Zomerinterview (2): student Pepijn Eymaal
Vijf keer sleepte rechtenstudent Pepijn Eymaal (23) de Radboud Universiteit voor de rechter. Elf keer procedeerde hij tegen huisjesmelkers. Drie keer trad hij op in het tv-programma KASSA. ‘Gelijk krijgen is leuk.’
Pepijn Eymaal (23) trekt de pijpen van zijn pantalon omhoog. Zwarte sokken om dunne enkels. Nee, daar zit geen mes in verstopt, ziet ook de beveiligingsbeambte van het kantongerecht. Loopt u maar door. Zijn cliënt volgt. Tas door de scanner, lijf door het poortje. ‘Je moet je telefoon straks uitzetten’, sommeert Eymaal, die vandaag optreedt als raadsman. ‘Ik wil er absoluut geen last van hebben.’ De beveiligingsbeambte kijkt vies. ‘Is dit de grote chef ofzo?’ mompelt hij tegen de journalist die zich als derde laat fouilleren. ‘Bah bah.’
‘De grote chef’ is student rechten aan de Radboud Universiteit. Maar bovenal: advocaat in wording. Hij oefent waar hij kan. Liet eens een deurwaarder het bestuursgebouw op de campus binnenstappen met een betalingsbevel ‘in naam van de koning’. Te vorderen bedrag: 45 euro. Vandaag staat hij een student bij die nog geld tegoed heeft van een ex-huisbaas. Iets met te veel betaalde huur en een kapotte wasmachine. In de wachtkamer geeft hij zijn cliënt verdere instructies. ‘Jij gaat straks rechts van mij zitten, aan de kant van het raam.’ Ter voorbereiding bladert hij door papieren in een ordner. Poetst zijn bril. Het dichtslaan van de brillenkoker geeft een echo in het statige kantongerecht aan de Oranjesingel.
Tijdens de zitting wordt Eymaal een paar keer afgekapt door de rechter. ‘Hou even uw mond.’ Eymaal blijft beleefd: ‘Maar als ik even mag, meneer de kantonrechter…’ Dan schudt hij in het kleine zaaltje het beslissende wetsartikel uit zijn mouw. De rechter knikt – ‘daar heeft hij een punt’ – en stelt beide partijen voor te schikken. Voordeel voor de huisbaas is dat er geen openbaar vonnis volgt dat haar reputatie kan schaden. De cliënt van Eymaal is het te doen om het geld, dus die stemt ook in. Op de gang sluiten de partijen een deal. Handen worden geschud. ‘WAARHEID’ staat in kapitalen boven de deur.
Hoe vier jij je overwinningen?
‘Je gaat natuurlijk niet keihard zitten lachen of een fles champagne opentrekken in een rechtszaal. Dat doe ik als de agenda het toelaat. Op een terrasje.’
Behandelt een rechter jou anders dan een gediplomeerd advocaat?
‘Een advocaat krijgt denk ik eerder een opmerking over een slecht stuk dan een student. Misschien vindt de rechter een student ook wel grappig.’
Pepijn Eymaal uit Gouda was eerstejaars toen hij zich aansloot bij de rechtswinkel van AKKU. Een paar jaar geleden stortte de overtuigd vegetariër zich op de kwestie ‘bemiddelingskosten’. Studenten moeten vaak honderden euro’s betalen als ze via een makelaar woonruimte huren.
Ten onrechte. Al drie keer trad Eymaal op in het tv-programma KASSA om dat uit te leggen. Inmiddels heeft AKKU elf rechtszaken tegen huisjesmelkers gewonnen.
Thuis, op zijn kamer in Sterrenbosch, vertelt de student dat gelijk krijgen leuk is. ‘Daar zal ik niet omheen draaien. Maar ik vind het vak rechten ook echt leuk. Mensen komen naar mij toe met de vraag: kun je me helpen? Dat voelt goed. Blijkbaar straal ik iets uit.’
Wanneer procedeerde je voor het eerst?
‘In 2010, ik stond een HAN-student bij die een negatief bindend studieadvies had gekregen. Dat hebben we aangevochten. Met succes. Een jaar later procedeerde ik voor het eerst voor mezelf. Ik deed een dubbelstudie recht en management. Wilde ik doorgaan naar het tweede jaar, dan moest ik mijn propedeuse rechten binnen een jaar behaald hebben. Dat had ik niet. Maar ik was al wel verder gegaan met vakken bedrijfskunde. Op zeker moment zei de studieadviseur dat ik een vak helemaal niet had mogen volgen, omdat ik die propedeuse niet binnen had. Ik had volgens hem toestemming moeten vragen aan de examencommissie. Het vak – ik had het al binnen – werd alsnog afgekeurd. Daar was ik het natuurlijk niet mee eens.’
