De Radboud Universiteit hoopt zes vrouwelijke hoogleraren te benoemen met de zogenaamde Westerdijkgelden, een Talentimpuls van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om het aantal vrouwelijke hoogleraren in Nederland te vergroten.

Een schamele 18 procent. Op dat percentage blijft het aantal vrouwelijke hoogleraren op Nederlandse universiteiten steken: ‘we’ bungelen daarmee op Europees niveau haast onderaan. Weliswaar stijgt dat percentage al jaren, maar niet hard genoeg. In dit tempo duurt het tot 2054 tot de man/vrouw-verdeling op hoogleraarposities fifty-fifty is. Dat ging Jet Bussemaker, voormalig minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, te traag. Ze maakte tijdens de vorige kabinetsperiode vijf miljoen extra vrij om honderd extra vrouwelijke hoogleraren aan te stellen. Die miljoenen worden dit voorjaar uitgedeeld.

De zogenaamde Westerdijk Talentimpuls – genoemd naar Johanna Westerdijk, de eerste vrouwelijke hoogleraar van Nederland – is bedoeld voor de benoeming van honderd universitair docenten tot hoogleraar, voor een aanstelling van ten minste vijf jaar. De gelden zijn volgens een verdeelsleutel over alle Nederlandse universiteiten verdeeld, neerkomend op 50.000 euro per benoeming. Die kan besteed worden aan personeelskosten of onderzoeksbudget.

Voornemens

De Radboud Universiteit mag volgens de sleutel zes hoogleraren aanstellen en is dat ook voornemens te doen, laat een woordvoerder weten. De namen van de beoogde kandidaten zijn recentelijk doorgegeven aan wetenschapsorganisatie NWO, dat de aanvragen in opdracht van het ministerie in ontvangst neemt. De benoemingen komen bovenop de streefpercentages voor 2020.

Nijmegen ligt ver voor op schema. 25 procent van alle hoogleraren moet in 2020 vrouw zijn, maar volgens de prognose komt de Radboud Universiteit uit op 31,8 procent. Op dit moment is het 26,5 procent – alleen de Open Universiteit (29,1%) doet het beter. De Erasmus Universiteit Rotterdam sluit de rij met een kleine 10,9 procent.

Kwart miljoen

Mochten er méér Westerdijkgelden vrijkomen, dan is de Radboud Universiteit bereid een hoger aantal hoogleraren te benoemen. Die kans is aanwezig. Zo benoemt de toch al achterblijvende Erasmus Universiteit niet meer dan vier vrouwen, hoewel er geld beschikbaar was voor negen. Ze laat daarmee een kwart miljoen euro liggen, geld dat vermoedelijk naar andere universiteiten gaat.

Het is nog niet bekend wie de zes hoogleraren zijn en aan welke faculteiten ze benoemd worden: dat maakt het ministerie aanstaande donderdag, 8 maart, openbaar. Het is dan internationale vrouwendag.