Statistiek is enorm saai, hemeltergend moeilijk en een struikelblok voor menig student. Dat zijn althans de vooroordelen over het weinig populaire vak. Docent Manfred te Grotenhuis wil daar verandering in brengen. Zijn methode valt in de prijzen.

Manfred te Grotenhuis geeft al jaren statistiek. Eerst op de normale, wat droge manier. Maar toen zijn studenten aangaven er weinig van te begrijpen, ging zijn onderwijsroer om. Inmiddels heeft Te Grotenhuis een methode ontwikkeld die in Amerika op de shortlist van een onderwijsprijs belandde, wordt zijn boek jaarlijks vijfduizend keer verkocht en is er een Engelstalige uitgave bij het prestigieuze SAGE Publications. ‘Ik heb studenten gehad die echt bang waren voor statistiek. Mijn doel is om aan te tonen dat dat niet hoeft.’ Te Grotenhuis heeft daarvoor een aantal gouden statistiekregels in zijn onderwijs opgesteld.

Regel 1: Gebruik geen formules
‘In mijn colleges kom je vrijwel geen formules tegen. In mijn boeken heb ik ze weggestopt in de noten. Het heeft geen enkele zin om die uit je hoofd te leren. Al die formules staan uitgebreid in het softwareprogramma SPSS, dus ik zie geen reden om die uitgebreid op het bord te zetten.’

Regel 2: Gebruik leuke voorbeelden
‘Ik geef vaak statistiek aan studenten antropologie. Dan kun je een lastig vraagstuk beter beginnen met een sprekend verhaal over een populatie Aboriginals. Soms praten we eerst een half uur over de populatie, daarna pas over de steekproef. Normaal gesproken gebeurt dat andersom, maar dan haken studenten af – zo is mijn ervaring.’

Regel 3: Neem alles op
‘Ik was denk ik de eerste op de Radboud Universiteit die al zijn colleges opneemt. Dezelfde dag komen die nog op mijn YouTubekanaal (niet zonder succes; sommige colleges zijn ruim tweeduizend keer bekeken, red.). Het is voor studenten handig om zoiets vlak voor het tentamen nog eens terug te kijken.’ Dat sommige studenten voortaan thuis blijven en het vak online volgen vindt Te Grotenhuis geen probleem. ‘Als ze daaraan genoeg hebben, dan vind ik dat prima. Die studenten zouden zich bij mijn colleges anders toch maar vervelen. Het slagingspercentage ligt bij mij boven de negentig procent, dus ik denk dat het werkt.’

Regel 4: Weg met de dikke pil
Een gangbaar statistiekboek is vaak van het formaat telefoonboek en is door alle formules nauwelijks leesbaar. Dat moest anders, dacht Manfred te Grotenhuis. Hij schreef verschillende boekjes van rond de honderd pagina’s. ‘Ik schrijf de boeken in verhalende vorm en de formules staan dus in de voetnoten. In mijn boek over SPSS staan bijvoorbeeld veel screenshots waardoor studenten precies weten wat ze moeten doen. Dat slaat aan.’ / Tim van Ham