Zelf investeren in je studie: het moet én het kan
OPINIE - Vorige week betoogde Maarten Heinemann van studentenvakbond AKKU dat het huidige kabinetsbeleid tot gevolg heeft dat studenten steeds meer stress hebben en alleen nog onderscheidende activiteiten doen voor hun cv. Het tegenovergestelde is waar, betoogt Matthijs Even, alumnus geschiedenis van de Radboud Universiteit.
Maarten Heinemann van studentenvakbond AKKU betoogde dat het huidige kabinetsbeleid studenten voor de onmogelijke taak stelt nominaal af te studeren, terwijl dat financieel bijna onhaalbaar is en bovendien onwenselijk met het oog op de grote concurrentie op de arbeidsmarkt. Het gevolg zijn gestreste studenten die onderscheidende activiteiten en werk naast hun studie op zich nemen puur vanwege maatschappelijk druk. Met andere woorden: studeren is niet meer leuk, maar staat enkel en alleen in dienst van het curriculum vitae. Het tegenovergestelde is waar. Het kabinetsbeleid, in combinatie met een tendens dat enkel een diploma niet meer voldoende is, stelt studenten in staat zich persoonlijk te ontwikkelen, te excelleren en zich financieel te redden.
Veel opiniemakers betogen momenteel dat het leenstelsel en de verhoogde collegegelden studeren onaantrekkelijk zouden maken. De huidige voorwaarden om te kunnen studeren maken het studenten onmogelijk zich te ontplooien. Vooral in combinatie met een krappe arbeidsmarkt in verschillende sectoren vormt dit een probleem. Hoe kun je van studenten verlangen financieel zich in de nesten te werken, nominaal af te studeren, zich te onderscheiden van andere studenten én nog plezier te hebben? Dit is echter een vals dilemma dat berust op onjuiste argumenten. Financieel hoeven studenten zich namelijk geen zorgen te maken en nominaal afstuderen, zelfs met extra-curriculaire activiteiten op je curriculum vitae, is volstrekt mogelijk. Bovendien moeten studenten zich afvragen, mocht een jaartje meer nodig zijn of een druk leven ontweken willen worden: voor wie studeer ik eigenlijk?
Investering
Zoals bekend geldt met het huidige leenstelsel: wie studeert leent en betaalt vervolgens in principe binnen 35 jaar alles terug. Studenten krijgen een gratis ov-kaart, kunnen tot meer dan duizend euro per maand lenen en hebben soms recht op een aanvullende beurs. Dit beleid betekent het volgende. Ten eerste investeer je in jezelf: wie veel uit zijn of haar studententijd wil halen, betaalt dat zelf – en niet de belastingbetaler. En ten tweede betaalt alleen diegene later (alles) terug die dat naar draagkracht kan. Hierdoor is elke student niet alleen in staat volledig te leven van de studielening, ondanks hoge huurprijzen, studiegelden en boeken. Ook zal hij of zij later alleen terugbetalen wanneer dit kan. Het is dus volstrekt onwaar dat studeren te duur zou zijn geworden. Bovendien focust het systeem op individuele verantwoordelijkheid en keuzes: wil je langer studeren om meer uit je studententijd te halen, dan is dat een eigen investering.
‘Studenten dienen te beseffen dat zij in de eerste plaats studeren voor henzelf’
Het is waar dat veel werkgevers verlangen dat je naast een ‘papiertje’ ook echt praktisch ‘wat kan’. Stages, buitenlandervaring, honoursprogramma’s en besturen zijn vaak een must. Het is begrijpelijk dat studenten – alhoewel financieel niet noodzakelijk – besluiten liever nominaal af te studeren dan ervoor te kiezen uit te lopen om dit soort bouwstenen op het curriculum vitae te bemachtigen. Deze keuze is echter niet te verwijten aan kabinetsbeleid of de arbeidsmarkt. Dit ligt aan de student zelf. Studenten dienen te gaan beseffen dat zij in de eerste plaats studeren voor henzelf. Jij wilt toch straks die leuke baan? Jij wilt toch uit die stapel van honderd ingezonden brieven en cv’s gehaald worden? Dan dien je je schouders eronder te zetten en in jezelf te investeren. Dat kost moeite, dat kost tijd, maar uiteindelijk pluk je zelf de vruchten.
