Zelfplagiaat: ‘Veel collega’s doen het’

09 jan 2014

KNAW-voorzitter Hans Clevers noemde gisteren in NRC de berichtgeving over zelfplagiaat ‘een beetje een heksenjacht’. Vox polst drie wetenschappers over de deze week losgebarste discussie over het zelfplagiaat van VU-econoom Peter Nijkamp. Hoe erg is het?  

Foto: Creative Commons

‘Nijkamp verdient deze behandeling niet’
Frits Vaandrager, hoogleraar bij informatica: ‘Ik denk dat als je volgens dezelfde eisen gaat kijken naar publicaties hier op de Radboud Universiteit je zo tientallen wetenschappers kunt aanwijzen die hetzelfde doen, volgens volstrekt integere principes. Nijkamp verdient deze behandeling niet. Ik vind het schandalig van de Volkskrant en de NRC hoe ze hem nu afschilderen. De genoemde voorbeelden vind ik absoluut onvoldoende voor een publieke steniging op de voorpagina. Een zin overnemen van een ander en die zin niet tussen quotes zetten, is strikt genomen niet juist. Maar Nijkamp plaatst – voor zover ik begrijp – wel een referentie aan het eind van die zin. Daarmee geeft-ie volgens mij aan dat hij niet pronkt met andermans veren. En dan dat tweede voorbeeld. Hij neemt een passage uit een eerdere publicatie die hij schreef met persoon A over in een publicatie met persoon B en meldt daarbij persoon A niet. Dat doe ik zelf ook regelmatig, net als veel van mijn collega’s. Leidend voor mij en mijn collega’s is steeds de gedragslijn van de vereniging van universiteiten die zegt dat je niet moet pronken met andermans veren. Er staat niets over zelfplagiaat in de gedragslijn.’

‘Zelfplagiaat vervuilt de wetenschap’
Luca Consoli, universitair docent Wetenschap en Samenleving en lid van de Adviesraad Integriteit van de RU: ‘Ik zie geen enkele reden het fenomeen zelfplagiaat af te zwakken. Ik ken niet de details over het plagiaat van Nijkamp, maar het is not done om in artikelen die je aanbiedt dezelfde bevindingen die je eerder elders hebt gepubliceerd te verzwijgen. Dan suggereer je originele resultaten zonder dat dit het geval is. Zo vervuil je de wetenschap. Dat mensen spreken van een heksenjacht begrijp ik niet: het gaat om meer dan het overschrijven van een paar zinnen. Wetenschap staat of valt met eerlijkheid – dat moeten je blijven benadrukken.’

‘Ik vraag me af of de eisen worden gedeeld.’
Janneke Gerards, rechtenhoogleraar en voorzitter van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit op de RU: ‘Voor zover ik weet heeft de Commissie Wetenschappelijke Integriteit nooit een geval van zelfplagiaat behandeld. Ik vraag mijzelf ook sterk af of de eisen die NRC en Volkskrant in dit verband noemen ook werkelijk door iedereen worden gedeeld.
Het is in veel velden gebruikelijk om in een wetenschappelijk stuk voort te bouwen op inzichten die de auteur zelf eerder heeft verworven en uiteen heeft gezet. Die inzichten zijn het intellectueel eigendom van de betrokken wetenschapper, het gaat om eigen ideeën en vaak ook om goed doordachte formuleringen en woordkeuze. Natuurlijk moet in een vervolgartikel netjes worden aangegeven dat bepaalde inzichten al eerder zijn gepresenteerd of dat bepaalde passages afkomstig zijn uit eerder werk.
Als het gaat om individueel geschreven werk, gebeurt dat vaak door, bijvoorbeeld in een voetnoot bij een paragraafkopje of bij een eerste zin aan te geven dat een paragraaf is gebaseerd op een eerdere publicatie. Naar mijn idee is dat vaak voldoende om voor de lezer duidelijk te maken dat het niet gaat om nieuwe inzichten of gedachten. Het stellen van verdergaande eisen, zoals de eis dat iedere zin die uit eigen eerder werk afkomstig is vergezeld moet gaan van aanhalingstekens is, naar mij idee, niet algemeen geaccepteerd. Evenmin is dit een eis die met zoveel woorden staat vermeld in de gedragscode voor wetenschappelijk onderzoek.
Voor citaten uit werk dat samen met anderen is geschreven zullen de eisen overigens anders en hoger zijn, juist omdat het daarbij ook gaat om ideeën van anderen’ / Paul van den Broek, Martine Zuidweg

0 reacties

  1. Is zelfplagiaat plagiaat? | Pearltrees schreef op 9 januari 2014 om 15:43

  2. Gert de Graaf schreef op 12 januari 2014 om 19:23

    Uit ‘Het Platmaken’ van Marten Toonder, geschreven in 1969, opgenomen in ‘Een groot denkraam’, uitgegeven in 1972. ‘Ik heb al vaak gedacht: de prof heeft te veel praatjes. Ik heb hem wel begeleid, maar ik heb nooit inspraak gehad. Hoe kan ik hem klein krijgen, dacht ik vaak …’ ‘Laat maar aan mij over,’ gromde Super. ‘Hij krijgt eerst de Rommelprijs voor wetenschappen en daarna beschuldigen we hem van plagiaat. Stil maar, ik ben al bezig…’

  3. Zelfplagiaat | Vox magazine schreef op 21 januari 2014 om 08:16

    […] verwarring en misverstanden. Luca Consoli, lid van de Adviesraad Integriteit van de RU, stelt in Vox: ‘Ik zie geen enkele reden het fenomeen zelfplagiaat af te zwakken. Ik ken niet de details over […]

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!