Zomerinterview (2): Tornadojager Margot Ribberink

26 jun 2017

Tornado’s jagen, dat is de opmerkelijke passie van de Nijmeegse weervrouw en oud-biologiestudent Margot Ribberink (52). Het is niet alleen maar kicken. Terwijl het noodweer in Texas haar op de hielen zit, vertelt ze dat het aantal tornado’s toeneemt. Oorzaak: klimaatverandering.

Buiten loeit het luchtalarm. Op de radio waarschuwt een computerstem: ‘Dit is een tornado-alarm, zoek dekking.’ Onze gehuurde Ford-bus schiet over de weg. Niet van de dreigende lucht af, maar juist richting noodweer. ‘Dit zou er wel eens eentje kunnen worden’, roept Margot Ribberink opgewonden vanaf de achterbank. Haar ogen gericht op de lucht. ‘Kijken jongens! Als je niet kijkt, zie je niks.’

‘Waarom er de ene keer wel en de andere keer niet een tornado ontstaat, weet de wetenschap nog altijd niet’

Een Cruijffiaanse uitspraak, beaamt ze, maar ze meent wat ze zegt. Tijdens het tornadojagen, haar grote passie, kun je te veel focussen op het computerscherm. Wie zich blind staart op de constante stroom weerdata, zou zomaar kunnen vergeten omhoog te kijken. En daardoor het magische moment kunnen missen waarop onderaan de draaikolk van zwarte wolken een verwoestende slurf ontstaat.

Het team hoopt een tornado te zien. Foto: Annemarie Haverkamp

Op hoge snelheid rijden we door Texas. Dit is tornadogebied. Jaarlijks maken de gevreesde windhozen in de Verenigde Staten tientallen slachtoffers. Met honderden kilometers per uur razen de tornado’s over het uitgestrekte land; huizen, vrachtwagens, koeien en mensen in hun kielzog meeslepend. Om aan dat natuurgeweld te kunnen ontvluchten, hebben de meeste bewoners een schuilkelder naast hun huis gegraven.

Ribberink zoekt geen dekking. Samen met haar team Nederlandse meteorologen springt ze naar buiten zodra het busje stopt, camera in de aanslag. Er is opwinding. Gaat het gebeuren? De weervrouw legt uit dat we kijken naar een supercell, een onweersbui van het zwaarst mogelijke type. De kans is een op tien dat uit zo’n ‘monster’ een tornado naar de grond schiet. ‘Waarom er de ene keer wel en de andere keer niet een tornado ontstaat, weet de wetenschap nog altijd niet. Waarschijnlijk heeft het te maken met het verschil in temperatuur tussen de warme opstijgende luchtstroom en de koude lucht die vanuit de wolk naar de grond stroomt.’

Maar hoe apocalyptisch de donkere wolken ook roteren, een tornado blijft uit. We moeten weer instappen, want wachten tot de bui over je heen komt, is bloedlink. De weerradio waarschuwt voor de hagelstenen die al op het autodak roffelen. Bijbehorende bliksemschichten kunnen het op je gemunt hebben. De kunst is de bui volgen en van zo dichtbij mogelijk toekijken, maar wel op zo’n manier dat je met de bus snel weg kunt komen. Tijdens zo’n chase legt Team Ribberink gemiddeld achthonderd kilometer per dag af.

Cadeautje

Het is haar hobby. De Nijmeegse weervrouw – ze was de eerste op de Nederlandse televisie en werd bekend met haar weerberichten op RTL4 – neemt bijna elk jaar drie weken vrij van haar werk bij MeteoGroup om op eigen kosten het buitensporigste weer te spotten. Dit jaar liggen de tornado’s voor het oprapen in de VS: er waren er al bijna duizend. In andere jaren is dat ongeveer het totaal na een heel seizoen (van maart tot en met augustus). Slecht nieuws voor de burgers, maar een cadeautje voor storm chasers.

Margot Ribberink tijdens het tornado jagen. Foto: Floris Bijlsma

Wat is precies de kick van deze wolkenjacht aan de andere kant van de Atlantische Oceaan? ‘Extreem weer zoals hier komt in Nederland veel minder voor’, vertelt Ribberink. ‘De luchten zijn zo imposant om te zien. Leerzaam ook. Wij maken onderweg onze eigen verwachtingen op basis van waarnemingen en radarbeelden. We volgen ons eigen scenario, ook al melden andere weerberichten iets anders. Het geeft een kick als wij het goed hebben, dan krijg je als meteoroloog het gevoel dat je de atmosfeer begrijpt.’

Natuurlijk kijkt ze wel uit om in het openbaar te gaan juichen bij het zien van een tornado – dat doen de Hollanders in de beslotenheid van het Ford-busje. Want voor de bewoners kan de schade immens zijn, denk aan een verloren oogst of verwoest dorp, om over de doden nog maar te zwijgen. Ribberink wil de kennis die ze opdoet in Tornado Alley, grofweg het gebied tussen Mexico en Texas, in Nederland inzetten. ‘Hoe beter je snapt hoe zulk gevaarlijk weer ontstaat, hoe beter je ervoor kunt waarschuwen. In Brabant vielen vorig jaar op 23 juni hagelstenen van tien centimeter, dat was nog nooit voorgekomen. Ook wij zullen steeds vaker te maken krijgen met extreem weer.’

