Zomerinterview (6): Alleskunner Sarah Neutkens wil nooit meer iets verstandigs doen
Componist, schrijver, model, kunstenaar. Sarah Neutkens (22) laat zich niet in een hokje duwen. Voor deze eigengereide autodidact was de studie Kunstgeschiedenis een ‘moetje’, want ze wil aan de bak, ze wil dingen maken. Afgelopen jaar vloog ze uit en dat leidde al tot Carré en Into The Great Wide Open. Alles doet ze op haar eigen manier. ‘Goede adviezen sla ik graag in de wind.’
Het eerste jaar als afgestudeerde eindigde voor Sarah Neutkens met een klap. Na tien uitverkochte shows in Carré stortte ze in. De audiovisuele live-performance WITHIN WITHOUT was een heel intens project, waar ze met haar hedendaagse klassieke muziek aan meedeed als componist en als uitvoerende. De ochtend na de laatste show kreeg ze meteen weer werkgerelateerde vragen. Of ze een factuur wilde sturen, of ze een programmavoorstel wilde maken en ga zo door.
Maar ze was kapot. Het afgelopen jaar had ze geen dag vrij gehad. Ze werkte van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat en hopte van project naar project. Ze besloot naar de dokter te gaan om bloed te prikken. Daar viel ze flauw. ‘Ik heb mezelf naar een maximum gepusht. Ook uit bewijsdrang. Ik wil net te ver gaan, ik wil over de grens.’
Een tante nam haar al snel daarna mee op vakantie. Die tante was precies wat ze op dat moment nodig had. Zij regelde alles en zorgde dat Neutkens even wegbleef van haar werk.
‘Het moet vanaf nu eigenlijk anders. Ik moet mezelf afremmen. Maar dat vind ik heel lastig. Toen Bauke Mollema een etappe won in de Tour de France hoorde ik iemand op de radio zeggen: “Bauke luistert toch niet”. Dat herken ik. Goede adviezen sla ik graag in de wind. Ik ben extreem eigengereid.’
Het was een druk jaar, maar wel een met louter hoogtepunten. Zo werkte ze op Vlieland samen met musici voor festival Into the Great Wide Open, werd haar muziek gedraaid bij de BBC, schreef ze aan haar roman, tekende ze voor die roman een contract bij uitgeverij Prometheus, werd ze gevraagd als ambassadeur voor het project Young Stedelijk van het Stedelijk Museum, stond ze als fotomodel in Harper’s Bazaar en maakte ze het NTR-programma MUST. Tussendoor componeerde ze en trad ze op. Mooi, maar veel. Misschien te veel.
‘Ik heb er nog niet van kunnen genieten. Ik moet nu wel echt “nee” tegen dingen gaan zeggen. Zo wil ik bijvoorbeeld geen componeeropdrachten meer aannemen. Mensen om me heen verklaren me voor gek, want zo verdient een componist voornamelijk zijn geld, maar ik moet mijn vrijheid bewaken. Niet schrijven omdat het moet. Zo werkt het bij mij niet. Ik ben minder een vakvrouw en meer een kunstenaar.’
Autodidact én cum laude afstuderen
Vrijheid staat voorop bij Neutkens. Ze is heel bewust autodidact. Vanaf haar zevende volgde ze pianolessen en al na een jaar begon ze haar eerste stukjes te componeren. Toch koos ze ervoor om niet naar het conservatorium te gaan. ‘Conservatoriumstudenten hebben veel technische kennis, maar dat is niet wat ik wilde. Muziek moet diep van binnen komen. Het is niet iets wat je aan kunt leren. Zodra ik over muziek moet nadenken, gaat er iets verloren. Bij mijn pianolessen voelde ik me eigenlijk al beperkt. Ik heb ruimte nodig om het op mijn eigen manier te doen. Ik ben ook niet gemaakt voor school. De middelbare school vond ik vaak heel lastig, de universiteit ook.’
Neutkens werd geboren in Eindhoven en groeide op in Vessem. Ze vertrok naar Nijmegen om te studeren. ‘Ik koos voor Engels, omdat ik dol ben op Angelsaksische literatuur. Maar in dat eerste jaar raakte ik mijn liefde voor de taal kwijt. Toen maakte ik de overstap naar kunstgeschiedenis. Aan de filosofische en sociaal-culturele vraagstukken heb ik veel gehad, maar ook hier ging tijdelijk iets stuk. Tijdens de drie jaar van mijn studie ben ik niet meer naar musea gegaan. Het praten over kunst vond ik vaak onzinnig. Er werd te veel gezocht naar de reden achter het maken van een kunstwerk. Terwijl ik denk dat je er als kunstenaar mee wordt geboren: het zit erin of het zit er niet in.’
