‘Wie zich aan alle regels houdt loopt vast’
In het onderzoek van Vox naar de rendementsmaatregelen springen er twee faculteiten uit: de bètafaculteit en de faculteit Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deze faculteiten hebben de soepelste regels voor hun studenten. ‘Studenten moeten de regie nemen over de eigen studie.’
Kritiek valt de allerhande rendementsmaatregelen ten deel, zoals het Bindend Studie Advies, de aanwezigheidsplicht of de verplichting de bachelor af te ronden in vijf jaar. Er zijn er te veel, terwijl het beter zou zijn als studenten regie krijgen over de eigen studie, klonk het in een recent debat. In een onderzoek van Vox naar alle Onderwijs- en Examenregelingen (OER) bleek dat in vijf faculteiten alle bacheloropleidingen hun studenten meer dan één maatregel opleggen.
De zes bachelorstudies van de bètafaculteit zijn soepel: in de OER’s van deze opleidingen staat alleen het Bindend Studie Advies. Desondanks worden links en rechts aanvullende eisen aan studenten opgelegd. Faculteitssecretaris David de Vries: ‘Maar die leggen we niet vast in de OER. Je kunt alles wel gaan vastleggen in regels, wij laten het liever over aan de mensen die het onderwijs coördineren.’ Waar in de faculteit een extra regel wordt opgelegd – zoals een aanwezigheidsplicht in practica en werkgroepen – wordt dat door studenten als redelijk ervaren, weet De Vries.
Aanvullende maatregelen
Ook de Faculteit Filosofie, Theologie en Religiestudies heeft alleen het BSA opgenomen in de OER’s. Wie iets dieper graaft, in de studiegidsen, komt echter wél aanvullende maatregelen tegen: de studenten van de vier bachelorstudies in deze faculteit hebben aanwezigheidsplicht in de meeste werkgroepen. Dit middel stuit op veel kritiek. ‘Het is onduidelijk op welke manier deze maatregel bijdraagt tot meer studiesucces’, zegt studieadviseur Willem van der Kuijlen. Volgend jaar wordt de aanwezigheidsplicht daarom versoepeld, zegt hij, al is nog niet precies duidelijk hoe.
Collegevoorzitter Gerard Meijer zei in het debat vorige maand een eind te willen maken aan de stapeling van rendementsmaatregelen. Het BSA, dat in Meijers ogen goed werkt, moet voldoende zijn. Van der Kuijlen is het daarmee eens: de hoeveelheid regels zit de studenten in de weg, vindt hij. ‘Het probleem zit in de stapeling van maatregelen op allerlei gebied.’
Slag te slaan
Volgens Van der Kuijlen is het voor studenten ‘de facto onmogelijk om aan alle regels te voldoen’. Hij somt op: studenten worden geacht naar het buitenland te gaan, hun propedeuse in één jaar te halen, zich academisch en maatschappelijk te ontwikkelen, minoren en een honoursprogramma te volgen, en zich ook nog voor te bereiden op hun masterkeuze en maatschappelijke loopbaan. En het rijtje is niet uitgeput. ‘De student die alle regels opvolgt, loopt vast’, oordeelt de studieadviseur. Bovendien gelden op alle faculteiten verschillende regels, zodat weer een andere regel (volg eens een vak aan een andere faculteit) wordt bemoeilijkt. ‘Hier zou het college van bestuur misschien een mooie slag kunnen slaan.’
Van der Kuijlen is het eens met de criticasters: ‘Studenten moeten inderdaad meer regie krijgen over hun studie, en daar moeten wij hen als opleiding toe in staat stellen. Helaas doen we dat niet en geven we dus ook nog eens het verkeerde voorbeeld.’ / Paul van den Broek