Zorgen om welzijn studenten, meer dan een kwart ‘in slechte gezondheid’
Het gaat niet goed met veel studenten van de Radboud Universiteit. Meer dan een kwart noemt zijn gezondheidstoestand (zeer) slecht. Het welbevinden is niet verbeterd ten opzichte van een jaar geleden, toen de coronacrisis net was uitgebroken. ‘Schokkend’, vindt onderzoeker Jacqueline Vink.
Bijna anderhalf jaar coronacrisis lijkt er hard in te hakken bij Nijmeegse studenten, blijkt uit onderzoek van Jacqueline Vink, hoogleraar Ontwikkelingspsychopathologie.
Meest in het oog springende uitkomst is de gezondheidssituatie die studenten zichzelf toedichten. 22 procent geeft aan die te typeren als ‘slecht’ en bij 6,3 procent is dat zelfs ‘zeer slecht’. Ruim de helft zegt dat de situatie is verslechterd ten opzichte van een jaar geleden. ‘Dat maakt de cijfers extra schokkend’, zegt Vink. ‘De studenten lijken nog niet terug te veren naar hun welbevinden voor de crisis.’
Fysiek en mentaal
Meer dan duizend studenten van de Radboud Universiteit vulden in mei en juni van dit jaar Vinks enquête in. Het onderzoek van Jacqueline Vink is een vervolg op internationaal onderzoek dat vorig jaar werd gestart door de Universiteit Antwerpen. Hoogleraar Ellen Verbakel deed daar toen namens de Radboud Universiteit aan mee. Dit voorjaar, een jaar later, heeft Vink grotendeels dezelfde vragenlijst opnieuw gebruikt.
Studenten sporten minder, terwijl alcoholgebruik in de lift zit
In de vraag naar de gezondheidssituatie wordt geen onderscheid gemaakt tussen fysiek en mentaal welbevinden, stipt Vink aan. Wel zijn er signalen dat studenten vooral op mentaal vlak iets meer of op zijn minst evenveel problemen ondervinden dan vorig jaar. Ze hebben bijvoorbeeld veel last van stress en voelen zich vaker gefrustreerd en verdrietig.
Alcohol
Maar ook op fysiek vlak is er reden tot zorg. Uit de enquête blijkt dat studenten tijdens de coronacrisis minder sporten. Dat was vorig jaar al het geval, maar die trend heeft zich niet gekeerd. Gaf vóór de coronacrisis 75 procent van de studenten aan zich ten minste een keer per week in het zweet te werken, dan is dat nu ruim 60 procent.
Alcoholgebruik zit daarentegen wel in de lift. In de zomer van 2020 dronken studenten (de geheelonthouders buiten beschouwing gelaten) 5,7 glazen per week. Nu zijn dat 6,4 glazen. Voor de coronacrisis lag dat gemiddelde op 7,2 glazen per week.
‘Ik zou heel graag verder uitzoeken wat er aan de slechte gezondheidstoestand van studenten ten grondslag ligt’, zegt Vink. ‘Dat gaan we ook doen. Dit najaar starten we een meerjarig onderzoek waarin we het welbevinden van studenten langdurig gaan volgen. We hopen dan ook verbanden te kunnen leggen. Gaan studenten bijvoorbeeld eerst minder sporten en worden ze daarna eenzaam, of andersom?’
Online onderwijs
Wie goed zoekt, vindt echter ook positieve uitkomsten in het onderzoek. Zo zijn ten opzichte van 2020 minder studenten bezorgd dat ze hun collegejaar niet succesvol kunnen afronden. Vink: ‘Ik kan me voorstellen dat de uitbraak voor studenten vorig jaar een schok was. Bovendien was het collegejaar toen al vergevorderd. Nu zijn studenten en docenten meer gewend aan online onderwijs.’
88 procent van de studenten wil zich laten vaccineren
Daar staat tegenover dat een grote meerderheid zich toch nog (ernstige) zorgen maakt over de kwaliteit van het onderwijs in tijden van corona. De vrees onder studenten bestaat dat zij door het gebrek aan fysiek onderwijs meer moeite zullen hebben bij het opbouwen van een netwerk en het vinden van een baan.
Vaccinatiebereidheid
Hoewel niet direct verbonden aan het welzijn van studenten tijdens de coronacrisis, vroeg Vink in haar enquête ook naar de vaccinatiebereidheid onder studenten. ‘Dat leek me belangrijke informatie voor het nieuwe collegejaar. Wat wordt het beleid? Moeten er mondkapjes worden gedragen, gaan we iedereen testen, houden we 1,5 meter afstand?’
Die bereidheid bleek behoorlijk hoog. 88 procent van de studenten had in juni óf al een prik gehaald óf wilde dat nog gaan doen. 9 procent twijfelde nog, en 3 procent gaf aan niet gevaccineerd te willen worden. ‘Dat is redelijk in lijn met de landelijke RIVM-cijfers in die leeftijdscategorie’, aldus Vink.