Oorzaak: de opwarming van de aarde. Ribberink waarschuwt al zo’n twintig jaar voor de gevolgen van klimaatverandering. ‘Ik las er het ene boek na het andere over, had zó veel kennis. Op een gegeven moment dacht ik: ik moet meer doen dan alleen het weerbericht presenteren. Ik moet mensen er bewust van maken dat het de verkeerde kant op gaat. Dat begint met het delen van je kennis.’

Klimaatmissionaris

In het deel van Amerika waar we nu doorheen rijden, ontbreekt die kennis veelal. Hier is de bevolking over het algemeen laagopgeleid en arm. 16 procent van de Texanen leeft onder de armoedegrens (een jaarinkomen voor een vierkoppig gezin van minder dan 22.000 euro). Langs de weg zien we trailer parks en autokerkhoven. Plus borden waarop gun shows worden aangekondigd.

We stoppen in een troosteloos dorp. De meeste winkels staan leeg, een hondje scharrelt over het sidderende asfalt. ‘Hé, types als jullie zie ik hier liever niet’, grapt een dikke vrouw die op de tornadostickers aan de zijkant van het busje wijst. Tornadojagers in je straat betekent trouble: er is noodweer op komst. Dan vertelt ze haar eigen tornadoverhaal. Hoe ze er op één dag vier zag. Hoe haar zoon mee de lucht in ging, maar even verderop (levend) weer werd neergekwakt. Nee, zij gaat vast niet kijken, liever verstopt ze zich diep in haar kelder.

‘Amerika is zó’n grote speler’

Het ironische is dat juist Texas op Trump stemde, de man die de oorzaak van het natuurgeweld waarvan de mensen hier steeds vaker slachtoffer worden, ontkent. Sterker: hij haalt sites met wetenschappelijk bewijs daarvoor uit de lucht en is van plan de subsidiekraan dicht te draaien van het grootste klimaatonderzoekcentrum in de VS, het National Weather Center in Oklahoma (de volgende dag zullen we er een toeristische stop maken). Trump besteedt zijn centen liever aan ruimtevaart en defensie.

‘Dat is echt heel verontrustend’, zegt Ribberink. ‘Dit centrum maakt overzichten van de temperatuur overal ter wereld. Ze registreren de extremen – bosbranden en overstromingen – en je ziet hoe snel de opwarming van de aarde gaat. Wereldwijd maken meteorologen gebruik van de info van dit instituut, iedereen kent het. Die kennis is essentieel.’

Dat de omstreden president onlangs de stekker trok uit het klimaatakkoord van Parijs, noemt ze een historische ramp. ‘Amerika is zó’n grote speler.’

Een supercell. Foto: Annemarie Haverkamp

Tijdens haar reizen door Amerika voelt Ribberink echter niet de behoefde de klimaatmissionaris uit te hangen – waar begin je? – maar in Nederland beslaat het een groot deel van haar leven. Ze geeft lezingen en voorlichting en is momenteel een van de aanjagers van Nijmegen Green Capital; in 2018 mag de Waalstad zich de duurzaamste stad van Europa noemen.

‘In Nederland merken we de gevolgen van de klimaatverandering, maar in andere delen van de wereld is het al veel erger. De hongersnood die nu de Hoorn van Afrika beheerst, heeft alles te maken met het klimaat. Willen we voorkomen dat de aarde meer dan twee graden warmer wordt, zoals afgesproken in Parijs, dan zullen we echt heel snel onze CO2-uitstoot moeten verminderen. Ik laat mensen graag zien dat ze zélf iets kunnen doen.’

Om tornado’s te kunnen zien, vliegt u naar de VS om vervolgens een paar duizend kilometer af te leggen in een dieselbus. Over CO2-uitstoot gesproken …

‘Ja, dat is een dilemma, dat voel ik heus wel. Thuis probeer ik dat te compenseren door bijvoorbeeld bomen te planten via de stichting Trees for All. Maar het zou beter zijn als ik niet in het vliegtuig stapte. Probleem is dat ik dan ook deze kennis niet kan vergaren.’

Stoer

De volgende ochtend zien we op de tv in het motel ‘onze’ bui, die donderwolk waar we achteraan hebben gejaagd tot in Oklahoma. Hagelstenen zo groot als honkballen zijn eruit gevallen, in de dorpen stonden de straten blank. ‘Jij valt wel met je neus in de boter’, zegt Ribberink terwijl ze slappe koffie drinkt uit een plastic bekertje. ‘De omstandigheden zijn opnieuw gunstig. Misschien zien we vandaag een tornado. Je had ook twee dagen slecht weer kunnen hebben.’ Met ‘slecht weer’ bedoelt de tornadojager een blauwe hemel met een stralend zonnetje – je moet er niet aan denken.

