Niet iedereen voelt zich thuis op de campus, blijkt uit een notitie van de Universitaire Studentenraad (USR). Christenen, moslims, homo’s en studerende moeders verdienen ondersteuning. Vooral tijdens de introductieperiode.

De drempel om te zeggen dat je christen bent is groot, zeggen de Nijmeegse christelijke studentenverenigingen in een notitie van de studentenraad. Zeker als je als eerstejaars een goede indruk wilt maken op je introductiegroepje, kun je beter niet beginnen over zoiets als bidden voor het eten. Of dat je geen alcohol wilt drinken. Islamitische studenten weten dat ook. Ze sluiten zich liever niet aan bij andere verenigingen dan moslimstudentenvereniging MSVN. Bidden is voor moslimstudenten, zeker vijf keer per dag, een gedoe. In de bètafaculteit gebruiken ze een kolfkamertje, op de medische faculteit zwerven moslimstudenten regelmatig rond op zoek naar een ruimte om te bidden.

Uit de kast
Homoseksuele studenten hebben regelmatig te maken met negatieve reacties, bijvoorbeeld als ze hand-in-hand lopen over de campus, begreep de studentenraad uit gesprekken met Dito! en het COC. Ze durven verder tijdens de introductie niet goed uit te komen voor hun homoseksualiteit. ‘Het is alsof ze dan voor de tweede keer uit de kast moeten komen. En de eerste keer waren de reacties soms al niet bijster positief’, zegt Jo Deckers, een van de notitieschrijvers.

Studentenzaken heeft de drie kwetsbare groepen in het vizier, zegt Deckers op basis van een gesprek met de afdeling studentenbegeleiding. Hoofd Carla van Wely wees de studenten nog op een andere groep die niet altijd haar weg weet op de campus: de studerende moeders. Ze kunnen de aanwezige kolfruimtes lang niet altijd vinden (de portiers ook niet), als er al geschikte ruimtes zijn om te kolven. Een studentouder vertelde: ‘Tussen de dossiers, zittend op de grond met je rug tegen de deur van een kamer waarvan de deur niet op slot kan, is toch wat minder prettig dan in een daarvoor gereserveerde kolfruimte.’

De studentenraad stelt voor om in ieder geval meer te letten op de sfeer tijdens de introductieperiode. Die moet open zijn, zodat christenen en homoseksuelen en ook andere groepen studenten niets hoeven te verbergen. Verschillende studierichtingen van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN) brengen tijdens de introductie een bezoek aan het Roze Huis. ‘Ook de Radboud Universiteit zou introductiegroepjes kunnen stimuleren hier aandacht aan te besteden’, schrijft de studentenraad.

Tijdens de introductie is de belangrijkste winst inderdaad te boeken, zegt Deckers. ‘Dan zet je je eerste stappen op de campus. Het is belangrijk dat je dan aansluiting vindt bij je studiegenoten. Mentoren zouden in hun groepen ruimte moeten scheppen voor studenten om zichzelf te zijn.’ / Martine Zuidweg

Maandag wordt de notitie ‘Thuisvoelen op de campus’ besproken in de Universitaire Gemeenschappelijke Vergadering (UGV).