Strategisch
Bovendien kan dit alles binnen de nominale tijdsduur van alle opleidingen. Er zijn studenten die extra-curriculaire activiteiten ondernemen zonder hiervoor langer over de studie te doen – of een minder sociaal leven te hebben. Bovendien kan iemand ook strategisch keuzes maken: kies bijvoorbeeld een opleiding waarin buitenlandervaring geen vertraging oplevert of volg een master waar een stage verplicht is. Het feit dat al jaren maar 2 procent van de Nederlandse studenten een volledige opleiding in het buitenland volgt geeft aan dat studenten zich meer bewust moeten gaan worden van wat de mogelijkheden zijn om enerzijds zich te onderscheiden en anderzijds niet uit te lopen. Natuurlijk zijn er ook studenten die uitloop nodig hebben om zich te onderscheiden. Dat is niet erg. Echter, het wordt tijd dat men naar zichzelf kijkt, in plaats van naar anderen. Studeren doe je voor jezelf, voor jouw toekomst. Daar mag in geïnvesteerd worden, zowel in termen van tijd als in het aangaan van behapbare schulden.
Matthijs Even behaalde nominaal zijn bachelor Geschiedenis aan de Radboud Universiteit en zijn master aan de University of St Andrews. In oktober begint Even als trainee bij de Europese Commissie.
Eva schreef op 13 september 2017 om 11:48
Dus studiedruk is normaal? Huilende studenten in mijn college omdat ze het tentamen weer niet halen en vervolgens vertraging oplopen, hoort erbij? Hadden ze maar harder moeten werken? Situaties waarin studeren je onmogelijk wordt gemaakt door ziekte of overlijden: dat kan toch gewoon gebeuren, daar is toch compensatie voor? Maar hoe zet je dat dan op je CV? “Ik was ziek/faalde een jaar en daar heb ik van geleerd”? Lekkere aanbeveling.
Matthijs, je beseft waarschijnlijk niet hoe ongelofelijk gelukkig je bent geweest de afgelopen jaren. Ik wens je veel succes bij de EU, maar 1 tip: kijk niet alleen naar hoe je zelf was, maar ook naar die ene jaargenoot die de tentamens niet altijd haalde, en die vriend van een vriend die 3 studies begon en er geen afmaakte. Ik was ook een nominaal student, met een super CV. Maar lang niet al mijn jaargenoten is dat gelukt, om uiteenlopende redenen. Niet mee kunnen doen aan “wat hoort”, (op tijd studeren, buitenland, bestuur) en het gevoel dat ze “een achterstand hadden” ten opzichte van “de goeden”, maakten hen nog ongelukkiger dan ze door de situatie van zichzelf al zouden zijn. Eigen verantwoordelijkheid is mooi, maar kan bij tegenslag leiden tot een gevoel van mislukking en falen.
Maarten Heinemann schreef op 13 september 2017 om 16:16
Het is jammer om te lezen dat mijn punt volledig aan jouw voorbij gaat. Studenten voelen meer druk om te presteren en maken daarmee meer keuzes vanuit het gevoel dat het moet. Dat neemt niet weg dat er studenten zijn die volledig vrijwillig en vrijblijvend verschillende taken op zich nemen en deze taken met veel plezier vervullen.
Een deel van jouw betoog is gebaseerd op een aangenomen feit dat studenten zich geen zorgen hoeven te maken over hun financiële situatie, een goede baan komt er wel en zoniet dan hoef je niet terug te betalen. Het leenstelstel stelt studenten in staat om volledig te leven, ondanks hoge huurprijzen, studiegelden en boeken, aldus Mathijs Even.
Hierbij ga je voorbij aan één van de vele problematische aspecten van dit systeem. Studenten bouwen (noodzakelijkerwijs) een significant hogere schuld op, dan voor dit stelsel. In een maatschappij waar vaste contracten steeds minder worden vergeven en hypotheek verstrekkers steeds meer eisen stellen, is steeds moeilijker geworden om door te stromen naar het ‘grote mensen leven’. De financiering voor een woning rond te krijgen is een uitdaging op zichzelf. Twee (nomionaal) toekomstige afgestudeerden hebben door het leenstelsel met gemak een gezamenlijke schuld van zestigduizend euro boven hun hoofd hangen. Succes met de zoektocht!