En toen?
‘Toen ging ik in beroep.’
Een andere student zou zeggen: ‘pech’. Voelde het voor jou normaal om in beroep te gaan?
‘Nou… [Eymaal wordt fel.] Ik vind het niet normaal dat je als examencommissie drie maanden na dato zegt: ‘we keuren dit vak af’. Je moet dan zeggen: ‘ons systeem faalt, dit had nooit gemogen’. Had me een oorvijg gegeven, prima, maar ik had al bewezen de kennis en kunde te bezitten, anders had ik dat tentamen toch niet behaald?’
Vond de tegenpartij het ook normaal dat jij in beroep ging?
‘Nou nee. [Lacht.] Die voorzitter… ehm, ja, kijk, op dat moment was ik een beetje boos. Het was een openbare zitting bij het College van Beroep voor de Examens, dus ik had wat publiek meegenomen. Elf man. De zitting was in het kleinste kamertje van Huize Heyendael. Het was een heel warme dag in juni. Geen airco. Iedereen stond daar in driedelig pak. De voorzitter zei: ‘u ziet hoe klein deze ruimte is, dus u mag van mij drie mensen toelaten’. Ik ging daar niet mee akkoord. [Hij haalt zijn schouders op.] Tja, het was een openbare zitting, dat staat in hun eigen reglement van orde. Zet dat er dan niet in als je het niet weet – het is bijlage 7.’
Eymaal procedeerde door. Het werd uiteindelijk de eerste zaak van de Radboud Universiteit bij de onderwijsrechter in Den Haag. Eymaal verloor, tot zijn grote spijt. Gevolg was dat hij bedrijfskunde vaarwel zegde. Zijn liefde voor het recht groeide. Tot vijf keer toe sleepte hij de universiteit inmiddels voor de rechter. Vorig jaar won hij een zaak over bestuursbeurzen. Het college van bestuur vond dat hij daar geen recht op had, hij vond van wel en kreeg gelijk. Omdat de universiteit te laat was met het overmaken van de griffierechten, schakelde Eymaal uiteindelijk de bewuste deurwaarder in. Met een betalingsbevel onder zijn arm stapte die in januari 2015 het bestuursgebouw binnen. ‘Vandaag heb ik, deurwaarder, op verzoek van Pepijn Eymaal, wonende te Nijmegen, aan de Stichting Katholieke Universiteit Nijmegen…’, citeert de rechtenstudent met luide stem uit de brief. Hij moet er zelf om gniffelen.
Is het grappig of triest dat een deurwaarder jouw geld moet komen halen?
‘Tja, ergens is het best grappig natuurlijk. Deze brief heb ik echt wel aan een paar vrienden laten lezen. Maar tegelijkertijd is het behoorlijk gênant dat je het als onderwijsinstelling zo ver laat komen. Maak die 45 euro gewoon over! Het stond in de uitspraak, die aangetekend was verstuurd. Ik heb ze nog een betalingsherinnering gestuurd, want ik probeer het altijd één keer vriendelijk. Als je dan als juridische afdeling een brief krijgt met de naam Eymaal erop en een herinnering met een betalingstermijn van een week, dan kun je je daar maar beter aan houden. Ze weten echt wel wie ik ben.’
Heb je wel eens gemerkt dat mensen binnen de universiteit denken: wat is die Eymaal toch irritant?
‘Nee. Ik denk dat mensen daar ook heel erg mee zullen oppassen. Mijn persoon en de zaken die ik voer, staan los van elkaar. Als een docent een vervelende opmerking zou maken omdat ik een juridische weg bewandel die daarvoor gemáákt is, dan denk ik dat die niet goed bezig is.’
Dat klinkt rationeel.
‘Ik heb ook een jaar in de universitaire studentenraad gezeten en een jaar in de facultaire studentenraad. Daar heb ik me altijd constructief opgesteld, rapporten geschreven en gezocht naar verbetering en naar consensus. Met procederen kom je niet ver in de medezeggenschap.’
