De campus moet een plek zijn waar studenten hun tijd nuttig kunnen doorbrengen, hetzij door actief te werken, hetzij door op te laden voor de volgende studeersessie. Om te zien waar en hoe het beter kan, is er een werkgroep in het leven geroepen. Die adviseert: meer ontmoetingsruimtes en werkplekken.

De werkgroep Studeren op de Campus begon in oktober aan haar taak. En die taak was? Met concrete plannen komen om van de campus een meer leefbare en inspirerende omgeving te maken. Er werd een rapportje gemaakt, dat ter advies is aangeboden aan het college van bestuur. Vanmiddag wordt het behandeld in de universitaire gezamenlijke vergadering (UGV).

Het is een bondig document, dat al prioriteiten stelt. De grootste noodzaak is het uitbreiden van het aantal ‘ontmoetingsruimtes’. Buiten de (studenten)kantines van de bètafaculteit, de coffeecorner van de faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen (FTR), het DE-cafe in het Spinoza, de Aesculaef, de kamers van de studentenverenigingen in de Ondergang, het Sportcafé, het huiskamerproject van de studentenkerk, de lounge van de universiteitsbibliotheek, de Refter, Het Gerecht en het Cultuurcafé, is er – aldus het rapport – een schrijnend gebrek aan ruimte waar je een informeel overleg kunt plannen.

Investeren in werkplekken is prioriteit nummer twee. Dat kan door meer werkplekken te creëren – aan groepswerkplekken is behoefte, zo blijkt – maar ook door bestaande ruimte nuttiger te gebruiken. De campus, vooral rondom het Erasmusgebouw, ’s avonds langer openhouden is stokpaardje nummer drie. Interessant is de suggestie om bepaalde balies op de begane grond van het Erasmusgebouw te vestigen. Het ICT-steunpunt in de UB vindt de werkgroep een succesvol voorbeeld.

Het gehele document, waarin ook wordt gepleit voor een supermarkt op de campus en een cultuurcentrum, vind je hier (Radboudnet-alert). Sluiten we af met een vraag: wat is volgens jou prioriteit nummer één om de campus meer leefbaar te maken? / Mark Merks