Het doet denken aan de Galliërs die koppig weigeren zich over te geven aan de Romeinse veroveraars. Zo volhardend houden de wiskundigen het Engelstalige onderwijs buiten de deur. De vraag is hoe lang dat nog lukt.

Alle bèta-opleidingen van de Radboud Universiteit Engelstalig in 2020, stond in het faculteitsplan van een kleine drie jaar geleden. En voor een groot deel lijkt dat te lukken. Scheikunde, biologie, informatica en moleculaire levenswetenschappen zijn al Engelstalig. Natuur- en sterrenkunde en science zijn hard op weg. Maar wiskunde houdt het Engels als voertaal liever buiten de deur.

‘Het gaat heel goed met ons. We staan jaar na jaar aan kop’

De opleiding functioneert heel goed zoals die is, redeneren de wiskundigen. De Nijmeegse opleiding kreeg afgelopen najaar voor de zesde keer in zeven jaar het predicaat ’topopleiding’ in de Keuzegids Universiteiten. Des te meer reden om de opleiding vertrouwen te gunnen en haar eigen koers te laten bepalen, vindt Arne Smeets, universitair docent bij wiskunde. ‘Het gaat heel goed met ons. We staan jaar na jaar aan kop, dus ik verwacht geen commando’s van bovenaf om onze koers te wijzigen. Een Engelstalige opleiding zou overigens tot nieuwe capaciteitsproblemen kunnen leiden: onze studentenaantallen zitten in de lift, en met honderd eerstejaarsstudenten zitten we al aan de bovenkant van wat we kunnen bolwerken. Het is geen geheim dat onze opleiding al jarenlang onderbezet is.

Juist bij wiskunde ligt invoering van Engelstalige colleges niet voor de hand, zegt Smeets, omdat wiskunde in feite al een nieuwe taal is. Hij wijst op een stapeltje boeken op zijn bureau. ‘Wat hierin staat is voor de meeste mensen een soort Chinees. Als je wiskunde studeert, moet je dus al een nieuwe taal leren spreken en schrijven. Dat is een moeilijk, tijdrovend proces. Als je het in het Engels zou willen doen, maak je het voor studenten alleen maar nog lastiger.’

Minder vaart

‘Wij gaan niks opleggen aan onze opleidingen hoor. Als er geen draagvlak voor is dan doen we het niet’, zegt Floris Rutjes van het faculteitsbestuur. ‘De vraag is alleen of het wenselijk is om binnen een faculteit één kleine opleiding Nederlandstalig te laten.’ Wat scheelt is dat het huidige college van bestuur, anders dan voormalig collegevoorzitter Gerard Meijer, terughoudender is met de invoering van Engelstalige opleidingen.

Rutjes: ‘De wind vanuit het college waait nu vanuit een wat andere hoek. Dat maakt ook dat wij minder behoefte voelen om veel vaart te maken met de verengelsing van onze opleidingen.’ Feit is wel, voegt hij eraan toe, dat de nieuwe wetenschappelijke stafleden van de wiskundeopleiding vooral buitenlanders zijn. ‘En je wilt hen ook als docent bij het bacheloronderwijs betrekken. Dus ik verwacht dat het draagvlak voor het Engels bij wiskunde vanzelf zal toenemen.’