Haar bachelorscriptie ging over het gebruik van het begrip ruimte in het werk van de kunstenaars Zarina Hashmi en Do Ho Suh. Enerzijds de ruimtes die je met je meedraagt, omdat je er hebt gewoond, en anderzijds het scheppen van ruimte voor jezelf. ‘In hun geval was het verband tussen de thematiek van hun werk en hun persoonlijke achtergrond heel duidelijk. Ze spraken daar zelf over. Dan durf ik daar iets over te zeggen, maar vaak is dat niet het geval.’
Ondanks de sceptische houding tegenover haar opleiding slaagde ze cum laude. ‘Bij alles wat ik doe, zet ik me in voor de volle 100 procent. Mijn studietijd bestond dan ook uit componeren en studeren. Ik zat nooit op een terras. Ik heb geen studententijd gehad.’
‘Ik heb geen studententijd gehad’
Ze besloot geen master te doen. ‘Er werd gezegd dat ik dan minder zou gaan verdienen, minder kansen zou hebben. Dat is dan maar zo. Ik wil gewoon aan de bak. Dingen maken. Meteen full speed ahead. Je eigen markt creëren, je eigen bedrijf laten groeien.’
Veelzeggend was het moment, een jaar geleden, toen ze het belletje kreeg dat ze afgestudeerd was. Ze had nog tien minuten voordat ze het podium op moest voor haar cd-presentatie. ‘Nadat ik het nieuws had gehoord, werkte ik nog snel een pasta naar binnen en ging het podium op. Ik weet nog wat er door me heen ging: vanaf nu ga ik nooit meer iets verstandigs doen.’
Zelf aankloppen
Neutkens heeft al veel bereikt op jonge leeftijd, maar het is haar bepaald niet komen aanwaaien. Ze is geen afwachtend type, ze regelt alles zelf. Zo heeft ze voor de vier albums die ze inmiddels al heeft uitgebracht zelf de musici gevraagd, een zaal gereserveerd, de productie geregeld, de distributie, de marketing en pr gedaan. Alles ook met haar eigen geld. ‘Het is een megarisico. Ik krijg het er altijd ontzettend benauwd van. Maar het is me elke keer gelukt.’
Voor subsidies is ze huiverig. ‘Daar ben ik te veel een boer voor, te veel ondernemer. Ik wil 100 procent onafhankelijk blijven. In de kunstwereld worden subsidies als iets heel vanzelfsprekends gezien. Daar ben ik kritisch op. Voor grotere producties is het soms nodig, maar voor mezelf vraag ik niets aan. Kunstenaars denken dat het ze toebehoort omdat ze hard werken, maar overal werken mensen hard voor niets. Op de universiteit maken mensen ook veel overuren zonder dat ze daar extra geld voor krijgen.’
De DIY-mentaliteit zit er ingebakken. Ze komt uit een ondernemende, artistieke familie. Haar vader is musicus en beeldend kunstenaar, haar moeder is designer en meubelmaakster en haar opa had een biologische zaadhandel. ‘Ik ben opgegroeid met het idee dat je zelf dingen moet aanpakken als je iets wilt. Ik klop gewoon her en der aan. Mensen schamen zich snel om die stap te zetten. Ik heb geen drempel, ik heb ook geen last van afgunst en jaloezie. Dan is het keileuk om iemand te benaderen. Ook voor mijn modellenwerk ga ik op deze manier te werk. Ik bel vaak zelf naar een modebedrijf dat ik interessant vind. Het heeft me al veel mooie fotoshoots opgeleverd.’
Voor haar muziek denkt ze inmiddels dat een label toch wel handig kan zijn. ‘Bij een volgende cd durf ik het los te laten. Als ze de distributie en marketing overnemen, graag. Maar aan de muziek mogen ze niks doen. Geen nieuwe opnames, geen artistieke concessies. Als ik zo’n label niet tegenkom, dan ga ik gewoon op dezelfde voet verder.’
Net als toiletbezoek
Zoals ze praten over kunst onzinnig vindt, zo heeft ze het liever ook niet over de ideeën achter haar eigen werk. ‘Je moet het als luisteraar of lezer gewoon ervaren.’ Er valt volgens haar niet veel over te zeggen. ‘Het is iets wat eruit moet. Ik zie het schrijven van muziek en van woorden als toiletbezoek. Als je aandrang voelt, moet je het doen.’
