Zelfgericht of sociaal: hoe maatschappelijk betrokken zijn studenten van de Radboud Universiteit?
Woningnood, klimaatverandering of sociale ongelijkheid. Hoe kijken studenten van de Radboud Universiteit naar de grote uitdagingen van deze tijd? En belangrijker nog, hoe zorg je er als universiteit voor dat studenten zelf de handen uit de mouwen steken om deze grote crises het hoofd te bieden?
De Radboud Universiteit is een wereldverbeteraar. Met de ‘Je bent nodig’- campagne hoopt zij maatschappijkritisch personeel aan zich te binden én heeft ze de ambitie om studenten op te leiden tot kritische academici, die als professional een duurzame maatschappelijke bijdrage kunnen leveren. Bijvoorbeeld op het gebied van milieuproblematiek en sociale ongelijkheid.
Alleen, hoe leeft deze thematiek onder studenten en wat hebben zij nodig om maatschappelijk betrokken te raken? Die vraag legde de universiteit voor aan onderzoeker Rutger van den Berg en zijn collega Yvonne van Sark van onderzoeksbureau Youngworks. Het onderzoek is nog in de afrondende fase, maar in zijn keynotelezing tijdens de Onderwijsdagen licht Van den Berg vandaag al een tipje van de sluier op.
In opdracht van de Radboud Universiteit deed je onderzoek naar de wereldverbeterende aspiraties van ruim 1.600 Radboudstudenten. Wat zijn je belangrijkste bevindingen?
‘Het onderzoek bestond uit twee fases. Eerst hebben we studenten van alle verschillende faculteiten geïnterviewd over hoe zij kijken naar de maatschappelijke ambities van de universiteit, hoe zij hun eigen maatschappelijke rol zien en hoe zij ondersteund kunnen worden in hun eigen ambities om positieve verandering te brengen. Daaruit bleek dat er een heel grote diversiteit is in hoe studenten dit ervaren.
‘In de tweede fase hebben we deze bevindingen getoetst door een veel grotere groep te benaderen met een kwantitatieve vragenlijst. Met als doel om een zogenaamd segmentatiemodel te ontwikkelen, waarin we de studenten in verschillende groepen opsplitsen. We zitten nu in de afrondende fase, maar binnenkort is het ‘Toekomstmakers-model’ beschikbaar voor iedereen.’
Kun je al een tipje van de sluier oplichten?
‘Uit het onderzoek blijkt dat 86 procent van de studenten in de toekomst “als professional een maatschappelijke bijdrage wil leveren”. Van betekenis zijn is een menselijke drijfveer, dus daar nee op zeggen doe je ook niet heel snel, maar het is wel bemoedigend. Hoe ze die maatschappelijke bijdrage voor zich zien verschilt nogal.’
‘Het model onderscheidt vijf verschillende typen studenten’
‘Het model onderscheidt daarin vijf verschillende typen studenten. Met als twee uitersten de ‘eigenzinnige voorvechters’ (13 procent) en de ‘zelfgerichte optimisten’ (20 procent). De grootste middengroep zijn de ‘weifelende weldoeners’ (30 procent).’
Laten we beginnen met de eigenzinnige voorvechters.
‘Dat is de meest geëngageerde groep. Deze studenten voelen zich persoonlijk betrokken bij maatschappelijke uitdagingen en willen een positieve verandering brengen in de wereld, voor henzelf en hun gelijkgestemde medestanders.
‘Dit zijn bijvoorbeeld de jonge activisten die duidelijk een stempel drukken op het beeld dat wij hebben van generatie Z: purpose driven en geëngageerd. Het is ook een groep die sneller gedesillusioneerd kan raken. Zij worstelen met gevoelens van onmacht. Want ze doen al wat ze kunnen, maar hoeveel invloed heeft dat nou echt? Deze worsteling zie je veel minder sterk bij die andere vier groepen.
‘Hoe vind je een gezonde balans tussen verantwoordelijkheid nemen en het bewaken van je mentale gezondheid? Daarin kan de Radboud Universiteit voor deze groep ondersteunend zijn.’
En aan de andere kant van het spectrum staan de zelfgerichte optimisten?
