‘Zonder hulp had ik nooit verpleegkundige kunnen worden’
Financiële en andere ondersteuning bieden aan jonge en gemotiveerde medische studenten uit arme landen, zodat ze hun opleiding kunnen voltooien. Dat doet een groep jonge Nederlandse artsen via de stichting iSTEPup. ‘Niet iedereen heeft evenveel geluk als wij.’
In 2014 is Paul Kalungi 21 jaar. Hij werkt bij een elektriciteitsbedrijf in Tanzania om geld te sparen voor zijn studie verpleegkunde in Oeganda. Wanneer hij onder een elektriciteitspaal terechtkomt, ligt de jonge Oegandees vijf dagen in coma. Zijn rechterbeen is er zo slecht aan toe dat het geamputeerd wordt. Zijn droom om verpleegkundige te worden ziet hij in rook opgaan.
In het ziekenhuis ontmoet Kalungi de jonge Nederlandse arts Jan Henk Dubbink. Kalungi vertelt hem dat hij nog steeds verpleegkundige wil worden, ondanks het ongeval. De Nederlandse arts wil hem graag helpen. Samen met enkele andere jonge artsen start hij het International Sustainable Tertiary Education Programma, kortweg iSTEPup. De stichting biedt financiële hulp aan jongeren uit lage- en middeninkomenslanden die een opleiding tot verpleegkundige, verloskundige, arts of apotheker willen volgen.
Te weinig dokters
Het idee achter de stichting: westerse dokters starten veel hulpprojecten op in het buitenland waarvoor ze een jaar of langer werken. ‘Maar als ze weggaan, wordt hun werk bijna nooit overgenomen door de lokale bevolking’, zegt Janienke Lier, arts-onderzoeker in het Radboudumc en ook bij iSTEPup betrokken. ‘In de gezondheidszorg blijven ze daarom afhankelijk van buitenlandse hulp. Met onze stichting willen we daar verandering in brengen.’
Tot nu toe komen alle studenten die iSTEPup helpt uit Afrikaanse landen zoals Oeganda, Ghana en Tanzania, maar er hebben zich ook al studenten uit Midden- en Zuid-Amerika en Azië aangemeld. Veel landen, door de World Bank geclassificeerd als low- and middle income countries, hebben met elkaar gemeen dat er te weinig medisch opgeleid personeel is, weet Lier.
‘Een medische studie in Oeganda is erg duur’
Naast de opbouw van de lokale gezondheidszorg, wil iSTEPup door haar werk ook bijdrage aan de lokale economie. ‘De studenten die hun opleiding afronden, dragen bij aan de gezondheidszorg in hun regio. Daarnaast kunnen studenten met hun salaris een grote bijdrage leveren als kostwinner voor hun gezin en familie om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien.’
Buddy
Jongeren die in aanmerking willen komen voor een beurs, moeten een motivatiebrief en cv opsturen, net als een financieel overzicht voor de gewenste opleiding. Studenten die worden aangenomen, worden gekoppeld aan een buddy, die hen helpt met de opvolging van hun taken. iSTEPup betaalt de hele studie met geld uit de algemene fondsen van de stichting. ‘We willen niet dat iemand door een gebrek aan financiën alsnog moet stoppen met studeren’, zegt Lier.
Afhankelijk van de studie en het land variëren de kosten tussen de 300 en de 1.600 euro per student per jaar – de meeste studies zelf duren drie tot vijf jaar. Het geld van de stichting komt via privédonateurs en ook op beurzen proberen de artsen geld in te zamelen.
Om zeker te zijn dat het ingezamelde geld gebruikt wordt om te studeren, maakt de stichting het geld rechtstreeks over naar de buitenlandse universiteiten en onderhouden de buddy’s contact met de decaan van het opleidingsinstituut. Op dit moment helpt iSTEPup negen studenten met een studiebeurs en er lopen nog enkele aanmeldingen.
Ratio
Kalungi benadrukt dat hij zonder hulp van iSTEPup nooit verpleegkundige had kunnen worden. ‘Ik ben de oudste van zes kinderen, mijn ouders gingen uit elkaar toen ik jong was,’ schrijft hij in een e-mail. ‘Mijn moeder is analfabeet. In Oeganda is het moeilijk om een baan te vinden als je niet naar school bent geweest. Door mijn handicap zou ik ook niet gemakkelijk een baan kunnen vinden om mijn studie te betalen. Bovendien is een medische studie in Oeganda erg duur. Ik zou zeker tien jaar moeten werken om mijn eigen studie te betalen.’
De ratio tussen het aantal verpleegkundigen en patiënten in Oeganda noemt Kalungi zorgwekkend. ‘Veel mensen die sterven, hadden gered kunnen worden als er genoeg verpleegkundigen waren. Na mijn ongeluk ben ik erg goed geholpen door het medisch team. Het maakte mijn liefde voor de medische wereld alleen maar groter.’
Als alles goed gaat, studeert Kalungi in december 2020 af als verpleegkundige.