Wildpoepende wandelaars zorgen voor stank op campus: ‘Brakkenstein wordt Kakkenstein’
Gezelligheid, spontane ontmoetingen en verbroedering? Voor sommige Nijmegenaren zijn er heel andere woorden die de Vierdaagse typeren. Poep en pies bijvoorbeeld. Wild achtergelaten. Zoals op de Houtlaan, aan de rand van de campus.
Corona was haast een welkome plas- en poeppauze voor de inwoners van de Nijmeegse wijk Brakkenstein. Even een paar zomers verlost van de vieze geur die elk jaar tijdens de Vierdaagse weer opstijgt vanaf de Houtlaan, waar ook het Berchmanianum aan ligt. Het naastgelegen stuk bos is waarschijnlijk dé wildplas en -poephotspot van de stad tijdens de Vierdaagse.
Buurtbewoners zijn het zat. Op drie van de vier dagen trekt de wandelmars door de Houtlaan. En telkens duiken deelnemers er de bosjes in. Hoewel er op een paar honderd meter afstand mobiele toiletten staan kunnen ze het schijnbaar niet meer ophouden.
Cynische reacties
‘Deelnemers hebben hier al een stuk gelopen. Alles komt goed op gang. Dan duik ik mooi even de bosjes in, zullen veel van hen denken’, zegt buurtbewoner Dorry Sleutels. Een spandoek dat lopers verzocht om níét in het wild hun behoefte te doen, haalde de laatste Vierdaagse-edities weinig uit. ‘Lopers gingen gewoon pal achter dat spandoek zitten. Je krijgt cynische reacties. Brakkenstein wordt Kakkenstein, zeggen mensen.’
Geen wereldschokkend probleem, wel vervelend al die poep en plas in het openbaar. Sleutels’ buurtgenoot John Gerritsen staat er ook zo in. ‘Het is niet iets wat je wilt zien als je vroeg opstaat om met je kleinkinderen de lopers aan te moedigen. Sommigen doen niet eens de moeite om uit het zicht te blijven.’
Voor de eerste Vierdaagse na corona houden de Houtlaan-bewoners dan ook hun hart vast. Sleutels heeft er weinig vertrouwen in dat de hoeveelheid lopersplas en -poep in haar buurt dit jaar minder zal zijn. ‘De mensen die de gewoonte hebben het bos in te duiken blijven dat gewoon doen. Het is een onoplosbaar probleem.’
Plaatsvervangende schaamte
Daar legt de organisatie van de wandelmars zich niet zomaar bij neer. Marsleider Henny Sackers baalt enorm van Vierdaagselopers die in tuinen of plantsoenen hun behoefte doen. ‘Ik voel plaatsvervangende schaamte als een wandelaar in een tuin betrapt wordt. We doen er alles aan om wildplassen en wildpoepen tegen te gaan: we plaatsen extra toiletten, er zijn onderweg toiletten bij sporthallen, gemeentehuizen en horeca en er zijn ook kantoren en particulieren die hun toiletten openstellen voor wandelaars’, zegt hij.
Met speciale controleurs op probleemlocaties wordt de strijd aangegaan met het wildplassen en -poepen. Behalve op de Houtlaan komt ook op de Malderburchtstraat en de dijk tussen Malden en Mook extra toezicht. Daarnaast moet een mediacampagne wandelaars ‘aanspreken op goed fatsoen’, zo laat een organisatiewoordvoerder weten.
Dat wildplassen en -poepen overlast veroorzaakt bij omwonenden moge duidelijk zijn, toch is het als wandelaar ook geen pretje om de bosjes in te moeten duiken. Soms wandel je nou eenmaal lange stukken door gebieden met weinig wc’s, is het heet, drink je veel en moet je dus nodig, zo stelt een loper. ‘Ja, ik plas wel eens wild’, bekent Anna Haan. Soms, stellen wandelaars, is er simpelweg geen andere optie.
Hoge nood? Bel aan!
Wie zijn plas of poep echt niet kan ophouden, hoeft niet langs de kant van de weg te gaan zitten, stelt de Vierdaagse-organisatie. ‘Vraag of je gebruik mag maken van het toilet van een omwonende’, stelt een woordvoerder.
Diverse mensen die langs de route wonen stellen hun wc’s elk jaar ter beschikking aan lopers. Neem Annemarie Huijs uit Groesbeek. Vlak bij haar woning staan dixi’s, toch ontvangt zij op dag 3 van het wandelfestijn ieder jaar zo’n twintig toiletgangers. ‘Eigenlijk alleen maar vrouwen, mannen gaan dan toch in het hoekje van de wei staan.’
De ervaring van Huijs staat in schril contrast met wat een bewoner van de Nijmeegse Houtlaan heeft meegemaakt. Die heeft één jaar zijn toilet beschikbaar gesteld aan wandelaars, maar doet dat nooit meer. De reden? Nog nooit zo’n grote puinhoop gezien, zo klinkt het.
Dit artikel van Janneke Stevens verscheen eerder in uitgebreidere versie in De Gelderlander.
Gerda van der Zwaard schreef op 20 juli 2022 om 16:22
Hoe herkenbaar en o zo vervelend! Ik woon aan de Rijkerswoerdse Plassen in Arnhem-Zuid, waar de 40-ers op de dinsdagmorgen langswandelen…. ik was bijna blij dat gisteren werd afgelast…. Zonder regen in het verschiet hadden we anders nog 3 weken in de stank gezeten…
Ik kan de ergernis van de bewoners van de Houtlaan heel goed begrijpen.
Lopers: bel aan bij hoge nood! Je wordt heus altijd toegelaten.