‘Juist, deze studenten zijn opvallend positief over de toekomst. Hun doorzettingsvermogen en zelfverzekerdheid geven het vertrouwen dat hun een comfortabel leven met een mooie carrière en een goed salaris staat te wachten. Maatschappelijke uitdagingen interesseren hen wat minder. Deze groep wil vooral voor zichzelf en voor de mensen in hun directe omgeving een comfortabel leven realiseren. Het is tof als je persoonlijke ambities kunt vermengen met iets goeds doen voor de wereld. Alleen gaat dat niet vóór die persoonlijke ambities.’
‘Als je deze groep wilt opleiden tot kritische academici die als professional daadwerkelijk een maatschappelijke meerwaarde gaan hebben, is het dus waardevol om hun te laten inzien dat persoonlijke ambities heel goed samengaan met maatschappelijke ambitie.’
Dan de grootste groep, de weifelende weldoeners.
‘Die groep reflecteert de zoektocht waarin veel studenten zitten en die heel goed past bij hun ontwikkelingsfase, de late adolescentie. Daarin ga je je voor het eerst committeren aan bepaalde ideeën, waarden en overtuigingen en probeer je stap voor stap je gedrag daarmee in lijn te brengen. Weifelende weldoeners willen in de toekomst graag een positieve verandering brengen, alleen weten zij nog niet zo goed welke positieve bijdrage zij kunnen leveren. Ze hebben nog niet zoveel vertrouwen in hun eigen capaciteiten en veranderkracht. Dit is een groep die je perspectief moet bieden en die je moet laten proeven van wat er allemaal mogelijk is. Geef hun het gevoel: ook jij kan iets betekenen.’
Bij welke faculteiten vind je die zelfgerichte optimisten of eigenzinnige voorvechters het meest?
‘Nou, we zagen dat alle typen binnen alle faculteiten aanwezig zijn en we zien ook dat die weifelende weldoeners bij alle faculteiten de grootste groep zijn. Maar je ziet bijvoorbeeld wel dat de zelfgerichte optimisten iets meer te vinden zijn bij de studierichtingen die vallen onder de managementfaculteit. En de eigenzinnige voorvechters zie je wat meer bij letteren en de geesteswetenschappen.’
Wat is het uiteindelijke advies aan de universiteit? Wat te doen met deze vijf typen studenten?
‘Je moet je bewust zijn van die diversiteit, er is niet een one size fits all-strategie om de ambities van de Radboud Universiteit te realiseren. Dat laat dit onderzoek eigenlijk heel duidelijk zien.
‘Maar het is ook een bemoedigend onderzoek. Voor alle groepen zijn er mogelijkheden en kansen om ze te bewegen om aan de slag te gaan met de huidige maatschappelijke uitdagingen.’
De (gefragmenteerde) jeugd van tegenwoordig
In zijn keynote op de Onderwijsdagen wil onderzoeker Rutger van den Berg (Youngworks) het ook in bredere zin hebben over de jeugd van tegenwoordig. Wat maakt jongeren en studenten van nu anders dan de generaties ervoor? ‘Ik laat zien dat generaties absoluut geen homogene groepen zijn, zeker deze generatie Z niet. Gen Z groeit op in een veel meer gefragmenteerde samenleving dan voorheen, waardoor ze ook grotere onderlinge verschillen laat zien.’
Dat zie je bijvoorbeeld terug in hun religieuze of spirituele overtuigingen. Waar je vroeger katholiek of protestants werd opgevoed is tegenwoordig een veel individualistischer mensbeeld dominant. ‘Uit de grote doos van spirituele en religieuze verhalen kunnen jongeren nu zelf, naar eigen voorkeur, elementen van bijvoorbeeld het katholicisme combineren met elementen uit het boeddhisme, de Islam of new age-bewegingen. Doordat iedereen zijn eigen smaak kan en mag bepalen ontstaat meer fragmentatie in levensbeschouwelijke overtuigingen.’
Onderzoek laat volgens Van den Berg zien dat generatie Z in bredere zin op waarden en overtuigingen van alle generaties de minste groepscohesie vertoont. ‘Daarin weerspiegelen ze dat de verschillen in opvattingen en waarden binnen de samenleving veel groter zijn dan dertig jaar geleden.’
Onderzoeker schreef op 19 maart 2024 om 11:06
Waarom huurt de universiteit een extern bureau in terwijl dit onderzoek juist is waar de expertise van veel wetenschappers aan de RU ligt?
A.D. schreef op 19 maart 2024 om 13:38
Dit.