Na een korte briefing in de ontbijtzaal gaan we weer op pad. Dieper Oklahoma in. Daar zullen zich in de loop van de dag veelbelovende onweersbuien vormen.

Onderweg de verwachtingen bijstellen. Foto: Annemarie Haverkamp

Ribberink vertelt hoe ze in 2004 voor het eerst meeging met het Nederlandse team, dat jaarlijks wisselt van samenstelling. Haar kinderen waren nog klein. ‘Wát gaat je moeder doen’, vroeg de leraar toen haar jongste van acht in de klas trots aankondigde dat mama op stormjacht ging. Thuis was het geen issue. Haar man kan leven met haar passie en de dochters – inmiddels studeren ze allebei aan de Radboud Universiteit ­­– vonden het stoer. ‘We willen allemaal heelhuids thuiskomen’, zegt Ribberink als ze het busje rondkijkt. Toch voelt het soms ongemakkelijk. In 2013 werden drie Amerikaanse storm chasers verslonden door een tornado. Onder hen een toegewijde vader en zoon. ‘Ik kende ze. Ze waren heel ervaren en zeker niet roekeloos. Dan denk je wel even: moeten we dit doen? Het kan altijd een keer fout gaan.’

Maar ja, het avontuur hè. De eerste drie jaren dat ze meeging, werd haar geduld zwaar op de proef gesteld. Een tornado bleef uit. ‘Toen ik mijn eerste zag, moest ik huilen’, weet ze nog. Dat had er ook mee te maken dat de mannen haar plaagden dat het aan háár, de eerste vrouwelijke teamgenoot, lag dat ze drie jaar op rij pech hadden. Ribberink mag dan stoer overkomen, een onzekere kant heeft ze ook. Als kind had ze weinig zelfvertrouwen en was ze verlegen. Dat leidde tot een verkeerde studiekeuze: ze ging in Leiden biologie studeren omdat twee vriendinnen uit Twente dat ook deden. Samen zouden ze een huis delen, heel veilig. ‘Na twee weken zag ik ze niet meer, ze gingen hun eigen gang. Ik vond totaal geen aansluiting bij de studenten in Leiden en voelde me diep ongelukkig. Na een halfjaar ben ik terug naar Hengelo gegaan.’

Daarna volgde een herkansing in Nijmegen. Ribberink kwam terecht op Galgenveld en er was meteen een klik met de ganggenoten. ‘We deden alles samen. Gingen vaak stappen in De Fuik, Dio en de HBO-soos [nu Merleyn, red.]. Ik heb er een heerlijke tijd gehad.’

Mantelpakjes

Terwijl ze praat, tikt Ribberink op het raam in de richting van de wolken boven ons. ‘Kijk, die bloemkool is al lekker aan het groeien.’ En: ‘Daar, mammatus-wolken, ook wel tietenwolken – die zie je in Nederland zelden.’

Die fascinatie voor het weer had ze altijd al, maar pas na haar afstuderen ging ze er iets mee doen. Ze solliciteerde bij het nieuwe bedrijf Meteo Consult, een concurrent van de KNMI, en werd aangenomen. Ze schoolde zich om van plantenecoloog tot meteoroloog en onderging ook uiterlijk een transitie. ‘Ik zag eruit als een bioloog. Had een lange vlecht en droeg een tuinbroek. Zo kon ik niet op tv, vonden ze.’ Ribberink moest mee naar de kapper en kreeg mantelpakjes aangemeten. Ze vond het resultaat zo afschuwelijk dat ze twee jaar lang niet in de spiegel durfde te kijken. Opnieuw was het haar onzekerheid die maakte dat ze er niets van zei. Pas later bepaalde ze haar eigen tv-look. Nu presenteert ze het weer bij Omroep Max en Omroep Gelderland soms zelfs in spijkerbroek. ‘Wel een nette hoor, maar als ik andere weervrouwen coach, zeg ik altijd dat ze dicht bij zichzelf moeten blijven.’

Margot Ribberink ziet een tornado in Texas. Foto: Bart Pelgrim

Aan de horizon gaan de gele strepen op de rijbaan inmiddels over in een duistere hemel. Teamgenoot Arno houdt zijn laptop omhoog. ‘Zien jullie die blauwe pit?’ Brede grijns; die blauwe pit op de radar is een helse onweersbui waar we vlak bij zijn. We zitten goed! De weg vult zich met pick-uptrucks van andere tornadojagers, sommige met indrukwekkende schotels in de laadbak. In de berm stappen we uit en de wind trekt aan onze kleren. Deze supercell zweeft als een ruimteschip boven het land en heeft onderaan een draaiing. De koude lucht verstoort het feestje echter. Er schiet geen slurf naar de grond en er zit niets anders op dan op zoek te gaan naar een nieuwe bui.

Naschrift: het team zag op deze reis uiteindelijk vijf tornado’s (de verslaggever was toen al terug in Nijmegen). Foto’s en filmpjes zijn te vinden op de Facebookpagina van Tornadojagers.nl.

Dit verhaal verscheen in de zomerse Vox-interviewspecial, die je hier online kunt lezen

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!