren.’ Hij noemt een voorbeeld. ‘Therapie voor kinderen met een cerebrale parese (een hersenbeschadiging die zorgt voor bewegingsproblemen, red.) is best saai door de vele herhalingen. Kinderen willen spelen. En gamen ís spelen. Bij het gamen vinden ze de herhalingen een stuk minder saai.’

Er is een wereld te winnen, voorziet Steenbergen. ‘Gamen is een relatief jong onderzoeksgebied, waar best wat negatieve vooroordelen aan kleven. Er is nog maar weinig onderzoek naar de  effecten van gamen gedaan. Tegelijkertijd is de maatschappelijke impact ervan enorm, vooral onder jongeren. Heel gaaf dat we binnenkort hiermee aan de slag gaan.’