‘Als het Nederlands elftal het EK wel had gewonnen, stonden we ook niet in december nog elke dag het Wilhelmus te zingen’
Even kleurde Nederland oranje en vierde het saamhorigheidsgevoel hoogtij. Maar de verloren halve finale tegen Engeland was nog niet afgefloten of alles leek weer bij het oude. Waarom raakt voetbal ons zo en wat doet winst (of verlies) met een land? Onderzoeker Arne van Lienden vertelt er vanavond over bij Radboud Reflects op Stadseiland Stek.
Een oranje shirt aantrekken, een biertje inschenken, en nog snel de Nederlandse vlag op je wang schminken: we doen het massaal wanneer Oranje een potje moet voetballen. Als ‘we’ winnen, voelen we ons één natie. Maar dat gevoel van eenheid lijkt direct vervlogen zodra Nederland verliest. Kan een kampioenschap blijvend van invloed zijn op de maatschappij?
Vox sprak met onderzoeker Arne van Lienden, gespecialiseerd in de representatie van etniciteit in sport. Vanavond houdt hij een lezing tijdens de Vierdaagsefeesten.
Waarom raakt voetbal mensen zo? In vergelijking met anders sporten, gebeurt er op het veld niet zo veel.
‘Voetbal is bij uitstek een volkssport. Dat zit hem inderdaad niet in de kwaliteiten van het spelletje, maar juist in hoe voetbal vanuit historisch perspectief sterk verbonden is met bepaalde identiteiten op allerlei niveaus. Bijvoorbeeld een lokale identiteit: denk aan NEC en de Nijmegenaren. Daarnaast kan je voetbal overal doen, want je hebt alleen een bal en een goal nodig. Door een samenloop van omstandigheden is voetbal daardoor uitgegroeid tot de sport die dat soort gevoelens van saamhorigheid en identiteit opwekt.’
‘Ook voetbalstadions spelen hierin een grote rol, want dat zijn plekken waar dingen die in het normale leven niet kunnen, juist wel mogelijk zijn. Er heerst in zulke stadions even een andere orde dan in het dagelijks leven, wat de sport een gigantische aantrekkingskracht geeft. Bij tennis wordt het publiek juist geacht om stil te zijn tijdens een wedstrijd, dat creëert een hele andere sfeer.’
Nadat Nederland verloor van Engeland tijdens het laatste EK, leek de saamhorigheid meteen weer verleden tijd. Zou dit anders zijn geweest als Nederland het EK gewonnen had?
‘Het vieren van ons Oranje is altijd iets tijdelijks. Als het Nederlands elftal het EK had gewonnen, stonden we ook niet in december nog elke dag het Wilhelmus te zingen. Maar ik denk dat er wel een connectie kan zijn tussen hoe een nationaal voetbalelftal speelt en hoe een volk naar zichzelf kijkt. Dat zag je in 1998 toen Frankrijk het WK won met een multicultureel team. Dat elftal werd toen gezien als een representatie van het nieuwe Frankrijk. Dus op langere termijn had een Europese titel voor Oranje invloed kunnen hebben op ons idee van wie een Nederlander is en waar we als Nederlander trots op zijn.’
‘Bij gekleurde voetballers wijzen journalisten vaak op hun fysieke kenmerken, zoals snelheid of kracht, terwijl het bij witte spelers vaker gaat over eigenschappen als leiderschap en werkethiek’
Volgens jou spelen de voetbalmedia een belangrijke rol in het creëren van vooroordelen over spelers. Kan je uitleggen hoe dit werkt?
‘Het Nederlandse voetbalmedialandschap bevat weinig diversiteit, dus vind ik het interessant om te kijken hoe dit witte journalistencorps betekenis geeft aan het steeds diverser wordende speelveld. We zien vaak dat bepaalde ideeën over mensen van verschillende afkomsten impliciet in stand worden gehouden. Bij gekleurde voetballers wijzen journalisten vaak op hun fysieke kenmerken, zoals snelheid of kracht, terwijl het bij witte spelers vaker gaat over eigenschappen als leiderschap en werkethiek. Door het constant herhalen van deze specifieke kwaliteiten voor verschillende spelers, houd je een bepaald discours in stand over wie er in de bredere maatschappij goede leiders zijn en wie er meer voor het fysieke werk zijn weggelegd.’
De zweetband van Memphis Depay was veelvuldig onderwerp van gesprek het afgelopen EK. Volgens critici zou het voetbalveld geen plek zijn voor modestatements. Hoe kijk jij naar deze ophef?
‘Het is niet de eerste keer dat Depay zo in het nieuws komt. Ik ben altijd weer verrast door de ophef die daarover ontstaat. Voetballers zijn vaak bezig met het uitdragen van mode op het veld. In Nederland wordt daar kritisch naar gekeken en ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat we dat bij een voetballer van kleur nog een beetje meer doen. Het laat zien dat er verschillende frames en narratieven worden gebruikt om naar spelers van kleur en hun fysieke attributen te kijken.’
Columniste Karin Amatmoekrim schreef in NRC dat Nederlanders die op de PVV hadden gestemd, niet mochten juichen voor het Nederlands elftal. Immers, ze hadden hun stem gegeven aan een extreem-rechts kabinet dat al die migranten van kleur niet binnen de landsgrenzen wil. Dan dus ook niet juichen als ze iets doen dat die PVV-stemmers goed uitkomt op een EK. Op instagram werd haar boodschap flink gedeeld. Wat zegt dit over de connectie tussen voetbal en de gevoelens van saamhorigheid in Nederland?
‘Het laat zien dat het Nederlands elftal een algemeen vraagstuk over identiteit representeert. Namelijk de vraag: wat is een Nederlander? Veel spelers hebben een niet-Nederlandse etniciteit, net zoals in de samenleving als geheel. Wanneer spelers van kleur in het nationaal elftal succes boeken, kunnen zij worden gezien als een nationaal symbool. Dit noemen we conditionele acceptatie, wat inhoudt dat de mate waarin we hen accepteren dus afhangt van hun prestaties.’
‘Zodra het Nederlands elftal het goed doet zullen veel mensen, óók PVV-stemmers, willen juichen voor een speler van kleur met een niet-etnisch Nederlandse afkomst. Op het moment dat ze minder succesvol zijn, kan dat ook snel weer omslaan in het aanvallen van spelers van kleur.’
Lezing
Woensdag 17 juli om 19:30 houdt Arne van Lienden zijn lezing ‘Liefde voor voetbal’ bij Radboud Reflects op Stadseiland Stek.