De universitaire gezamenlijke vergadering (UGV), de gemeenteraadsvergadering van onze Nijmeegse academische microkosmos, was vandaag rap gedaan.

Er stond niet zoveel op de agenda. De studentenraad greep de kans om een keur aan vragen te stellen, het college nam de tijd ze te beantwoorden. De sfeer was gemoedelijk: eigenlijk had de vergadering beter aan een grote tafel in het Cultuurcafé gehouden kunnen worden – ware het niet dat de tap daar natuurlijk tot half vier op slot zit. Studentenraadvoorzitter Jip Mennen stelde vragen over de manier waarop de (landelijke) wet Kwaliteit in verscheidenheid wordt ingevoerd. Ze vroeg naar de gesprekken die de universiteit met aankomende studenten gaat voeren. Hoe wordt bepaald welke studenten wel of niet voor een matchinggesprek in aanmerking komen? ‘In het zorgvuldig voor mij geprepareerde antwoord staat geschreven dat er enkele knockout-factoren zijn. Dan weet u vast automatisch wat dat betekent? Ik helaas niet’, antwoordt rector magnificus Bas Kortmann. ‘Maar neem als voorbeeld de Rechtenfaculteit, waar het idee is dat een student minimaal een zeven voor Nederlands moet hebben gescoord om het niveau aan te kunnen. Een aankomende student die lager scoort, wordt uitgenodigd voor een gesprek.’ Er zijn meer factoren. Ook aankomende studenten die voor zover bekend geen enkele voorlichtingsactiviteit hebben bijgewoond, die geen vwo-diploma hebben, of bij een andere opleiding een negatief studieadvies hebben gekregen, worden uitgenodigd voor een gesprek. Wat de eventuele gevolgen zijn? ‘De student krijgt daar wijze raad. Het staat hem of haar vrij die raad op te volgen, het is niet zo dat een aankomende student op basis van het gesprek wordt geweigerd.’ Ook de door de studentenraad verstuurde brief over de verschillende manieren waarop de faculteiten omgaan met late inschrijvingen voor tentamens komt even ter sprake.  De studentenraad vindt steun bij het college. ‘We delen uw mening dat het vreemd is dat de kosten bij de verschillende faculteiten zo ver uit elkaar liggen. Dat hebben we ook aangegeven bij de decanen’, aldus de rector magnificus. Buiten deze morele opsteker hoeft de USR geen oplossing of opdracht richting faculteiten vanuit het CvB te verwachten. Kortmann: ‘De decanen zullen er zelf onderling uit moeten komen.’ / Mark Merks