Wij zijn van 2000 (II)
Ze zijn er, de eerste studenten uit het jaar 2000. Ergens in hun schoolcarrière hebben ze een klas overgeslagen waardoor ze al op hun zeventiende rondlopen op de universiteit. Wat kenmerkt deze Spotify-generatie?
Studente medische biologie Lotte van ’t Oosten (3 maart 2000) is dol op Snapchat, maar zeker niet verslaafd. ‘Tijdens het studeren kan ik mijn telefoon heel goed wegleggen.’
Snapchat of Facebook?
‘Zeker weten Snapchat! Facebook gebruik ik niet zoveel, vind ik toch wat formeler. Ik kijk er wel op, maar post bijna nooit wat. Hoeveel snaps ik per dag stuur? Een stuk of drie. Ik ontvang eigenlijk vooral.’
Nederlander of Europeaan?
‘Europeaan. Nederland is me toch wat te klein. En ik vind het Nederlandse eten niet zo lekker.’
Lenen of werken?
‘Ik kan nu alleen werken als ik in het weekend terug ga naar Kessel, Limburg. Maar als ik in Nijmegen wat meer gewend ben, wil ik hier graag een baantje zoeken voor doordeweeks. Ik leen nog niet: mijn ouders springen bij.’
Festival of concert?
‘Hier kan ik echt niet tussen kiezen! Ik vind festivals heel chill, maar bij een concert heb ik meer het idee dat de artiest er voor mij is. Ik kom natuurlijk ook specifiek voor die artiest, dus het is persoonlijker.’
Drank of drugs?
‘Ik doe niet aan drugs. Oudere vrienden gebruiken op festivals wel eens wat. Ik heb liever drank, van een biertje kan ik echt genieten.’
Webshop of winkel?
‘De stad in, sowieso! Het liefst in Utrecht of Amsterdam. Of Maastricht, ook leuk.’
Netflix of bioscoop?
‘Netflix gebruik ik voor series, maar films kijk ik het liefst in de bioscoop. Jammer dat het zo duur is geworden, want ik vind het echt een leuk uitje.’
Thuis wonen of op kamers?
‘Op kamers. Minimaal anderhalf uur heen en terug is een opgave. Daarnaast wilde ik graag weg uit Limburg. Het leven in een stad vind ik zo leuk: lekker levendig en altijd mensen om me heen. Veel leerlingen uit mijn eindexamenklas trokken richting grote steden, maar willen na hun studie terug naar het dorp. Dat heb ik niet. Ik wil later in een grote stad wonen, het liefst in het buitenland. Boston bijvoorbeeld, dat trekt me wel.’
Informaticastudent Matti Eisenlohr (26 juni 2000) komt oorspronkelijk uit Duitsland. Om Nederlands te leren, volgde hij een taalcursus en kijkt hij Nederlandse tv. ‘Nederlands klinkt veel schattiger.’
Duitser of Europeaan?
‘Hier in Nederland voel ik me meer Duits dan ooit tevoren. Maar als een gesprek bijvoorbeeld over Amerika gaat, voel ik me juist Europeaan. Het heeft, denk ik, te maken met tegenstellingen. Onder de streep voel ik me toch vooral Duitser. Al vind ik Nederland ook fantastisch. Ik hou van fietsen en de steden zijn hier mooier dan in Duitsland.’
Festival of concert?
‘Ik ben nog nooit op een festival geweest, maar ga toch voor het concert. Dat is wat rustiger … Waar ik naar luister? Stevige rock. Nirvana, Foo Fighters, dat soort werk.’
Lenen of werken?
‘Liever lenen, want studie gaat voor werk. De druk om te slagen is groot. Komt door mijn ouders. Zij zijn zelf ook hoogopgeleid en hebben altijd goede resultaten behaald. Ze voeren de druk wel op ja, maar dat is ook typisch Duits. Ik moet eigenlijk gewoon slagen. Het scheelt dat ik wel wat financiering vanuit Duitsland krijg.’
Drank of drugs?
‘Drank. Dat is de enige drug die ze in Duitsland gebruiken, naast tabak dan. Eigenlijk mag ik nog geen alcohol drinken, maar tijdens de introductie heb ik wel wat gehad. Het voelt raar, omdat ik met een halfuur rijden over de grens ben en daar wel mag drinken. Alcohol was ik dus al gewend.’
Webshop of winkel?
‘Soms komt mijn moeder terug van de stad en heeft ze ineens weer een heleboel kleren meegenomen. Zelf kies ik ook voor winkels. Ik ben redelijk groot, dus moet altijd eerst passen.’