Zelf gelegd laminaat
Pepijn Eymaal heeft meer liefhebberijen, vertelt hij als hij het raam openzet. Warme voorjaarsdag, uitzicht op de campus. Radboud-wind waait de kamer binnen. De advocaat in spe is een taalpurist, kan zich ongenadig storen aan fouten in teksten (‘voor een jurist zijn het gesproken en geschreven woord zijn enige gereedschap’). En bij de waterscouting geeft hij kinderen les in de voorrangsregels op het water. Maar hij werkt ook graag met zijn handen. Helpt bij het onderhoud van de zeilboten in de winter. Overwoog op de middelbare school in Gouda nog de studie elektrotechniek – Eymaal had een natuurprofiel. Dat laminaat, wijst hij naar de vloer, heeft hij bijvoorbeeld ook zelf gelegd.
Strak. Geen foutjes, zo te zien.
‘Nee, ik vind het belangrijk dat die vloer klopt. Heb eerst alles uitgerekend. Het patroon verspringt, dus moet je zorgen dat je aan de andere kant van de kamer precies uitkomt.’
Alles lijkt te moeten kloppen bij jou. Wat maakt regeltjes fijn?
‘Misschien de duidelijkheid ervan? Ja, de logica. En ook: weten hoe het echt zit. Soms zit ik op een borrel met niet-juristen en dan erger ik me. Omdat ze dingen roepen die niet kloppen.’
Doe je wel eens iets wat niet binnen de regels valt?
‘Ik zou schuld bekennen als ik ja zou zeggen. [Stilte.] Bedoel je de regels van het strafrecht of …’
Je mag hier op de Heyendaalseweg 50 rijden. Houd je je daaraan?
‘Dat is de maximumsnelheid. Daar gaat een wettelijke correctie van af. Als je 53 rijdt, zit je goed.’
Jij rijdt nooit te hard?
‘Ik heb geen rijbewijs, dus nee. Haha. Maar ik loop wel eens door het rode licht, hoor.’
Was je een gehoorzaam kind? Een engeltje voor je moeder?
‘Nee, mijn moeder en ik konden heel erg botsen. Misschien omdat we op elkaar lijken. Zij is ook jurist. Zei iemand iets onnozels op een verjaardag, dan dacht ik als puber ‘oh nee, daar gáán we weer’ en ja hoor: ‘Nou…’, begon mijn moeder dan, ‘…zo zit het niet helemaal…’’
Nu zijn jullie samen gevreesd op verjaardagen?
‘Valt mee. We zijn niet zo familiair.’
De liefde voor het recht heb je van haar?
‘Thuis ging het vaak over regelgeving. Kort gedingen, bodemprocedures… Allemaal aan de eettafel. Ja, dat was leuk.’
Je had je er ook tegen kunnen afzetten.
‘Had gekund. Maar ik hou er ook van precies te weten hoe iets zit en waar het staat. Alleen dan kun je een bepaald standpunt innemen of een gat in de regelgeving ontdekken. En mensen helpen die benadeeld dreigen te worden door een verhuurder of een werkgever.’
Heb je helden in de rechtspraak?
‘Nee. Iemand als Bram Moszkowicz is natuurlijk heel dubbel. Hij heeft zijn zaken duidelijk verknald. Maar als hij in de media verschijnt, hangen de mensen aan zijn lippen – nog steeds. Als juridisch expert bij RTL Boulevard kon hij heel goed uitleggen waarom een bepaalde verdachte toch was vrijgesproken. Hij maakte het abstracte recht wel voor een groot publiek toegankelijk.’
Die rol speelt Pepijn Eymaal ook graag. Hij houdt van uitleggen, mensen wijzen op hun rechten. De optredens bij KASSA (‘weet je dat zo’n tv-studio heel klein is?’) zijn hem op het lijf geschreven. Wordt hij straks een vierde keer uitgenodigd in het programma, dan moet hij wel eerst een nieuw pak kopen, denkt hij hardop. Hij heeft er drie – een grijze, een blauwe en een zwarte – en droeg ze allemaal al eens voor de camera. Voorlopig blijft hij namens AKKU in elk geval doorprocederen. ‘Zolang bemiddelaars de deur dicht blijven smijten en niet bereid zijn tot terugbetalen, start ik rechtszaken.’ Over een jaar of vijf hoopt hij, na zijn rechtenstudie, ook de beroepsopleiding afgerond te hebben. En dan? Dan ziet hij zichzelf terug in de advocatuur. Misschien als zelfstandige, misschien in een maatschap. Hij vouwt zijn handen in zijn schoot: ‘Ik denk dat ik de juiste studiekeuze heb gemaakt.’ / Annemarie Haverkamp
Dit interview verscheen eerder in Vox 10.