Bij Neutkens ontstaat alles in een vacuüm, zoals ze het zelf noemt. Dat geldt ook voor het schrijven van haar roman. ‘Ik heb weleens de auto langs de kant gezet om te gaan schrijven. Als de ideeën komen, slaap ik heel slecht. Het is slopend. Het moet diep van binnenuit komen. Dat gaat heel intuïtief. Het boek heeft zo zijn eigen vorm moeten vinden. Ik vond het doodeng om eraan te werken.’
Ze omschrijft haar muziek en haar fictie als heel dicht, heel dense. Iets waar je niet omheen kunt. ‘Het moet één goed idee zijn en dat moet dan groeien, maar vanaf het begin moet het kloppen. En er verder niet te veel over nadenken.’
Het schrijven van verhalen is niet iets wat er later bij is gekomen. Ze deed het altijd al, net als componeren. ‘Ik ben alleen heel lang bang geweest dat het niet dezelfde zeggingskracht zou hebben, maar dat is nu met deze roman wel gelukt. Noten schrijven en woorden schrijven zijn de twee dingen waar ik het meest van hou. Het staat gelijk aan elkaar. Met beeldende kunst ben ik nog zoekende naar de juiste vorm.’
De vorm staat voor haar op de tweede plek, het idee voorop. Daarom switcht ze makkelijk tussen kunstdisciplines. ‘Het gaat om het uiten. Het kan misschien zijn dat ik op een gegeven moment nooit meer noten schrijf, alleen nog maar teksten. Dat is prima, als dat het beste past.’
Geen CV durven opsturen
De buitenwereld heeft er soms moeite mee dat ze niet vast te pinnen is, merkt ze. Daar ergert ze zich aan. ‘Ze hebben mijn werk weleens neoklassiek genoemd. Als ik ergens een hekel aan heb, dan is het wel neoklassiek. Dat vind ik behang. Ik ben geen genre, ik ben een persoon. Ik hoor nergens bij, ik wil geen sticker opgeplakt krijgen. Als het op die manier moet, dan stop ik ermee.’
Ook krijgt ze weleens argwanende reacties als ze vertelt wat ze allemaal doet. ‘Een CV durf ik niet meer op te sturen, want dan geloven ze me niet. Mensen vinden het verdacht.’ Het is dan ook veelzeggend dat ze tijdens dit interview nog niet heeft gezegd dat ze als popjournalist en kunsthistorica voor kranten zoals het Eindhovens Dagblad schrijft. ‘Mensen vinden het ook gek dat ik niet bang ben om op mijn bek te gaan. Ik dacht zelf ook heel lang dat ik een angstig mens zou zijn, maar ik ben alleen angstig als ik niet mijn eigen beslissingen kan maken.’
‘Hoe maak je een plek in de wereld die voor iedereen gelijkwaardig is?’
Maar hoe zit het dan met samenwerken? Is dat niet heel moeilijk als je altijd het heft in eigen handen wilt hebben? ‘Nee, dat is echt iets anders. Samenwerken is alleen maar leuk. Ik vind het heel mooi als mensen mijn werk willen uitvoeren. Het is als cadeautjes uitpakken. Ze mogen daar ook veel vrijheid in nemen. De noten zijn bepaald, maar doe er alsjeblieft mee wat je wilt.’
Roman, cd, symfonie
Het komende jaar is al goed gevuld. In november debuteert ze met haar roman Een blote man beminnen en in mei verschijnt een nieuwe cd, uitgevoerd door de strijkers van het Alma Quartet. Als ambassadeur van Young Stedelijk gaat ze met andere jonge kunstenaars tentoonstellingen opzetten, lezingen organiseren en ervoor zorgen dat studenten interessante galerieën kunnen bezoeken. ‘We proberen de barrières tussen de grote, enge kunstwereld en jonge bezoekers te doorbreken. Een thema dat mij aanspreekt en dat ik in dit project naar voren wil brengen, is ruimte en vluchtelingenproblematiek. Hoe maak je een plek in de wereld die voor iedereen gelijkwaardig is?’
Ondertussen wil ze ook verder werken aan een symfonie. Ook bij dit enorme project volgt ze niet de regels. ‘Normaal gaat zoiets via een opdracht. Ik ben er gewoon zelf aan begonnen. Het is maar de vraag of er een orkest zal zijn die het wil spelen. Het is überhaupt de vraag of het iets wordt. Als het niets wordt, is dat ook niet erg. Ik ben er graag mee bezig. Ik ben niemand iets verschuldigd, alleen mezelf.’
Monique Eilander schreef op 4 november 2021 om 15:13
Zo inspirerend!