Wij zijn powervrouwen

01 jan 2015

Je ziet ze steeds vaker in het universitair sportcentrum: vrouwen die aan krachttraining doen. Ze tillen en trekken zich suf en dat vier keer per week. ‘Ik let op mijn lichaam en zorg ervoor dat het eruit ziet zoals ik het wil.’

Bionda Derks
Bionda Derks. Foto: Nick van Dijk

‘Ik ben graag met gewichtjes in de weer’
Bionda Derks (20), tweedejaarsstudent rechten:
‘Ik ben duidelijk gespierder geworden. Mijn benen zijn veel steviger dan een paar jaar terug. Fijn, want vroeger was ik erg dun en had ik echte spillebeentjes – dit vind ik mooier. Bovendien weet ik door sporten de stress rondom mijn studie even te ontvluchten: het werkt erg ontspannend. Twee jaar geleden begon ik met bachelor psychologie, maar dat viel zo tegen dat ik er snel mee stopte. Opeens had ik een lege agenda, dus besloot ik meer te gaan sporten. Toen een vriendin krachttraining aanraadde, dook ik het sportcentrum in. Een beginnerscursus deed ik niet: ik zocht zelf uit hoe apparaten en oefeningen werken en kwam hier geleidelijk aan steeds vaker. Ik begon licht, soms eerst alleen met stang, nu til ik veel gewicht.
‘Hoewel ik het veel leuker vind met gewichtjes in de weer te zijn dan op een crosstrainer te zitten, doe ik ook regelmatig aan cardio. Da’s goed voor me. Ik heb astma, maar door de conditie die ik nu opbouw heb ik daar soms eerst alleen met stang, nu til ik veel gewicht. minder last van. Ik ben hier vier keer per week. Je moet in een ritme komen: zodra sporten in je dagelijkse routine zit, gaat het vanzelf. Of het mijn prestaties op studievlak ten goede komt? Het zou kunnen. Inmiddels zit ik in mijn tweede jaar rechten en het gaat heel goed.’

Loes van Gemert
Loes van Gemert. Foto: Nick van Dijk

‘Ik wil naar de honderd kilo toe’
Loes van Gemert (22), vierdejaarstudent Geneeskunde:
‘Het mooie aan krachttraining is dat je zo snel vooruitgaat. Vooral nu ik er nog niet zo heel lang mee bezig ben, kan ik zowat iedere training meer gewicht hebben dan de vorige keer. Ik lijk écht iedere week sterker te worden. Die vooruitgang vind ik leuk, want ik ben best wel bezig met de cijfertjes. Voordeel is dat ik vanuit het roeien behoorlijk sterke benen heb. Dat scheelt hier een hoop. Zo was ik direct aardig goed in squatten: kniebuigingen maken met een heleboel gewicht op je schouders, eigenlijk. Ik begon er een paar weken geleden mee. Mijn vriend deed de oefening en ik vond het er grappig uitzien – dus wilde ik het ook proberen. 55 kilo, dat til ik inmiddels al op. Op korte termijn een beetje onrealistisch misschien, maar ik wil naar de honderd kilo toe.
‘Binnenkort begin ik aan mijn coschappen. Van sporten komt dan niet veel meer, dat weet ik nu al. Stel dat ik geplaatst word in Doetinchem, bijvoorbeeld: naast reizen en werken blijft er dan geen tijd over. Daarom probeer ik er nu uit te halen wat erin zit, en ben ik zeker drie keer per week in de sportschool te vinden. Ik roei eigenlijk bij Phocas, maar ik zit iedere dag tot zes uur in college en het is al vroeg donker ’s avonds. Wanneer het wat beter weer is, ga ik het water wel weer op – tot die tijd doe ik aan krachttraining om fit te worden.’

Britt Schoenaker
Britt Schoenaker. Foto: Nick van Dijk

‘Ik ben gek op optrekken’
Britt Schoenaker (22), Afgestudeerd Sport en Bewegen aan de HAN, werkzaam op Kandinsky Molenhoek.
‘Instachicks, noem ik ze. Er lopen steeds meer van die meiden rond in de sportschool. Helemaal opgemaakt, haren los. Niet praktisch, niet fijn en ze doen het maar om één reden: de aandacht. Ze maken selfies en staan in groepjes wat te kletsen, maar gesport wordt er nauwelijks. Begrijp me niet verkeerd, ik vind het prima dat ze er zijn, maar alleen als ze echt iets dóen. Tja, aan de andere kant? Ook genoeg mannen staan hier alleen maar een beetje ‘mooi te zijn’.
‘Zelf ben ik hier vier keer in de week, en ik tennis er ook naast. Ik rondde in de zomer mijn sportopleiding aan de HAN af en werk tegenwoordig als LO-docent op het Kandinsky College. Hoewel ik een fanatieke sporter ben, maak ik mij om prestaties niet zo druk. Hoe zwaar of hoe vaak ik iets kan, vind ik niet interessant: belangrijker vind ik het om fit te zijn. Ik let op mijn lichaam en zorg ervoor dat het eruit ziet zoals ik het wil. Maar niet op een obsessieve manier, hoor. Ik ga niet met een meetlint in de weer – maar kijk gewoon in de spiegel. Verder laat ik niets. Ik sport zo veel dat ik kan eten wat ik wil. Gek ben ik op optrekken. Dat kunnen niet zo veel mensen – vooral voor vrouwen is zoiets uniek. Sowieso train ik mijn biceps heel graag. Je kunt ze heel goed ‘isoleren’: je merkt goed welke spiergroep je traint. Een superlekker gevoel, vind ik dat.’ / Linda van der Pol

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!