Zijn ook de meest kwetsbare jongeren geholpen met antirookmaatregelen?
De overheid maakt plannen voor nieuwe anti-rookmaatregelen. Verslavingsonderzoeker Maartje Luijten juicht het beschermen van kwetsbare groepen toe. Maar er mag wel iéts meer aandacht komen voor jongeren die al roken.
Een generatie opvoeden die niet weet wat een sigaret is. Dat is het doel van staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid. Accijnsverhogingen, rookverboden op schoolpleinen en sportvelden en soberdere verpakkingen moeten jongeren behoeden voor het gevaar van de sigaret, zo bleek uit uitgelekte onderhandelingen van de staatssecretaris. Maar: zijn zulke maatregelen wel effectief?
Maartje Luijten onderzoekt bij het Behavioral Science Institute onder andere risicofactoren voor nicotineverslaving bij jongeren, en adviseert scholen over antirook-maatregelen. ‘In de eerste plaats is het goed dat de norm over roken verandert’, zegt Luijten aan de telefoon. ‘Daar dragen deze maatregelen aan bij.’
Nicotinepleisters
Tegelijkertijd vindt Luijten dit pakket maatregelen te eenzijdig. ‘Het gaat nu alleen maar over preventie. In Nederland is nog geen enkele evidence-based interventie voor jongeren beschikbaar om te stoppen met roken. Wil je als jongere stoppen met roken, dan beland je bij volwassenenzorg. En we weten uit onderzoek dat dat vaak niet werkt. Nicotinepleisters, bijvoorbeeld, zijn bij jongeren minder effectief, omdat ze minder trouw het middel gebruiken. En van die groepsgesprekken zijn vaak erg saai.’
Wat zou wél werken bij jongeren?
‘We werken met onze groep aan videogames die verslaving tegengaan. Daarin word je bijvoorbeeld al gamend getraind om de impulsen rondom roken te onderdrukken. Het was heel moeilijk om financiële steun voor dit onderzoek te vinden. De focus is te veel op alleen voorkomen van rookgedrag, in plaats van interventies bij jongeren die al aan het roken zijn.’
Waarom beginnen jongeren nog met roken?
‘We zijn op dit moment bezig met een grootschalig onderzoek naar veranderingen in het brein op het moment dat een jongere afglijdt van experimenteel roken naar een verslaving. Wat we al weten, is dat jongeren met minder actieve frontaalgebieden in het brein impulsiever zijn. Andere jongeren zijn weer vatbaarder voor de beloningsstofjes die het brein loslaat als je rookt. Bij al deze jongeren is de kans groter dat ze verslaafd raken onder invloed van cues, zoals rokende leeftijdsgenoten. Door roken op scholen en sportvelden te verbieden verklein je de kans dat deze kwetsbare jongeren blootgesteld worden aan zulke cues, dus in die zin zijn de nieuwe maatregelen wel effectief.’
Critici vinden de maatregelen betuttelend. Je zou zelf moeten kunnen kiezen of je rookt.
‘Ik denk dat, wanneer je verslaafd bent aan een middel, er weinig sprake is van een keuze. De industrie maakt sigaretten zo verslavend mogelijk. En sommige jongeren zijn genetisch kwetsbaarder voor een verslaving. Voor mij weegt het beschermen van die kwetsbare groep zwaarder dan het beperken van vrijheid.’
De laatste jaren is er al veel veranderd: een leeftijdsbeperking en het rookverbod in de horeca. Moeten we niet deze maatregelen afwachten voor er wéér meer beperkingen komen?
‘Roken is nog steeds één van de allergrootste gezondheidsrisico’s. Mensen die na alle maatregelen nog steeds beginnen met roken behoren juist tot de verstokte rokers, de kwetsbare groep. Die zijn bijvoorbeeld laagopgeleid, of kampen met andere problemen. Die groep wordt steeds lastiger om te bereiken. Ook voor hen zou er meer naar interventiemaatregelen gekeken moeten worden.’
Tot slot: ook de RU streeft naar een rookvrije campus. Hoe moet zij dat aanpakken?
‘Daarop beleid maken is heel complex. Ik kom wel eens op scholen om over rookbeleid te praten. Daar zie je soms dat de directie roken op het schoolplein verbiedt, waarna leerlingen gewoon om de hoek gaan staan roken. Hopelijk maken de maatregelen van de staatssecretaris het handhaven van zo’n verbod makkelijker.’
Meer weten over onderzoek naar verslavingen? Luijten en haar collega’s schrijven over hun onderzoek op RAD Blog.
“hoogopgeleid” schreef op 31 oktober 2018 om 12:30
Lekker stigmatiserende formulering ook weer:
“…de kwetsbare groep. Die zijn bijvoorbeeld laagopgeleid, of kampen met andere problemen.”
Alsof ‘praktisch opgeleid’ zijn een probleem an sich is..
Jammer van de formulering, hulde aan het doel van het onderzoek.
Bert schreef op 5 november 2018 om 16:40
Het feit dat je kiest voor de term ‘praktisch opgeleid’ geeft wat mij betreft aan dat je stigma’s aan het zoeken bent.
Ik lees namelijk; andere problemen dan roken…