Daarnaast deel ik je stelling ‘studeren doe je voor jezelf’ niet. Hoog opgeleiden hebben een maatschappelijke waarde en dienen hun vaardigheden in te zetten voor de maatschappij. Daarmee ontken ik niet dat het behalen van een diploma gepaard kan gaan met persoonlijke (financiële) voordelen, maar zie ik de persoonlijke voordelen als een bijkomstigheid en een beloning, niet als noodzakelijkheid. Niet iedereen zal gebruik maken van die voordelen, denk hierbij aan onbetaald werk dat wordt uitgevoerd ten dienste van de maatschappij of onderbetaald werk zoals bij Artsen zonder Grenzen.
In je artikel refereer je aan de ‘het feit dat al jaren maar 2 procent van de Nederlandse studenten een volledige opleiding in het buitenland volgt’. Waarom is dat een probleem? Het Nederlands onderwijs wordt internationaal hoog gewaardeerd, en universiteiten in het buitenland zijn lang niet altijd van gelijkwaardige of beter kwaliteit. (private) Universiteiten die dat wel zijn, zijn in enkele gevallen onbetaalbaar voor de niet vermogende student. Uiteindelijk wordt het onderscheid dan gemaakt op het feit dat jouw ouders het geld wel hadden en de mijne niet. Daarbij is de ironie dat de Nederlandse universiteiten gaan inzetten op internationalisering en meer buitenlandse studenten willen trekken. Is het Nederlandse onderwijs excellent voor buitenlandse studenten, maar niet voor de Nederlandse studenten?
Jij stelt daarmee ook ‘dat studenten zich meer bewust moeten gaan worden van wat de mogelijkheden zijn om enerzijds zich te onderscheiden en anderzijds niet uit te lopen’. Ofwel, studenten moeten zich ervan bewust worden dat zij zich moeten onderscheiden? Daarmee onderschrijf je mijn standpunt: een diploma is niet genoeg.
Stijn schreef op 13 september 2017 om 22:58
“Matthijs Even behaalde nominaal zijn bachelor Geschiedenis aan de Radboud Universiteit en zijn master aan de University of St Andrews. In oktober begint Even als trainee bij de Europese Commissie.”
Ik begrijp niet zo goed waarom deze toelichting relevant is voor dit artikel. Is dit een soort beroep op autoriteit? Spreekt Matthijs de waarheid omdat hij nominaal is afgestudeerd? Misschien is het relevanter om zijn werkzaamheden bij de VVD te vermelden.
Zelf studeer ik overigens méér dan nominaal.
L.J. Lekkerkerk (Hans) schreef op 14 september 2017 om 16:02
Volgens mij kost niet-nominaal studeren ook de belastingbetaler geld, met dien verstande dat elke student maar een beperkt aantal jaar mee kan tellen in de bekostiging (4 jaar voor een 3-jarige bachelor).
Mirjam schreef op 12 december 2017 om 18:17
Je schrijft “En ten tweede betaalt alleen diegene later (alles) terug die dat naar draagkracht kan. Hierdoor is elke student niet alleen in staat volledig te leven van de studielening, ondanks hoge huurprijzen, studiegelden en boeken. Ook zal hij of zij later alleen terugbetalen wanneer dit kan.” En dat klopt niet.
Want wat onder het mom van ’terugbetalen naar draagkracht’ wordt weggezet is – voor iedereen die onder de regeling van voor 2012 valt in ieder geval – ’terugbetaling naar restschuld’. Als je jaren niks hebt hoeven terugbetalen omdat je inkomen te laag was, krijg je de jaren dat je een modaal inkomen of hoger hebt de klap tien keer zo hard. Dan kan het zijn dat je bijna een kwart van je salaris moet aflossen. Naar inkomen heet dat dan. Maar er wordt tussen de regels door gewoon berekend op basis van de resterende maanden en de restschuld die je nog hebt.
Ik hoop dat DUO eens openheid geeft over dat naar eigen zeggen obv “draagkracht” terugbetalen. In feite hebben heel veel mensen ineens geen rooie cent meer en gaan ze weer terug naar het studentenleven omdat ze vaak vanwege die schuld ook nog gedwongen huren, en tegenwoordig ligt de sociale huurwoning voor modale inkomens op 718 per maand. Het betekent dat ze na aftrek vaste lasten + DUO-aflossing nog maar 500 euro over hebben voor eten, drinken, boodschappen, sporten, vakantie, sparen, kleding en uitgaan per maand. Dat is 125 euro per week. En daarmee ben je op je 35e weer student. Draagkracht is een term die in deze niet door DUO gebruikt zou mogen worden.